10 Gouden tips voor wanneer je inkleurt met kleurpotloden.

Op verzoek plaats ik hieronder in mijn blog ook het artikel wat je begin april in mijn nieuwsbrief kon lezen. Hier kan je het gemakkelijk terugvinden!

Inkleuren is niet iets wat je ‘ff’ doet. Vooral niet als je met kleurpotloden werkt. En het is een groot misverstand dat inkleuren met kleurpotloden simplistisch is. Nop. Er kan heel wat techniek, oefening en denkwerk bij komen kijken. Dit hoeft natuurlijk niet, maar wil jij je creaties naar een hoger level tillen dan heb je mogelijk wat aan onderstaande tips.

1. Zorg voor het juiste papier. Wanneer je een tekening wil inkleuren; zorg dat je hem op het juiste papier hebt getekend of geprint. Want ga je aan de slag op mixed media papier of op markerpapier met gewone kleurpotloden; dan kom je van een koude kermis thuis. Tenminste … het kan op sich wel … maar je krijgt er geen optimaal resultaat mee. Kleurpotloden houden van een heel licht structuurtje zodat je gelaagd kan werken. Markerpapier is te glad en daardoor snel verzadigd waardoor je niet heel gelaagd kan werken. Mixed Media papier is vaak te grof of deukt wat makkelijker in waardoor je lastiger kan blenden.  Het juiste papier hoeft overigens niet duur te zijn. Ik gebruik dit papier van Kangaro en voor de prijs moet je het niet laten.  Ik vind het zelfs prettig voor pastelpotloden. 
Overigens: print je een tekening zelf; bedenk dat niet elk type inkt goed matcht met elk papier waardoor de droogtijd van de inkt langer kan duren. Niet elke printerinkt matcht ook goed met alle kleurmaterialen. 

2. Zorg voor de juiste kleurpotloden. Dit lijkt misschien een inkoppertje. Maar echt. Er is niet voor niets zo een groot prijsverschil tussen goedkope kleurtjes en de merken zoals PoscaPolychromos of Prismacolor …. In de betere kleurpotloden zit meer pigment en minder bindmiddel. Het is de grote hoeveelheid bindmiddel wat maakt dat je minder gelaagd kan werken (potloden lijken dan te glijden over elkaar). Maar ze geven ook beduidend minder kleur af en lijken flets.  Dit zie je vooral wanneer je op gekleurd of zwart papier gaat werken. In deze gratis live liet ik het verschil zien. 

3. Oefen met de druk die je uitoefent op de punt. Kleuren doe je niet snel snel! Je mag vooral niet te hard drukken! Wanneer je hard drukt lijkt er wel gelijk meer kleurafgifte maar je deukt tegelijk ook je papier in. Dit kan krassen op je papier veroorzaken en dat bemoeilijkt het blenden. Start altijd met een zachte hand en werk voorzichtig steeds iets harder. 

4. Kleur in laagjes. Laag over laag over laag.  Mijn mooiste tekeningen hebben vaak meer dan 10 lagen! Meerdere lagen brengen diepte en dimensie in je tekening. Wissel ook af met meerdere kleurtinten in 1 laag.  

5. Regel van 3. Hou je zoveel mogelijk aan de regel van drie. Wil je een vlak geel maken? Gebruik dan 3 tinten geel.  Dit kan je doen door 3 lagen in verschillende tinten over elkaar aan te brengen. Maar je kan ook aan de ene kant van een vlak een wat donkerder tint gebruiken en zachtjes de kleur laten overlopen naar een lichtere tint. 


6. Blend kleuren. Maak gebruik van blendtechnieken om kleuren te mengen en overgangen tussen kleuren te verzachten. Dit kan ook door middel van speciale blendpotloden, een stukje tissue of een wattenstaafje of zelfs geurloze terpentine afhankelijk van het type kleurpotlood wat je gebruikt.  

7. Breng schaduw en contrast aan. Wanneer je bijvoorbeeld een trui inkleurt; onderaan de armen is er schaduwwerking – afhankelijk van waar de lichtbron staat uiteraard.  Gebruik voor de schaduw niet altijd grijs of zwart! Een net iets donkerdere tint van de gebruikte kleur kan vaak al een subtiel en realistischer verschil maken. Heb je een gele trui, gebruik dan bijvoorbeeld oranje of bruin als schaduwkleur … 

8. Experimenteer met structuur. Je potloodstreken allemaal zachtjes en voorzichtig in dezelfde richting kleuren geeft het meest egale effect. Dat, of juist heel zachte circulaire bewegingen. Maar je kan ook in een raster werken, of afwisselen in de druk waarmee je streepjes zet …het geeft allemaal een net iets ander effect. Hierdoor kan je je kleuroppervlak ruw, wollig of juist glad doen lijken. 

9. Kleur … kies vooraf een duidelijk kleurenpalet. Kies kleuren die bij elkaar passen, en denk na hoe je door middel van contrast of kleurcombinaties een bepaald gevoel kan overbrengen. Door hier vooraf over na te denken komt je tekening vaak meer als een geheel over.  Maar hier valt zoveel over te zeggen en te leren, dus 10 gouden tips voor het uitkiezen en het gebruik van kleuren krijg je in een volgende nieuwsbrief! 

10. Maak gebruik van de kleur en structuur van het materiaal waarop je werkt. Wit papier leent zich bijvoorbeeld voor het aanbrengen van highlights en glans door wat stukjes open te laten. Zwart papier zet op deze wijze juist schaduw extra aan … maar probeer ook eens ondergronden zoals leer, hout of karton. (Dit laatste is overigens niet voor alle kleurpotloden geschikt. Posca potloden zijn hiervoor ideaal. )


Bonustip 11: Experimenteer met het mixen en gebruiken van verschillende materialen. Zo kan een kneedgum over je kleur rollen een verzachtende werking hebben. Of wat dacht je van schuurpapier – voor het net iets scherper maken van je punt en dan het slijpsel opvangen : dit gekleurde schaafsel kan je weer met een kwastje op je papier aanbrengen voor een wollig effect. 

En last but not least: wees geduldigInkleuren met kleurpotlood is absoluut een geduldwerkje. Om een voorbeeld te geven; ik ben al meer dan 6 uur bezig om mijn eigen Perfect People kleurplaat in te kleuren. Laag voor laag voor laag … nadenkend over welke kleur uit mijn pallet waar … welk structuurtje waar … Dit klinkt als lang … maar als je bedenkt dat het uurtjes zijn waar je rustig van wordt; dan zijn het gouden uurtjes geweest.

Zoals met elke kunstvorm is oefenen de sleutel tot verbetering. 

Hopelijk zijn deze tips een waardevolle inspiratie voor het inkleuren van jouw volgende tekening! 

Wil je meer en vaker van me horen en dit soort tips ontvangen? Volg me op Youtube, Facebook en / of Instagram.

Show yourself – toon je werkelijke zelf

Die goede oude pré-corona tijd … toen er nog visite kwam en je kon zeggen ‘Let niet op de rommel.’ Terwijl je stiekem – tot aan het gaan van de bel – als een malle de ergste zooi stond te verbergen.

Ken je dat? Ik bedoel de rommel en viezigheid en dat je je daarvoor lichtjes geneerde? Ik zei ook wel eens ‘Let niet op de rommel, hier wordt geleefd.’  En to be honest: ik ben nooit zo van het soppen geweest. Meestal, als ik de aandrang krijg wil ik het liefst in een hoekje zitten, wachten tot het overgaat. 

