(On)mogelijk bij God

 

 Wanneer ik ergens stevig van baal moet je niet bij me aankomen met een dooddoener als ‘God heeft vast wat anders op het oog voor je.’ Helemaal kriegel word ik daarvan. Waarom? Omdat daarmee mijn moeite of teleurstelling als een bagatel wordt afgeserveerd en er eigenlijk gezegd wordt ‘Stel je niet aan.’, ‘Ik heb geen zin in sip gedoe dus gedraag je aub weer vrolijk.’ of iets dergelijks. 


Wanneer je iemand wil bemoedigen kan je dat niet even snel snel doen. Bemoedigen en opbeuren doe je door eerst en vooral naast die persoon te gaan staan en hem of haar te laten weten dat je betrokken bent. Wanneer je veel dagdagelijks contact hebt is die betrokkenheid er vaak al sowieso maar wanneer je elkaar alleen maar af en toe op fakebook spreekt kan dat behoorlijk anders liggen. 


Het erkennen van andermans moeite of verdriet is een stap die je, wat mij betreft, nooit mag overslaan. Het toont gevoeligheid en medeleven. Pas wanneer je op dit niveau kan praten met elkaar kan je de ander wijzen op dat wat mooi, waardevol en bemoedigend is. Pas dan heeft het ook echt effect. 


Wanneer God Maria uitkiest om Zijn zoon negen maanden lang bij zich te dragen, te baren en op te voeden, stuurt hij een engel om dat schokkende nieuws op een persoonlijke wijze over te brengen. Ongetrouwd zwanger wezen kon je dood betekenen en anders in ieder geval een leven lang met de nek aangekeken, dus zoiets zet je niet even in een whappje of mail.  Hoe ze dat moet bolwerken in haar eentje?

“Bij God is niets onmogelijk.” Antwoordt de engel haar. 


Maar ze staat er niet alleen voor. Elisabeth ontvangt ook een wonder en daar kan ze voorlopig mee optrekken. God geeft haar iemand die haar begrijpt, iemand die naast haar staat en haar kan bemoedigen met dezelfde woorden als van de Engel. Niet als dooddoener maar als een belofte waar ze op mag vertrouwen.  


Dat vertrouwen wil trouwens niet zeggen dat God altijd in een leuke uitkomst voorziet. Maria moest tussen de beesten bevallen, heeft jarenlang als vluchteling geleefd, werd bij thuiskomst als overspelige aangekeken en ze kon uiteindelijk haar zoon, na een intense lijdensweg, begraven. Vertrouwen betekent dat je je eigen idee van wat goed is leert loslaten en welke uitkomst dan ook accepteert omdat je weet dat Gods wegen ondoorgrondelijk zijn… 




Wanneer jij ergens mee worstelt hoef je dat niet weg te stoppen. Je hoeft het niet te (laten) bagatelliseren. Je mag je twijfel of verdriet hardop erkennen, net als Maria. En daarnaast mag je weten dat bij God niets onmogelijk is en je Hem mag vertrouwen, wat de uitkomst ook zal zijn.  

Martelgrafie – van hel naar hemel

 

 Met 20 mg oxacepam achter de kiezen en gehuld in het lichtblauwe designerpakje van MCH lig ik relatief relaxed in het ziekenhuisbed wat door een zwijgzame broeder door de gangen gehobbeld wordt. Ik ben onderweg naar de afdeling radiologie voor een discografie. Ik heb het koud. Het is een flinterdun dekentje wat mijn zomers geëpileerde benen bedekt. Maar hé, ze zijn glad! En relatief bruin dankzij een stel lampen dus ik hoef me wat dat betreft niet te schamen als ik zo half naakt op een tafel lig. 

“Tot straks” zegt de kerel en hij verlaat me voor de volgende patiënt. Daar lig ik dan. Ik kijk naar de lege rij stoelen rechts van mij en naar de kale muur aan links. Af en toe sloft een verpleger langs en een paar patiënten lopen in en uit de deur waarboven radiologie staat. 