Ja, nu zit je misschien te lachen. Maar als ik écht aan het opruimen sla, dan breekt de ultieme chaos uit. Want dan begint het met ‘Oh, even deze kast op orde brengen’ om na 1 plank te bedenken dat ik beter alles eruit kan halen… en wanneer alles dan op de grond staat bedenk ik dat de stofzuiger erbij moet en een sopdoek … verzand ik in de keuken waar de vaat nog op de vaatwasser staat in plaats van erin … wil ik snel even de vaatwasser inruimen, die eerst nog uitgeruimd moest en die ene bakvorm moet dan uiteraard in een andere kast die ook een chaos is, die ook leeg moet. En dan staat de inhoud van 2 kasten verspreid over mijn vloer, het aanrecht nog steeds vol, de vaatwasser half leeg, zie ik een paar boeken liggen die naar boven moeten en begin ik daar … om te voorkomen dat ik gek wordt van mezelf plof ik dan halverwege even op de bank … bedenk dat ik niet onder de kussens moet graaien … of eronder moet kijken… vast een walhalla voor kruimels en stof … en dus moet ik …

Opruimen is dus niet zo aan mij besteed. Ik kan het wel. Daar niet van. Maar ik moet er echt de tijd en energie voor vrij maken – en let’s face it: die tijd en energie ontbreekt vaak genoeg. Maar zo af en toe moet ik eraan geloven. Maar euh – even genoeg over mij; hoe ‘schoon’ ben jij? Wanneer heb jij voor het laatst alle deurklinken in je huis gesopt?

Een beetje een lange inleiding, maar het brengt me tot het volgende: is het met ons leven ook niet zo dat we het voor het oog bij voorkeur zo netjes en geordend mogelijk houden? Dat we ons vaak net iets beter voordoen dan dat we zijn? Of dat we, zonder het te beseffen, alleen de mooie kantjes laten zien?

Ik kan hier in huis, dagen achter elkaar in een niet-zo-flatterend huispak rondlopen. Maar geen haar op mijn hoofd wat eraan denkt om die outfit in de kerk te dragen. Sterker nog, als hubby en ik thuiskomen van de kerk ga ik meestal linea recta naar de slaapkamer om m’n nette kleding in te ruilen voor dat vieze huispak …  En dat terwijl ik altijd zeg dat de kerk dé plek is waar je zelfs in minirok en netkousen welkom moet zijn…

Dat ‘jezelf beter voordoen’ gaat verder. Op social media zal ik bijvoorbeeld wél posten wat ik voor leuks met m’n leerlingen heb gedaan. En hoe idioot en gek mijn Reels soms ook zijn … daar denk ik echt over na. Maar ik zal niet posten wanneer ik een collega of teamleider weer eens spuugzat ben. Ok, dat is voor die collega ook niet zo leuk … maar toch. Hoe open en eerlijk we ook pogen te zijn, mensen zien ons als een bank; aan de oppervlakte lijkt alles prima, maar graai niet onder de kussens. En we doen – bewust en onbewust – best veel om dat beeld zo te houden.

In de meeste religies geldt dat je vooral veel moet doen om de hemel of het walhalla te bereiken. En helaas houden we als christenen dat beeld soms ook voor ons geloof in stand. Je mág niet dit, je moet dat … Terwijl het tegendeel waar is. Tuurlijk mag je streven naar een betere versie van jezelf. Maar laten we eens afrekenen met de mythe ‘God neemt je zoals je bent en maakt je zoals je worden mag.’ Ugh! Bah! (Hier past die ene emoticon met groene kots).

GOD NEEMT JE ZOALS JE BENT. PUNT.

En natuurlijk heb je als christen soms ook een vlaag van interne schoonmaakwoede.  En heb je fases dat je even wat netter bent. Maar laten we ophouden met de illusie dat we continue moeten streven naar een betere versie van onszelf. Moeten, moeten, moeten … Toen God jou maakte ‘Zag Hij dat het goed was’.  

Efeziërs 2:8-10 “Door zijn genade bent u nu immers gered, dankzij uw geloof. Maar dat dankt u niet aan uzelf. Het is een geschenk van God en geen gevolg van uw daden” … Hij heeft je geschapen tot wat je nu bent … ”

Wie je bent is wat God maakte. En er zijn tijden dat je al zoveel ballen in de lucht moet houden, dat er weinig tijd overblijft om bepaalde hoekjes en gaatjes in je leven van stof te ontdoen. En er komen momenten wanneer het je ineens opvalt dat  er een smerig randje aan je hart zit en dan grijp je wel naar de stofdoek. En soms besef je dat je eerst tijd en energie moet vrijmaken.

Maar God houdt sowieso van je. Doe dat zelf ook.  Wanneer je werkelijk leert houden van jezelf zoals God dat doet en jezelf leert nemen zoals je bent … groeit van daaruit vanzelf het verlangen naar meer en beter. Dat onderhouden en soppen komt dan vanzelf.

God heeft jou de rommel al lang vergeven. Vergeef je ook jezelf?

Qua biblejournaling koos ik ervoor mezelf te portretteren. Verschillende kanten van mezelf. Een mengelmoes van fotobewerking, en digitaal tekenen. Om mezelf eraan te herinneren dat God van mij houdt; zoals ik ben. En dat elk aspect van mij bestaansrecht heeft. Geprint op vellum.

Meer praatsels en maaksels: kijk op mijn facebook of instagram!

The good old days …(before Corona and lockdown)… when people came over and you had to say “Don’t mind the mess.” While you were secretly – until the bell rang – trying to hide the worst like crazy.

Recognize it? I mean the embarrassment you feel because your living area looks like *** ? To be honest: I’ve never been fond of cleaning. Usually when I get the rare urge I prefer to sit in a corner, wait for it to go away.

Yeah, now you might be laughing. But if I really start cleaning up, the ultimate chaos breaks out. Because it starts with ‘Oh, just gonna put this cupboard in order’ to consider after 1 shelf that It’s better to get everything out and really deep clean … and when everything is on the floor I realize that the vacuum cleaner has to be added to it and a cleaning cloth … running to the kitchen to get those I see the dishes are still on the dishwasher instead of in it… I then quickly try to put them in the dishwasher, which had to be cleaned out first and that one baking pan must -of course- go in another cupboard, which is also a mess, which also has to be emptied . And then the massive content of 2 cupboards are spread over my floor, the counter still full, the dishwasher half empty, I see a few books that have to go upstairs and I start taking them upstairs where … To prevent myself from going crazy I then pop on the couch, not even halfway done with everything, trying to remember not to reach under the pillows … or look under them … must be a mecca for crumbs and dust … and so I have to …

So let’s say tidying up is not for me. I can do it. By all means. But I really have to make the time and energy available – and let’s face it: that time and energy often lacks. But every now and then I have to face it and just go and do… But euh – enough about me; how “clean” are you? When was the last time you cleaned all the door handles in your house?

A bit of a long introduction, but it brings me to the following: isn’t it the same with our lives; that we prefer to keep things as neat and orderly as possible when it comes to the eye? That we often pretend to be just a little bit better than we are? Hiding dirt in the cupboards of our life? Or that, without realizing it, we only show the beautiful cleaned sides?

I can stay indoors for days if I want and ‘live’ in a not-so-flattering pajamas. But not a hair on my head is ever gonna think about wearing that outfit to church. In fact, when hubby and I come home from church, I usually go straight to the bedroom to exchange my nice clothes for that same dirty outfit … And that while I always say that the church is the place where you even are welcome wearing a mini skirt and fishnet stockings … So why not pajamas?