Eindelijk komt een knappe jonge gozer me halen en rijdt me tot naast de CTscan. Voorbereidend praatje, vriendelijke stem, geduldig krijg ik alles nogmaals uitgelegd en de dokter wordt er nog even bijgehaald voor wat vragen van mijn kant. Maar intussen besluiten mijn zenuwen koppig om de oxacepam te negeren en stromen ze met malende gedachten ongegeneerd door mn bloedbaan. Het gaat pijn doen. Dat weet ik, heeft de arts duidelijk genoeg gezegd. En niet zo een beetje pijn ook, verdoven kan niet. 

Hel! Brandende pijn. Een messteek. En weer die vlammen. Ze zouden toch in mn ruggewervel prikken?  En niet met een mes? M’n hoofd in het kussen, m’n handen in mn haar. Letterlijk zowel als figuurlijk. Zoute tranen vermengen zich met m’n mascara en mn tanden bijten zich dwars door het papier vast in de stof eronder. 

Het antwoord komt zonder woorden: ik voel hoe de niet zo dunne naald zich door mijn vlees een weg baant richting de hoogbejaarde discuswervel L5S1.  Nog meer waterlanders.  De naald trekt zich even terug, een stikkend gevoel tot ik besef dat ik m’n adem inhield. Lucht. 

De plank waarop ik lig schuift dieper de scan in om vrij vlot weer terug te keren. Ik hoor stemmen maar ook weer niet. De naald beweegt weer. En nog een keer. En weer een keer. Gezucht en gesnik; ik weet niet van wie welk geluid komt. Een paar handen planten zich tussen de wervels en daar waar de naald mijn lijf binnendringt en proberen de naald te sturen, dwars door huid- en vetlaag heen.  Pijn!

Gewroet, gerommel, intense druk, brandende steken, het gaat eindeloos door. Ik voel me een kind wat onbehoorlijk gestraft wordt en ergens vaag in mijn achterhoofd hoor ik het kleine meisje in mij vragen waarom ik het toesta.  Ze jammert maar haar verdriet wordt overstemd door het gezoem van de CT-scan en de stemmen achter mij. 

Waar ben ik? Wie staat er achter mij? Ik hoor dat ze wat tegen me zeggen maar versta ze niet. Ze zijn te ver weg. Verdoving? Nog een keer? Die mocht ik toch niet? Maar de pijn is allesoverheersend, ik laat ze doen. Gehoorzaam blijf ik zo stil mogelijk liggen maar wanneer ik in mij het brandende staal tegen mn botten voel schrapen trappelen m’n benen als van een klein onmachtig kind.  Het besef dat de echte pijn nog moet komen doet mij me diep in mezelf begraven. Maar ik moet het doorstaan. Ik knijp mn ogen dicht, bijt me vast in het kussen en trek aan m’n haar. 

Elke vorm van tijdsbesef verloren geven ze het martelen ineens op. Met teleurgestelde blik vertelt de beul zacht dat het ze niet lukt. M’n wervels staan te dicht op elkaar, er kan geen naald meer tussen.  Op het moment dat ik wat tissues en water aangereikt krijg besef ik dat ik schaamteloos aan het huilen ben.  

Het is mislukt. Ik mag even bijkomen en word vervolgens de hel weer uitgerold. “U wordt zo weer opgehaald.”  

Ik wil Jurgen. Hij is maar 8 verdiepingen van mij verwijderd maar de afstand voelt hartverscheurend eenzaam. In een vlaag bedenk ik dat ik hem kan bellen maar ik lig hier, in een een kanten boxer en een lik-me-vessie designerjurk met rode ogen en mascaravegen all over the face. 

 

Ik probeer m’n tranen te bedwingen. Dit was de enige manier om te ontdekken of een operatie kon. Het was een laatste strohalm. Moet ik dan maar leren leven met alle beperkingen en pijn? Ik ben 37 en wil nog zoveel kunnen… Ik wil dat Jur me komt troosten. Maar moet wachten op de broeder die me weer naar boven zal brengen. Intussen borrel ik over van zelfmedelijden en een gevoel van intense verlatenheid.

Maar dan is daar een dame van ergens in de zeventig. Witte broek, blauw jasje, sprankelende lach en lieve meelevende ogen. “Ik zie dat het je niet gaat, slecht nieuws gehad? Huilen mag hoor.” En ik huil. Ik huil terwijl zij mijn hand liefdevol streelt en  me zacht troostend toespreekt tot ik eindelijk bedaar. 

“Hoe heet u?” “Carla, Carla van der Zwan.”  

Al zou ik haar naam niet onthouden, ik zal nooit vergeten dat een engel me kwam troosten.  

Ik zat in de hel maar God gaf me een stukje hemel. 

Oorverdovend gefluister 



Ik ben niet vlug boos op leerlingen… Ik doe wel eens boos maar mij er ook zo bij voelen is me in jaren niet overkomen. Maar vandaag was het zover en won eentje de jackpot.  

Dat leerlingen zich een keer storend gedragen is niet raar. Dat doen ze allemaal wel eens. Ze hebben het recht om met vallen en opstaan te leren wat kan en wat niet kan en ook grenzen opzoeken hoort daarbij. 

Wanneer een puber mijn les verstoort toon ik meestal wel geduld maar soms is de maat echt vol, loopt de emmer over, is het genoeg geweest en krijgt de dame of heer in kwestie een standje te verwerken. 

Zo ook vandaag. Minister stoorzender had al een waarschuwing ontvangen en bij het zoveelste gegiebel en gegrap verhef ik enigszins mijn stem en zet hem kordaat op z’n nummer.  

So, bent u ongesteld ofzo?  

Ik wist niet wat ik hoorde… Verbazing, verbijstering en verontwaardiging klonterden samen tot boze proppen die haast oncontroleerbaar door mijn bloedbaan racete.  

Als hij het grappig had bedoeld tot daar aan toe maar zowel de context, als zijn toon en blik  huldden de zinsnede in onbeschofte brutaliteit. 

Mijn wenkbrauwen schoten omhoog, pupillen verwijdden, oogleden knepen lichtjes dicht. Mijn hoofd zette zich in standje hautain en terwijl de klas hoorbaar de adem inhield fluisterde ik dat hij maar beter de klas kon verlaten. 

Blijkbaar communiceerde mijn blik ongekende emoties want met schuldbewust hangende schouders verliet meneer het lokaal. 

Zodra de deur achter zijn gat dichtvalt valt ook mijn boosaardige masker gevolgd door een klassikale zucht van ontlading.

“Mevrouw, ik heb u nog nooit zó boos zien kijken” “Dat u zo rustig bleef?! Die en die had het echt op een schreeuwen gezet.” “U heeft echt zelfbeheersing.” 

Achja…  Zo maak je weer eens wat mee. En voor de ondeugende lezers die zich afvragen of het joch gelijk had; dat wil je niet weten 😉 

Hersteld tot gebroken reflectie

joshua_2002_posterZe was behalve toegewijd ook bijzonder waardevol geweest. Maar gebukt onder de last van wat haar was overkomen kon ze niet anders dan naar zichzelf kijken door een waas van verdriet en pijn. De schoonheid die Hij in haar zag miste ze volkomen ondanks Woord op Woord.  Ze hoorde wel maar besefte niet.  Ze had Hem leren kennen en waarderen, stap voor stap haar vertrouwen gegeven en uiteindelijk dacht ze zelfs van Hem te houden en wilde ze meer. Steeds meer. Meer mét Hem, meer voor Hem.  Ze had zulke mooie plannen voor ‘hun’  toekomst gehad en cijferde zichzelf veel te veel weg.

Maar voor ze zichzelf helemaal kwijt was geweest had Hij geweigerd; alles vernietigend geweigerd. En ze had het niet zien aankomen. Afwijzing, voor de zoveelste keer. Afgedankt, afgekeurd en afgepoeierd.