The “pretend to be better or more beautiful/ clean” continues. For example, on social media I post all about my drawings and about the fun I had with my students. And as crazy as my Reels are sometimes… I really think about what I post. But I won’t post when I’m sick  with a colleague or team leader. Okay, that’s not great for that colleague either… but still. No matter how open and honest we try to be, people see us as a couch ; on the surface everything seems fine, but don’t dig under the pillows. Always hide the dirt.

In most religions you have to do a lot to reach heaven or Valhalla. And unfortunately Christians sometimes maintain that image for their faith. You can’t do this, you have to … While the opposite is true. Of course you can strive for a better version of yourself. But let’s deal with the myth of “God takes you as you are and makes you as you may become.” Ugh! Bah! (Here fits that one emoticon with green vomit).

GOD TAKES YOU AS YOU ARE. POINT.

And of course as a Christian you sometimes commit to an internal cleaning rage. And you do have phases that you are a bit neater. But let’s stop the illusion that we must continuously strive for a better version of ourselves. Must, must, must, do, do, do … When God made you “He saw it was good.”

Ephesians 2: 8-10  says that for by His grace you are now saved, because of your faith. But you don’t owe that to yourself. It is a gift from God and not a result of your actions … He created you to what you are now…”

Who you are is what God made. And what God creates is always good. And there are times when you have to keep so many balls in the air that there is little time left to dust out certain nooks and crannies in your life. And there will come moments when you suddenly notice that there is a dirty edge to your heart and then you reach for the duster. And sometimes you realize that you have to free up time and energy first.

But God loves you anyway. You owe it to yourself to do so too. When you really learn to love yourself as God does and take yourself as you are…  the desire for more and better will grow on you. That maintenance and soaking will then come naturally. Not because you must, but because you long for it.

God has long forgiven you for the mess in your heart. Do you forgive yourself too?

More talks and creations on my insta and Fb: @saralindenhols

Let me BE

Scroll down for English translation.

De veertigdagen tijd is aangebroken. Van oudsher is dit de periode van vasten voorafgaand aan Pasen.  De datum waarop we Pasen vieren werd pas in 325 na Christus, tijdens het concilie van Nicea, vastgesteld. Ik bespaar je de achterliggende redenen. Maar het was pas rond het jaar 600 dat Paus Gregorius de Grote besloot dat 46 dagen voor Pasen de vastentijd begon. Met aftrek van de zondagen had je dan precies 40 dagen van vasten. Het is dus geen ‘bijbels’ opgelegde periode.

Toch bemerk ik via de mij bekende sociale media kanalen dat best veel christenen deze periode alsnog aangrijpen om toe te leven naar Pasen. Velen volgen een leesrooster, anderen willen meer terug naar dat échte vasten, al eten ze zelden veel minder want steeds populairder wordt het ‘sociale media vasten’. 

Het idee van dat vasten grijpt terug op het verhaal van Jezus in de woestijn. Waar hij 40 dagen lang in totale eenzaamheid rondzwierf en al vastend een strijd voerde met de duivel. Een paar dingen typeren deze periode;  totale afzondering van anderen, geen voedsel, richten op de Waarheid en God, vechten tegen verleiding.

Mag ik eerlijk toegeven dat ik het ‘sociale media’ vasten en het aanhouden van een leesrooster maar slappe aftreksels vind? Sorry als deze uitspraak schuurt.  Ik bedoel uiteraard niet dat het fout is om sociale media een poos aan de kant te zetten, of dat het geen zin heeft om een periode lang bewust stil te staan bij bepaalde Bijbelteksten…  Het zegt mogelijk meer iets over mezelf.  Ikzelf ervaar zo een periode als opgelegd en soort van een onuitgesproken verplichting.

In onze kerk lagen bij de deur boekjes klaar voor wie wat met deze periode wil. Uiteraard geheel vrijblijvend … maar ik voel dan een sociale druk, het voedt mijn idee dat ik iets ‘moet’.  Nogmaals, dat gevoel ligt mogelijk geheel aan mij. Het is echter ook die ‘druk’ die maakte dat ik toch in de bijbeljournalinggroep op Facebook een leesrooster lanceerde. Uiteraard ernstig ingekort en geheel vrijblijvend. Ik wilde er geen ophef over maken, maar toch zit ik er nu een stuk over te schrijven.

Als christen MOET je helemaal NIETS met deze periode. Je bent niet minder christen als je deze periode gewoon lekker actief blijft op social media (want let’s be honest, door de lockdown zijn sommigen al genoeg verstoken van gezelschap).  Je bent niet minder christen als je NIET vast. Als je GEEN leesrooster aanhoudt. 

Je ‘moet’ niets.  Je bent vrij.  Gewoon ‘zijn’ is al voldoende.  Laat dat even bezinken.  ZIJN. 

Jezus vraagt je niet net als Hem te worden, Hij vraagt je in Hem te verblijven en Hem te volgen. Voordat je in Jezus’ voetsporen treedt mag je eerst leren om bij Hem te ‘zijn’.

Psalm 46:11 (NBV) zegt:  ‘Staak de strijd en weet dat ik God ben.’ 

Wanneer je gaat kijken naar de Hebreeuwse woordkeuze van de originele tekst zou je ook kunnen lezen ‘verstil’.  Het Engels heeft het over ‘Wees stil’ . Het is geen passieve vorm van stil worden. Het betekent niet dat je helemaal niets meer doet. Nee, het gaat om een actieve vorm van het aan God overlaten; van het in Zijn nabijheid vertoeven; dat wat je doet is niet omdat het moet, maar omdat het voortvloeit vanuit het in Zijn nabijheid vertoeven. Gewoon ZIJN en weten dat Hij God is. Lees ook Psalm 37:7.

Als we iets doen deze vastentijd laat het dan dit zijn; dat we voor en boven alles eerst leren ‘zijn’ in Zijn nabijheid. En dat alles wat we doen daar vervolgens uit voortvloeit.

De onderstaande plaatjes zijn stickers die ik ontworpen heb. Verkrijgbaar via Lucinde. Meer praatsels en maaksels: Volg me op Instagram of Facebook.

Sticker (mijn ontwerp) verkrijgbaar via lucilight.nl

Lent has begun. Traditionally, this is the period of fasting prior to Easter. The date on which we celebrate Easter was not fixed until 325 AD, at the Council of Nicaea. I’ll spare you the reasons behind it. But it wasn’t until around AD 600 that Pope Gregory the Great decided that Lent would begin 46 days before Easter. Without the Sundays, you then had exactly 40 days of fasting. So it is not really a “biblically” imposed period.

Yet I notice through my social media channels that quite a lot of Christians still use this period to contemplate towards Easter. Many follow a reading schedule, others want to get back to that real fasting, although they rarely eat much less because “social media fasting” is becoming more and more popular.

The idea of ​​that fasting harks back to the story of Jesus in the desert. Where he wandered in total solitude for 40 days, fasting and battle with the devil. A few things characterize this period; total isolation from others, no food, focus on Truth and God, fight temptation.

Can I be brutally honest for a sec and admit that I find it lame to social media-fast and feeling obligated to keep a reading schedule? Sorry if this statement hurts and itches. Of course I don’t mean that it is wrong to put social media aside for a while, or that it makes no sense to dwell on certain Bible texts for a period of time … The way I feel about it says more about myself. I myself experience such a period as imposed and sort of as an unspoken obligation.

In our church there are booklets at the front door for those who want to follow a decent readingplan this period. Of course completely without obligation… but when I saw them  I kinda felt a social pressure, it feeds my idea that something “must” be done. Again, that feeling may be entirely my own. However, it’s also this “pressure” that made me launch a reading schedule in the Dutch bible journaling group on Facebook. Obviously severely shortened and completely without obligation. I didn’t want to make a fuss about it, but I’m still writing a piece about it now. So the pressure is real.

As a Christian you ARE NOT OBLIGATED to do ANYTHING with Lent. You are no less a Christian if you just stay active on social media during this period (because let’s be honest, during the lockdown, some are already devoid of company enough). You are not less a Christian if you DON’T fast.  Or When you do NOT keep a reading schedule.

You “must” do nothing. You are free. Just “being” is enough. Let that sink in for a moment. TO BE.

Before you follow in Jesus’ footsteps, you may first learn to “be with him”.

Psalm 46:11 (NIV) says, “BE still and know that I am God.”

Being still is not a passive form of becoming silent. It doesn’t mean you don’t do anything at all anymore. No, it is an active form of leaving it to God; of just ‘being’ and staying in His presence, and what you do is not because you have to, but because it flows from staying and being in His presence, in HIM. Also read Psalm 37: 7

If we do something this Lent. Then let it be that; that we learn to “be” in His presence before everything else. And that everything we do flows from it. Just BE .  

Want to see and hear more? Follow me on Facebook or Instagram!

Stickers and printables available via lucilight.nl

Under the fig tree

(Nederlands: scroll naar beneden)

𝐔𝐧𝐝𝐞𝐫 𝐭𝐡𝐞 𝐟𝐢𝐠 𝐭𝐫𝐞𝐞, 𝐈 𝐬𝐚𝐰 𝐲𝐨𝐮. ⁣

John 1:48 ⁣


It is possible Nathanael liked to pray and meditate upon God and His word under the shade of an actual fig tree. Yet, 𝘶𝘯𝘥𝘦𝘳 𝘵𝘩𝘦 𝘧𝘪𝘨 𝘵𝘳𝘦𝘦 was a phrase Rabbis used to describe meditation on the Scriptures. ⁣

In the bible, the fig tree is also a symbol for peace (with God). ⁣

So when Nathanael asks ‘How do you know me?’ Jesus is saying a lot more with this one sentence than just ‘𝐈 𝐬𝐚𝐰 𝐲𝐨𝐮’. ⁣

He noticed Nathanael was contemplating on God’s Word, possibly seeking peace with God… because He was there with him. With these words Jesus reveals himself and Nathanaels eyes are opened: “You are the son of God, the King of Israël.” ⁣

When God looks down from heaven. He knows what’s in your heart. He knows what’s troubling you. He sees you. And wants to give you peace. ⁣



Johannes 1:48 ‘𝐈𝐤 𝐳𝐚𝐠 𝐣𝐞 𝐨𝐧𝐝𝐞𝐫 𝐝𝐞 𝐯𝐢𝐣𝐠𝐞𝐧𝐛𝐨𝐨𝐦’ ⁣

Het is goed mogelijk dat Nathanael daadwerkelijk onder een echte vijgenboom zat… maar de uitdrukking ‘𝘰𝘯𝘥𝘦𝘳 𝘥𝘦 𝘷𝘪𝘫𝘨𝘦𝘯𝘣𝘰𝘰𝘮 𝘻𝘪𝘵𝘵𝘦𝘯’ betekende ook zoveel als ‘de Thora overdenken’. ⁣
In de bijbel staat de vijgenboom ook herhaaldelijk symbool voor vrede (met God). ⁣

Dus wanneer Nathanael aan Jezus vraagt ‘Hoe ken je mij’ zegt Jezus met dit ene zinnetje veel en veel meer. ⁣

Jezus zegt eigenlijk indirect dat Hij erbij was toen Nathanael de schrift aan het bestuderen was. Dat hij zag hoe Nathanael aan het nadenken was over – mogelijk- zijn vrede met God. Want hoe kon Hij anders weten wat Nathanael aan het doen was? Dat is de reden waarom Nathanael in verwondering uitroept “𝗪𝐚𝐚𝐫𝐥𝐢𝐣𝐤 𝐔 𝐛𝐞𝐧𝐭 𝐝𝐞 𝐳𝐨𝐨𝐧 𝐯𝐚𝐧 𝐆𝐨𝐝.” ⁣

Wanneer God naar jou kijkt, ziet hij waar je mee worstelt. Hij ziet waar je mee zit. Hij is erbij. En Hij wil je vrede geven. ⁣

Meer in de #bomenindebijbel challenge vind je op de site van @bettuelle . ⁣ Meer van mijn maaksels in deze challenge vind je op mijn instagram.

Wie of wat is jouw boom? Who or what is your tree?

(English translation: scroll down!)

Vermoeid slofte hij door het palmbos. De zon stond hoog aan de hemel en brandde vervaarlijk, maar hier in de schaduw van de dikke laag vlezige bladeren was het relatief koel. Op een broeierige manier dan, maar in ieder geval niet zo heet als op het open pad richting de stad. Het opwaaiende stof van de weg kleefde aan zijn nieuwe rode sandalen en kroop in elk huidplooitje van zijn tenen. Dat zijn voeten nog geen twee uur geleden zorgvuldig waren gewassen en geolied door de huisslaaf van Marcellus was niet meer te zien.

Hij zuchtte. Het was een vermoeiende vergadering geweest. Zoals gewoonlijk waren dezelfde grapjes over zijn gestalte weer over tafel gevlogen en had hij net als altijd schaapachtig mee gelachen, alsof het hem niet deerde. Maar dat deed het wel. Maar geen haar op zijn hoofd wat er aan dacht om ook maar iets van zijn pijn of frustratie te laten merken.  Ze konden lachen wat ze wilden, maar hij was het die hen orders gaf, niet andersom.

De zachte bries die het bladerdek boven hem deed ruisten tilde de zware geur van de balsem bossen verderop met zich mee. Normaal gesproken kon hij wel genieten van dat luxe parfum wat de rijkdom van zijn stad benadrukte. Maar vandaag deed al die rijkdom hem niets.  Zelfs de rozentuinen waar hij, op weg naar huis, doorheen liep, konden zijn ogen niet strelen.

Hij was moe.. Hij was hét moe. Hij was het spuugzat dat niemand ook maar enig respect voor hem kon opbrengen. Het interesseerde niemand hoe hij zich voelde, wat al dat gepest en al die achterklap met hem deed.

Het was altijd al zo geweest.  In zijn kinderjaren was al snel duidelijk geworden dat hij niet goed groeide. Naar traditie had het hele dorp gedacht dat zijn gebrek kwam omdat God een appeltje met hem te schillen had en langzaam aan, naarmate de jaren vorderde werd hij steeds meer gemeden, werd er steeds meer achter zijn rug om gekletst. Het had niet lang geduurd voor hij door had gehad dat hij er in het leven helemaal alleen voor stond. En dus had hij geleerd dat hij vóór alles vooral aan zichzelf moest denken. Als hij niet voor zichzelf opkwam, wie dan wel?  Dus had hij zich opgewerkt, niet door zich af te beulen in de balsemgaard, niet door zware handarbeid in 1 van de vele tuinen,..  hij had zijn kansen schoon gezien toen de Romeinen hem ronselden. En hij had de mensen in zijn stad teruggepakt voor al die pesterijen. Ze hadden in zijn lengte een zonde gezien, een zondaar zou hij ze geven. En nu was hij rijk en had het helemaal gemaakt. Nouja, financieel gezien dan. Want niemand wilde vriendjes zijn met een tollenaar. En al helemaal niet met de baas van al die lijkenpikkers.  De roddel en achterklap was nooit opgehouden en dus ging ook hij door met zijn sluwe handel en afpersing. Het ene kwaad hield het andere in stand.