 

“Ik was die vaas. Die prachtige mooie kristallen vaas.” Duizend scherven hadden stuivend de hoeken van de kamer opgezocht. Bloemstelen waren geknakt en water alle kanten opgespat.  “En dit is wat van mij overbleef.”  Ze was gebroken. “Ik word nooit meer wie ik was.”

Alle hoop op herstel verloren. Nooit meer gevuld met water. Nooit meer drager van iets geurig en mooi. Verwachtingloos. Hopeloos.

 

Nu keek ze naar het onverwachte geschenk in haar handen. Zag in verbeelding Hem ermee aan het werk: hoe hij op  handen en knieën door de kamer had gekropen, hoe de scherven in Zijn kleding haakten en de splinters zijn vingers hadden verwond. Had het Hem pijn gedaan? Was er bloed uit de wonden opgeweld?  Was Hij verdrietig geweest? Had Hij gehuild?  Ze zag Hem aan zijn werktafel zitten met voor zich het hoopje versplintert glas. Hoe lang had Hij zitten puzzelen? Wat had Hij haar aangedaan?  Wat had Hij voor haar gedaan?

 

Voorzichtig gleden haar vingers over de kunstige creatie. Het postpakket had geen afzender vermeld maar het kon niet anders dan dat dit Zijn werk was: speelse doch doelgerichte lijnen, scherpe kantjes deels weg gevijld, deels functioneel behouden.  Er lag een pittige en misschien zelfs uitdagende flonkering in de vele hoekjes waarin het zonlicht vernuftig werd gevangen.  Datzelfde licht brak in de kern van elke scherf in een waaier van kleuren uiteen. Elke bolling werkte als een lens en terwijl de weerkaatste kleuren om haar heen schitterden als een hoopvolle regenboog keek ze naar het dansende figuurtje in haar handen.

Ze zag zichzelf.

 

De vaas zou nooit meer water dragen maar het glas zou altijd het Licht weerkaatsen.

 


(Geïnspireerd door twee fragmenten uit de film Joshua - fragment 1 ongeveer vanaf 1:09:00 - 2 vanaf 1:14:00)
joshua figuurtje

50 tinten veroordeling

fiftyshadesofgreyZucht. Het gaat op sociale media weer flink tekeer. Wat is christelijk en wat niet? Moet je de boeken van 50 tinten grijs nu ritueel verbranden (nadat je ze stiekem toch gelezen hebt)? Of is de film de grootste heiligschennis (en moet je er dus vooral met ongelovige vriendinnen naartoe)? Zijn christenen zondig als ze zich hiermee inlaten? Zijn mensen zowat verdoemd tot de hel wanneer ze enig seksspeeltje in huis halen?  Moeten wij christenen onze wereldse vrienden en vooral vriendinnen bestoken met commentaar, veroordeling en een heleboel linkjes waarom we vooral gelijk hebben in het verafschuwen van dit soort verderfelijkheden?

 

Nou, ik vond de boeken eerder vermakelijk dan verderfelijk. Ik snap heel goed dat niet iedereen dit type schrijfsels zal waarderen, al was het maar om de stijl, zo niet het onderwerp.  (Zo heb ik een hekel aan Baantjerboeken of politiek getinte verhalen. Jakkes!)  Eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat ik bij de zoveelste seksscène in het 1ste boek ook zoiets had van “Ja, dat weet ik nu wel.”  (of “liever niet”  XP) Maar voor wie de 50 grijstinten NIET gelezen heeft:

De hoofdpersonen zijn beide flink beschadigd door seksueel misbruik tijdens hun jeugd en elk hebben ze hun eigen gebrekkige wijzen ontwikkeld om hiermee om te gaan.  Wanneer ze elkaar ontmoeten – en de vonk springt over – moeten ze een manier zoeken om naar elkaar toe te groeien.  Geld en luxe is er in overvloed maar helpt geen meter in hun zoektocht. Het psychologische ABCtje van geluk (autonomie, betrokkenheid en competentie) komt in allerlei varianten aan de orde terwijl het stel met veel vallen en opstaan zich een weg baant uit eenzaamheid en gebrokenheid.  De dynamiek van elke identiteit speelt en balanceert continue met de maakbaarheid van relaties en geluk. Het hele seks- en bdsmgedoe is veel minder hedonistisch dan in media geschetst al neemt het eerlijkheidshalve wel een  prominente plek in. Enerzijds omdat het verhaal juist gaat om beschadigd (seksueel) vertrouwen en herstellende / groeiende seksualiteit en anderzijds omdat seks gewoon leuk en spannend is en niet zonder liefde kan. Trouwens: de oplettende lezers merken dat de hoeveelheid seks mindert naarmate het verhaal vordert en dat de liefde steeds meer vaste vorm krijgt.  …

 

Ik heb er geen probleem mee wanneer er mensen zijn die vanuit (christelijke geloofs)overtuiging vinden dat seksualiteit niet zo openlijk beschreven of getoond mag worden en dat ze deze boeken en film daarom afkeuren. Dit zijn dan – in mijn verbeelding – vooral de dames en heren die nooit tv kijken en duidelijke kledingnormen en omgangsvormen voor zichzelf hanteren. Deze dames en heren zul je op vakantie waarschijnlijk ook nooit een (historisch) romannetje of chicklit zien lezen (denk ik zo). Want in elke film, serie of roman wordt tegenwoordig gezoend, vreemdgegaan, gevreeën, is er seks buiten het huwelijk om en/of lopen schaars geklede dames rond … en dat kan dan allemaal niet. Maar nogmaals, al deel ik deze visie niet, ik heb respect voor hen die deze keuze maken en de consequentie ervan dragen.

 

 

Waar ik wel een probleem mee heb zijn de 50 tinten veroordeling die de rondte doen, vooral van mensen die zich christen noemen. Christendom komt daarmee, jammer genoeg, in een heel narrow minded hoekje. (Narrow minded = kneuterig, bekrompen, kleinzielig, burgerlijk, benepen.) Terwijl de meeste christenen toch echt wel aan seks doen en ook speeltjes in deze hoek niet iets onbekend is (of hoeft te zijn)…

 

Ow, de film heb ik (nog) niet gezien. Daar kan ik dus weinig over zeggen qua seksdramatiek.

Noot achteraf: ik ben wel van mening dat niet alle typen boeken of films voor iedereen even ‘gezond’ zijn. Een alcoholist serveer je beter geen biertje net zomin als een kind of iemand die de Bob is ofzo. Maar dat wil niet zeggen dat niemand alcohol mag nuttigen of dat het per definitie altijd fout is om ‘iets’ te drinken. Dito voor boeken, films en seks…

Gevalletje ‘ gescheiden ouders’

lvb leerlingBij voorbaat mijn excuus voor deze titel. Maar had ik je aandacht?  Voor je me gelijk afdoet als een ongevoelig en tactloos wezen: Hear me out!

Dat mensen die ooit dolverliefd waren ervoor kiezen te scheiden is ronduit een drama voor ze. De bende van afwijzing, teleurstelling, verwarring, ruzie en frustratie heeft als een kankergezwel de bron van liefde en romantiek geïnfecteerd, beetje bij beetje verdrongen en na een slopende periode het gelukkige huwelijk uitgeschakeld. Dit is vreselijk voor beide partijen. Daar doe ik niets aan af!

Uit elkaar gaan is afschuwelijk, het is een tragedie voor wie eraan ten prooi valt. Maar de échte slachtoffers in het geheel zijn de kinderen. En nee, ik vind niet dat je bij elkaar moet blijven ‘om de kinderen’. Daar doe je niemand een plezier mee en de kinderen nog wel het minst. Ik wil ouders niet beschuldigen, noch het cliché aanboren dat kinderen schuldig denken te zijn, moeten wennen, hun veiligheid kwijt zijn en blablabla. Dat weten we allemaal, toch?  Dat het nageslacht een flinke tik meekrijgt van de echtscheiding is zo een beetje algemeen goed. Niet leuk, maar hé daar groeien ze wel overheen … of niet?