Hij was in ieder geval rijk, maar had niemand om zijn rijkdom mee te delen. Te midden van de menigte van deze oeroude stad was hij alleen. Eenzaam tot op het bot, en dat allemaal omdat hij zo gebrekkig klein was gebleven…

“Kom op, sneller, straks is Jezus alweer weg! ” Twee straatschoffies stoven hem voorbij richting de poort van de stad, vrolijk gillend naar elkaar. Jezus? Kwam Jezus naar Jericho?  Zacheüs versnelde zijn pas, hij had al zoveel gehoord over deze wonderlijke man. Het werd steeds drukker op de weg. Snel sloeg hij een achterafpaadje in, in de hoop om via wat steegjes de menigte te kunnen vermijden.  Zijn korte benen droegen hem zo snel hij kon.  Als hij nou maar een glimp van Jezus zou kunnen opvangen.  En net op het moment dat hij bedacht dat zijn ellendige korte gestalte hem zelfs het zicht op deze rabbi zou ontnemen zag hij de grote Esdoorn aan de kant van de weg.

Even twijfelde hij, het was ver beneden alle waardigheid voor een man van zijn positie … hij besloot dat het hem niet kon schelen… Met zijn gebrek en met al die mensen die hem toch al niets gunden zou hij Jezus nooit te zien krijgen wanneer hij niet als een kind die boom inkroop.  Mensen dachten toch al te min over hem dus dit kon er nog wel bij. Hij had de boom nodig om op Jezus te kunnen zien. En dus hees hij zich tak voor tak omhoog en verstopte zich in het bladerdak.

En Jezus zag hem. Niet gewoon een vluchtig kijken. Jezus zag hem echt. En Hij noemde hem bij naam alsof Hij hem echt kende. Jezus kende hem. En meer nog; Jezus las hem niet te les, gaf hem niet op zijn sodemieter,  veroordeelde hem niet zoals de rest van de stad … Jezus wilde bij hem komen eten. Niet zomaar even een praatje maken, maar echt even samen zijn. Zacheüs wist niet hoe hij het had.  Zo snel zijn benen konden klom hij uit die boom.  …

Met de komst van rabbi Jezus werd de vicieuze cirkel van uitsluiting en uitbuiting doorbroken. Het enige wat Zacheüs altijd al wilde werd hem gegeven; hij werd gezien. Niet zijn buitenkant. Jezus zag wie hij diep van binnen was en wat hij werkelijk nodig had; een klein vrijgevig jongetje wat erbij wilde horen. Hij was niet langer alleen. Jezus was bij hem. Hij kon eindelijk zijn wie hij werkelijk was. Het verleden deed er niet meer toe. Geld, welvaart en status werden onbelangrijk. En dat allemaal doordat hij het lef had gehad om, ver beneden alle waardigheid, toch in die boom te klimmen, zoekend naar een kans om op Jezus te kijken.

Wie of wat is jouw boom die je helpt om op Jezus te kijken?

(Lukas 19:1-10)

(Meer bijbeljournaling of andere creativiteit van mijn hand: volg me op instagram, facebook of youtube. )

Tired as he was, he shuffled through the forest. The sun, high in the sky was burning dangerously, but here in the shade of the thick layer of palm leaves it was relatively cool. In a sweltering way, but at least not as hot as on the open path towards the city. Blown up dust from the road clung to his new red sandals and got into every fold of skin on his toes. Less than two hours ago his feet had been carefully washed and oiled by the house slave of Marcellus, well it didn’t show anymore.

He sighed. It had been a tiring meeting. As usual, the same jokes about his stature had flown across the table and he had, as always, laughed sheepishly, as if it didn’t hurt him. But it did. But not for a brief moment he thought about showing any of his pain or frustration. They could laugh at whatever they wanted, but it was he who bossed them around, not the other way around.

The gentle breeze that rustled the foliage above him lifted the heavy scent of the balsam groves. Normally he could enjoy the luxurious perfume that emphasized the wealth of his city. But today all that wealth didn’t bother him. Even the exquisite rose garden on his way home couldn’t caress his eyes.

He was tired. It tired him to the bone that no one could show him any respect. Nobody cared how he felt, what all the bullies and all that backbiting did to him. It had always been like this. As soon as the villagers noticed that he didn’t grow as he should’ve as a child they had mocked him. Traditionally, the whole village had thought that his lack of posture was because God was punishing him because of a sin, and slowly, as the years went by, they avoided him more and more, talking behind his back.  It hadn’t taken him long to realize that he was all alone. And so he had learned to take care for himself. If he didn’t stand up for himself, then who would? So he had worked his way up, not by tormenting himself in the groves, not by hard manual labor in the many gardens … he had seen his chances when the Romans recruited him. And he started to punish the people in his town for all the years of harassment. They had seen a sin in his height, a sinner he would give them. And now he was rich and wealthy. Well, financially. Because nobody wanted to be friends with tax collectors. And certainly not with the boss of those corpse picks. The gossip and backbiting never stopped, so he continued his cunning trade and extortion. One evil perpetuated the other.

He was rich, but had no one to share his wealth with. He was alone in the crowd of this ancient city. Lonely to the bone, all because he was so imperfectly small …

“Come on, faster, or Jesus will be gone again! Two street bastards rushed past him towards the gate of the city, happily screaming at each other. Jesus? Did Jesus come to Jericho? Zacchaeus quickened his pace, he had already heard so much about this wonderful man. The roads got busier. He quickly turned into a back alley, hoping to avoid the crowd through some alleys. His short legs carried him as fast as he could. If only he could catch a glimpse of Jesus. And just as he thought that his wretched short stature would block even the view of this rabbi, he saw the huge sycamore tree on the side of the road.

For a moment he hesitated, it was far below the dignity for a man of his position … but in the moment he decided he didn’t care any longer  … The town couldn’t care any less and he would never see Jesus when he wouldn’t crawl in that tree like a child. People thought too little about him anyway so this could be added to their list. He needed that tree to be able to look upon Jesus. And so he pulled himself up branch by branch and hid in the canopy of leaves.

And Jesus saw him. Not just a cursory look. Jesus really saw him. And He called him by name as if He really knew him. Because He really knew him. And even more; Jesus did not lecture him, did not give him a fuss, did not condemn him like the rest of the city… Jesus wanted to eat with him. Not just having a chat, but really being together. As fast as he could, he climbed out off that tree. …

With the arrival of Rabbi Jesus, the visual circle of exclusion and exploitation was broken. The only thing Zacchaeus always wanted was to be seen. Not just his outside. Jesus saw who he was deep down and deep within and noticed what he really needed; Jesus saw the little generous boy who wanted to belong. From that moment he no longer was alone. Jesus was with him. Finally he could be who he really was.

And it all started because he had the guts to climb that tree in the hope to be able to see upon Jesus.

Who or what is your tree that helps you to see upon Jesus. Do you have the guts to climb it?

Luke 19:1-10

(More (bible)creativity from my hand: follow me on youtube, facebook or instagram.)

Black lives matter. Period.

(Scroll down for English translation)

Toen  Charlie Hebdo koelbloedig werd vermoord en Parijs werd opgeschud met de gewelddadige vorm van terrorisme postten mensen massaal op social media hun profielfoto met ‘Je suis Charlie’ of ‘Stand by Paris’.  Als blijk van medeleven.

Toen België werd opgeschud door een terroristische aanslag reageerde ook ik met een profielfoto die de kleuren van België weergaf.

Een tijdje geleden was er de ‘kom op tegen kanker’- campagne.

Niemand haalde het in zijn hoofd om in bovengenoemde gevallen  te zeggen “Stand by all” of “Kom je ook op tegen longemfyseem of Alzheimer? Want dat zijn ook nare aandoeningen!”

Je steun betuigen en opkomen voor het ene, betekent niet dat je tégen het andere bent.  Het heeft mij even geduurd voor ik me dat realiseerde in de Black Lives Matter campagne. Mijn eerste reactie was ‘All lives matter’.  En natuurlijk tellen ook álle levens. Maar in gesprek met een aantal Afro Amerikaanse dames werd het me duidelijk dat het niet gaat om een tegenstelling. Zij voelen zich gediscrimineerd, achtergesteld, benadeeld. En met deze leuze vragen ze aandacht voor hun zaak. Net zoals het kankerfonds aandacht vraagt voor kanker en niet voor Alzheimer.

Vervolgens dacht ik – excuus voor mijn onwetendheid- dat het hier in NL heel anders is dan in Amerika. En ja het is anders. We zijn als gezin 1x in aanraking gekomen met hele boze Amerikanen die de politie hadden gebeld. En ik kan je vertellen; dat was niet leuk. Zeg maar gerust eng. Het is absoluut anders. Maar racisme komt ook in Nederland en België voor. De belastingdienst is daar een zeer recent en duidelijk voorbeeld van.

Dan zou je nog kunnen zeggen ‘Ik doe niet mee met de hype door op social media me uit te spreken.’ Is je goed recht. Om eerlijk te zijn, dat was ook mijn eerste reactie.  Maar is ook dat niet een beetje jezelf distantiëren? Omdat het jou niet dichtbij genoeg komt? Omdat het niet belangrijk genoeg is? Omdat je stiekem – het idee hebt dat je jezelf moet verdedigen en bij je punt wil blijven dat jij geen racist bent en dat dus niet hoeft? Is dat niet precies wat ‘white priveledge’ is?  Nu kan het zijn dat je altijd politiek correct bent en je nooit uitspreekt … dat is op zich prima.  Maar voor mij ging dat excuus niet op. 

Voor ik me uitsprak ben ik dus eerst in gesprek gegaan met een paar dames die racisme aan den lijve ondervonden. En ik sprak me uit op social media. En toen las ik op facebook de hartkreet van een mede-lander. Of de kerk zich ook hiertegen kon uitspreken. Mijn eerste reactie: wederom ‘Waar is dat voor nodig! Je verwacht toch ook niet van alle moslims dat ze zich tegen IS uitspreken? Alsof moslims per definitie voor IS zijn?? En hubby heeft een paar weken geleden nog gepreekt over hoe we ons horen te gedragen in de kerk. Voor racisme is er in de kerk geen plaats.  Maar is dat zo?

Is er voor racisme en discriminatie en sociaal onrecht geen ruimte in de kerk? Of is dat er wel en zou het er niet moeten zijn?

Het is al een aantal jaar geleden. Dus ik kan het nu wel vertellen. Maar ook ik heb pijnlijk ondervonden dat discriminatie wel degelijk de kerk in sluipt. Al sinds jaar en dag heb ik moeite met het zingen van het volkslied in de kerk. Velen vinden het een mooie traditie, maar ik vind het niet rijmen dat je de ene keer zingt ‘Want de geest doorbreekt de grenzen die door mensen zijn gemaakt …’ en de andere keer heel nationalistisch die grenzen in ere houdt door het volkslied. En hoewel ik me echt Nederlander voel – me heb laten nationaliseren- ik ga in de kerk niet staan wanneer dit lied gezonden wordt.  Toen ik dit voorzichtig aankaartte kreeg ik echter een furieuze reactie ‘Je past je maar aan aan Nederland. Je moet maar wennen aan ONZE gebruiken.’  Ineens was ik weer ‘de buitenlander’. Nodeloos om te zeggen dat ik al 14 jaar in NL woonde, mijn best deed om zo accentloos mogelijk te praten, al jaren werkte in het VO, me met hart en ziel inzette in de kerk en keurig mijn belasting betaalde…  Ik moest me als buitenlander maar aanpassen.  Wat heb ik gehuild, wat voelde ik me buitengesloten. En zo zijn er meer voorbeelden. Dit is dan geen racisme. Wel discriminatie. Pijnlijk, hard en in de kerk.

Terug naar racisme. Denken dat racisme geen voet heeft in de kerk of in de NL samenleving is een illusie. Dat je het niet ziet komt misschien omdat je het als ‘wit persoon’ zelf nooit ervaart. Wat we op z’n minst kunnen doen is de ander serieus nemen wanneer hij of zijn aangeeft hier last van te hebben. Wat we op z’n minst kunnen doen is luisteren (als in actief luisteren en het gesprek aangaan.) En we kunnen het gedrag van een ander niet veranderen. Maar jouw stem laten horen is geen druppel op de gloeiende plaat. Jouw stem laten horen is niet meelopen met een hype. Jouw stem laten horen is bijdragen aan bewustwording. Jouw stem laten horen is de ander laten weten ‘Ik hoor je, ik zie het lijden, ik sta achter je.’

Black lives matter.

(Onderaan vind je een pdf van deze tekening, vrij te gebruiken voor in je eigen bulletjournal of biblejournaling. Tekening geïspireerd door een foto van @gigi_esohe) Meer van mijn maaksels vind je op instagram.

When Charlie Hebdo was murdered and Paris was shaken up by the violence of terrorism, people massively posted their profile picture with “Je suis Charlie” or “Stand by Paris” on social media. As a token of compassion.

When the Belgium airport was shaken by a terrorist attack, I also reacted with a profile photo that reflected the colors of Belgium.

A while ago there was the “fight against cancer” campaign. Nobody dared to say “Stand by all” or “Do you also stand up against lung emphysema or Alzheimer’s? Because those are also unpleasant conditions!”

Expressing your support and speaking up for one does not mean you’re against the other. It took me a while to realize this is also the case in the Black Lives Matter campaign. My first reaction was “All lives matter”. And of course all lives count equally. But in conversation with a number of African American ladies it became clear to me that it’s not a contradiction. Saying Black lives matter doesn’t exclude Whites.  They feel discriminated against, disadvantaged. And with this slogan they draw attention to their case. Just as the cancer fund draws attention to cancer and not Alzheimer’s. Making it ‘All lives matter’ draws the attention back.

Then I thought – pardon my ignorance – that it ‘s different here in the Netherlands than in America. And yes it is different. As a white family we once came in contact with very angry Americans who had called the police on us. And I can tell you; That wasn’t fun. You can say scary. And we’re not even black. So it’s absolutely different. But racism also occurs in the Netherlands and Belgium. The tax authorities here are a very recent and clear example of this.

Then you could say “I’m not participating in the hype by speaking up on social media.” It’s your right. To be honest, that was my first reaction also. But isn’t that distancing yourself from it a little? Because it doesn’t get personal enough to you? Because it’s not important enough? Because you secretly – feel that you have to defend yourself and want to stick to the point that you are not a racist and you don’t have to? Isn’t that exactly what “white priveledge” is? Now it is possible that you are always politically correct and you never speak out against anything … that’s fine.  But that excuse didn’t work for me.

Before I decided to speak up, I started talking to a few ladies who experienced racism firsthand. And then I read the heart cry of a fellow Dutch on Facebook. He asked if the church could speak out against racism. My first reaction – once again –  “What is that necessary for? You don’t expect all Muslims to speak out against ISIS, do you? As if Muslims are by definition for IS ?? And hubby preached a few weeks ago about how we should behave in church. There is no place in the church for racism. Why does the church need to speak up? Butis there really no room for racism and discrimination or social injustice in church? Or is it and should it not be?

It’s been several years. So I can tell you now. But I have also experienced painfully that discrimination does creep into the church. For years I had trouble singing the national anthem in church. Many find it a beautiful tradition, but I do not think it rhymes with the Dutch hymne that says “Because the Spirit breaks through the borders that have been made by people …”  And although I really feel Dutch – I have been nationalized – I do not stand in church when this song is sung. When I cautiously tried to addressed this, I got a furious response “You will adapt to the Netherlands. You have to get used to OUR customs. ” Needless to say that I had been living in NL for  over 14 years, did my best to speak as accent less as possible, worked in high school and paid taxes … I had to adapt as a foreigner. I was a foreigner. I cried my eyes out and felt excluded for al long time …

Back to racism. To think that racism has no place in the church or in the NL society is an illusion. Maybe you don’t see it because you -as a white person- never experienced it. But the least we can do is to take the other person serious when he or she indicates that he is bothered by this. The least what we can do is listen (as in active listening and engaging in conversation.) And maybe we cannot change someone else’s behavior. But making your voice heard is not a drop in the ocean of needs!  Making your voice heard is not part of a hype. Making your voice heard is contributing to awareness. Making your voice heard is letting the other person know “I hear you, I see the suffering, I am behind you.”

Black lives matter.

The drawing I created, can be downloaded below for free- just for personal use in bulletjournal or biblejournaling. The drawing is inspired bij a photo of @gigi_esohe. More of my creations can be found on instagram.

He IS risen!

And at the ninth hour Jesus cried with a loud voice, “Eloi, Eloi, lema sabachthani?” which means, “My God, my God, why have you forsaken me?”

After His painful cry on Friday it became silent… but in the past 2000 years it was only on one day everyone thought He was dead. At Sunday it became clear. He was risen.

Now we can proclaim with a clear voice: He is risen. He is alive!

In het negende uur riep Jezus met luide stem ‘Eloï Eloï, Lema Sabachtani’ wat in onze taal betekent ‘Mijn God, Mijn God, waarom hebt u mij verlaten?’

Na zijn roep op vrijdag werd het stil. Stille zaterdag. Maar gedurende de afgelopen 2000 jaar is er maar 1 dag geweest waarop iedereen geloofde dat hij dood was. Die zondag werd het snel en voor velen duidelijk…

En met luide stem verkondigen we ook nu vandaag; Hij leeft! De Heer is waarlijk opgestaan.

Marc 15:34 #easter #Pasen

More drawings and sketchnotes on my instagram.

Flip through

Een kijkje in 1 van mijn bijbels. In januari 2019 begon ik in deze bijbel te journalen. (Ik journal echter in 4 verschillende bijbels en een notitieboek – elk met net weer andere stijl)

A look in one of my bibles. In this one I started journaling in Januari 2019. But I journal in 4 different bibles and a notebook. Each has its own style.

don’t feed the fears

(Scroll naar beneden voor Nederlands)

We have a God that doesn’t do ‘a pie in the sky’ kinda promises! We have a God that is near, honest, strong and helpful even in ways we can’t imagine.

Our victory isn’t about beating war cancer or Corona… our victory isn’t assured because of how great we lead or handle or heal… our victory is assured because God is with us. He, the Almighty one, goes above and beyond to be with us. We are never alone. We never have to face our struggles alone.

So in Joshua 1:1-9 God’s people faced the problem of having no leader, no land, no safe haven… the land was given and God certainly could have simply eliminated all their enemies with a mere thought; but He calls them into partnership with Himself to see His will done.

And so God called Joshua to lead them. He was called to boldness in God. Even a great leader like Joshua needed encouragement. Not because of a low self esteem or a lack of self-confidence but because of a growing God-confidence.

To grow in God-confidence we must focus on God. Follow His lead (and law).

Do NOT be frightened…For the LORD your God is with you wherever you go: The final encouragement, repeated from Joshua 1:5, reminds us that Joshua’s success did not depend solely on his ability to keep God’s Word. It depended even more on God’s presence with him.

These days of self-isolation and worrying news messages… focus on God and your God-confidence.

Don’t feed the fears but drink in His love and feed yourself with the hope He has given and still is giving in His presence.

(The drawing is inspired by different photo’s online. The little ‘Hope’ bottle is an idea I got from this Dutch website eyespired.nl).

Feel free to use this drawing as a printable- but when posted on social media: please tag me (and eyespired). + only for personal use; no spreading or making money out of it.

More #biblecreative on my instagram.

We hebben een grote God die niet aankomt met loze beloften. Onze God is dichtbij, altijd aanwezig, sterk en hulpvaardig.

Onze kracht of overwinning bewijst zich niet in het winnen van een oorlog, in het verslaan van kanker of Corona… onze overwinning is niet gebaseerd op hoe we herstellen, leiden of hoe goed we de dingen zelf aanpakken… onze overwinning ligt in het feit dat God nabij is. Hij, de Almachtige, gaat verder dan ver om bij ons te kunnen zijn en blijven. We zijn nooit alleen. Geen enkele worsteling hoeven we ooit alleen in de ogen te kijken.

In Jozua 1:1-10 zien we God’s volk – zonder leider, zonder land, kijkend op de belofte die ze hadden gekregen maar nog niet hadden toegeëigend. God had het land al beloofd en Hij had heel gemakkelijk met een knip van zijn vingers alle vijanden van de kaart kunnen vegen. Maar dat deed Hij niet. Hij wilde dat een partnerschap met het volk. Samen.

En dus riep God Jozua. Zijn leven lang was hij assistent geweest, nooit zelf de leider. En God roept hem op moedig te zijn. Niet omdat Jozua een gebrekkige eigenwaarde had. Mozes had hem waarschijnlijk niet voor niets als assistent. Maar God wilde dat hij moed putte uit Hem. Uit Zijn kracht. Jozua moest niet zozeer zelfzeker en zelfbewust zijn maar zeker van God en bewust van Hem en Zijn aanwezigheid.

Om te groeien in een Gods-bewustzijn en in het zeker zijn van Hem en Zijn hulpvaardige aanwezigheid is het noodzakelijk dat Jozua (en wij) zich focust op God en wat Hij wil (zijn wet).

Wees niet bang – staat er – want God is altijd nabij.

Jozua’s succes was echter niet alleen of vooral afhankelijk van zijn focus, zijn vermogen om zich aan de regels te houden. Het was vooral afhankelijk van God’s aanwezigheid.

In deze tijden van zelf-isolatie, social distancing en zorgwekkende nieuwsberichten mogen – moeten- we ons des te meer focussen op Hem. Zodat we niet onze angsten voeden maar ons vertrouwen in Hem.

Voed je met Zijn liefde en drink de hoop die Hij je geeft. Want Hij is nabij. Hij is sterk en moedig in onze plaats- waar we dat zelf niet zijn.

(Tekening geïnspireerd door diverse foto’s. Het kleine hoop-flesje is getekend naar een foto die ik zag op eyespired.nl)

Je mag mn tekening prima als printable of kleurplaat gebruiken maar enkel voor persoonlijk gebruik- niet ter vermenigvuldiging of met winstoogmerk. En wanneer je deelt op social media vergeet me (en eyespired) niet te taggen).

Meer #biblecreative verwerkingen vind je op mijn instagram.

Hier ben ik, zend mij

Er was zoveel wat hij wilde vertellen, zoveel inzichten en openbaringen die hij wilde delen. Wilde hij alles met de juiste grandeur en finesse opschrijven, zou elk woord en elke zin vol symbolische dubbelzinnigheden moeten staan. Waar begon hij?

Jesaja wreef over zijn voorhoofd, met duim en wijsvinger gelijktijdig de contouren van zijn wenkbrauwen volgend. In gedachten verzonken sloot hij zijn ogen.

Het was alweer 700 jaar geleden dat het beloofde land daadwerkelijk het land van Israël was geworden. Gedurende 400 jaar had God geestelijke, militaire en politieke rechters gestuurd om het land te besturen. Maar, ontevreden als altijd, wou het volk meer. Net als de naburige landen had het een koning gewild. En die hadden ze gekregen; eerst Saul en toen David. Na de dood van Davids zoon koning Salomo, was het volk in een burgeroorlog verstrikt geraakt en in 2 delen uiteengevallen.

Inmiddels had het noordelijke rijk, Israël, alweer 18 koningen gekend. Geen van hen hadden ook maar iets goed betekend voor het volk. Allen hadden zich opstandig getoond ten opzichte van God.  Het zuidelijke rijk, Juda, had iets minder pech gehad; niet alle elf koningen waren even slecht geweest. Er hadden er zelfs een paar tussen gezeten die werkelijk een goede poging hadden gedaan om God te gehoorzamen en het volk weer naar Hem te leiden. Maar het volk was nog steeds hoogmoedig en verwaand. En verschrikkelijk als het ging om uitbuiting van de armen.

Even dacht hij terug aan zijn vader Amoz; de godvruchtige man die hem de naam Jesaja had gegeven. Met hetzelfde Hebreeuwse stamwoord als de naam Jozua betekende zijn naam ‘De Heer redt’. Amoz had deze naam gekozen uit overtuiging dat God zou ingrijpen en zijn volk, ondanks hun ongehoorzaamheid, zou redden van alle politieke en geestelijke dreiging. Maar Jesaja zelf was ook overtuigd van de onontkoombaarheid van een goddelijk oordeel. Het aanhoudende onrecht zou eerst vernederd moeten worden.

Het was een sombere tijd. Het was het jaar waarin Koning Uzzia was overleden. Uzzia was bijna 70 jaar geworden. Zijn koningschap begon al toen hij zestien was! Als koning en man had hij gezocht naar Gods wil. Hij had militaire overwinningen behaald, had zich een uitstekende generaal, strateeg zowel als bouwmeester getoond. Maar alle zegeningen ten spijt was Uzzia afgedwaald en God had hem gestraft met een huidziekte.  Na zoveel trouwe inzet was ook deze koning ten val gekomen. Waar ging het naartoe met de wereld? Het was hoog tijd dat er weer een profeet opstond die het volk Gods weg zou wijzen.

En toen ontving Jesaja een visioen;

In luid gedonder, met dikke kronkelende rook en terwijl de aarde op haar grondvesten leek te schudden verscheen God zelf aan Jesaja. Jesaja zag Hem zitten op een hoogverheven troon, gekleed in een mantel van eer en waardigheid. Het mocht duidelijk zijn: ook al was het een komen en gaan van aardse koningen; de werkelijke koning was nog steeds God zelf. De Almachtige liet zich niet begrenzen tot het einde van het tempelterrein en zelfs wereldlijke machten konden Hem niet beteugelen. De hele schepping was Zijn eigendom. God was werkelijk, puur en heilig.  Dit aanschouwen van Zijn Majesteit leidde bij Jesaja tot een diep pijnlijk zondebesef. Bijna ging hij aan het kwellende gevoel ten onder toen een engel zijn lippen aanraakte met een gloeiend hete kool. Direct en zonder enige twijfel wist hij dat dit kooltje  symbool stond voor de verzoenende kracht van offers. God zelf gaf dit offer aan hem om hem geschikt te maken. Diepe ontroering en dankbaarheid lichtte in hem op toen God vervolgens zei ‘Je schuld is geweken, je zonden zijn teniet gedaan.’ Wie was hij dat God zich met hem verzoende in plaats van andersom? Het visioen ging verder zonder dat God hem iets opdroeg of een bijzondere taak gaf.  En hij besefte dat de Eeuwige zocht naar iemand die bereid was, iemand die het antwoord wilde zijn op Zijn prangende vraag. Iemand die net zo graag het volk en de wereld met Zijn liefde wilde bereiken…

Dus toen in de donder Gods stem weerklonk ‘Wie zal Ik sturen?’ twijfelde hij geen moment; ‘Hier ben ik Heer, zend mij!

( Jesaja 6:1-8,  2 Koningen 5, 2 Kronieken 26, Exodus 19: 18-19, Jeremia 1:1-9)

God dringt Zijn wil niet op maar verlangt vrijwilligers die Zijn liefde willen verkondigen. Hij zoekt geen mensen die vol van zichzelf voor Hem uitlopen. Hij zoekt mensen die het antwoord willen zijn op Zijn vraag. Hij zoekt zondige, onbekwame mensen die Hij geschikt kan maken. Mensen die Hij kan zenden. Wat is jouw antwoord?

 “Wie zal ik sturen?”

Hier ben ik Heer, zend mij”

Ik verwerkte dit tekstgedeelte in mijn Illustrated Faith bijbel. Ik maakte de tekening van hoe Jesaja (hoe hij er in mijn hoofd uitzag) op een apart blad en maakte er een printable van. De kleurige achtergrond maakte ik van wateroplosbare krijtjes van Vicki Boutin in combi met een paar leuke stencils. (Ik verdeel de kleuren over het blad en wrijf ze uit met een licht vochtig doekje, met een stencil en een vochtig doekje neem ik dan weer kleur ‘weg’ of met versamagic inkt voeg je extra kleur toe.)

Verder gebruikte ik ook letterstickers en tekst stickers van Tim Holtz; alles voordelig verkrijgbaar via de webshop van @Lucinde (warm aanbevolen :)) Deze maand krijg je bij elke bestelling gratis de printable waarop oa. ‘mijn’ Jesaja en mijn ‘Paulus‘ staan. Je vindt in haar webshop ook nog meer printables en diecuts van mijn tekeningen.

Op instagram vind je meer van mijn creaties. Vragen? Neem gerust contact op!

(Niets van deze website mag zonder mijn toestemming gedeeld of verspreid worden. Bronnen voor dit verhaal, naast de Bijbel zelf, waren oa. de studiebijbel, David Guzik commentary en een studiemap van de ETA)

Omhoog ↑