 

Een tijdje geleden besprak ik in havo 4 het thema ‘langdurige relaties’. Alle pubers gaven aan ooit een langdurige relatie te willen. Op 2 na wilden ze allemaal liever trouwen dan ‘blijven samenwonen’.  Maar GEEN van allen had het idee van huis uit mee te krijgen hoe ze aan een langdurige relatie moesten werken.

Trouwen is niet iets wat je 1x doet om je daarna veilig te wanen. Trouwen is een levenslang proces van elke keer weer kiezen voor elkaar. Trouwen is een werkwoord.  Maar wat gebeurt er met de kids als ouders hun ontslag bij elkaar indienen?

 

Beseffen we anno 2015 écht hoe het voor kinderen is? Hebben ouders werkelijk door hoe diep de pijn, afwijzing en verwarring hun kinderen raakt?  Ik vraag het me af. Soms denk ik dat we ons te graag verschuilen achter de façade van de moderne maatschappij, achter de utopie van maakbaarheid.

Al mijn leerlingen (om en bij de 300 stuks op dit moment) houden voor zichzelf een portfolio bij: een levensbeschouwingboek. Aan de hand van allerlei opdrachten leer ik ze stap voor stap naar zichzelf en anderen te kijken, hun gevoelens en gedachten in kaart te brengen, hun eigen denken en doen onder de loep te nemen.  Alles schrijven ze op in hun schrift, wetende dat ik de enige ben die het leest. Het verdriet wat ik zo meekrijg is vaak schrijnend.

 

STOP! Denk nu niet “Ja dat zal vast!” of  “Wat zielig.”  Niet gelijk er overheen lezen en laten passeren!!  Het is méér dan gewoon zielig, sneu of verdrietig. Het is godgeklaagd! Sommige ouders hebben werkelijk geen idee hoe hun kind, zelfs jaren ná de scheiding, nog treurt, zichzelf in slaap huilt, zegt dat het ok is maar ondertussen …

Het ergste is de onderlinge haat en nijd. Opmerkingen over de ‘ex’ die eigenlijk net onder de gordel zijn, het geklaag en gezeur over de ander, de rollende ogen of sprekende blik wanneer het kind iets vertelt over wat de ander zei. Ex-partners blijven hun leven lang (onbewust mag ik hopen) afgeven op de ander en vergeten dat ze daarmee eigenlijk ook afgeven op hun kind.  De kanker van afwijzing ettert door in het hart van het kind. Niet dat deze dat altijd laat merken hoor, daar zijn kinders te loyaal voor. En vraag je het ze: dan zullen ze glashard ontkennen om jouw gevoel te sparen.

  • “Ze hebben niet door dat ik me nog steeds vaak in slaap huil.”
  • “Ik heb een foto van hun trouwdag verstopt en vaak kijk ik daar nog even naar.”
  • “Ik ben blij dat ik haar (nieuwe vriendin van papa) maar 2 weken in het jaar moet dulden. Wat een rotmens.”
  • “Dan zijn ze weer eens boos op elkaar, moet ik alle verwijten aanhoren in de auto, maar tegen elkaar zeggen ze niks. Elke keer weer denk ik dat ik de volgende keer als een bom ontplof maar dat gebeurt nooit.”
  • “De ene week ben ik bij mama en de andere week bij papa, maar mama is altijd boos omdat mijn fiets niet in de auto past. Maar die heb ik wel nodig voor school. Ik kies er toch niet voor om heen en weer te reizen?”
  • “Als papa mij iets wil zeggen mailt hij het. Ik haat dat.”
  • “Als mama iets lelijks zegt over mijn vader heb ik altijd het gevoel dat het over mij gaat. Ik doe alsof het me koud laat maar het maakt me heel somber.”
  • “M’n moeder is ’s avonds helemaal moe van haar werk en gaat na het eten gelijk naar bed. Ik heb nooit iemand om mee te praten of gewoon om samen dom tv te kijken.”

 

In deze samenleving waarin kindjes nogal eens als afgod worden gezien zijn er veel te veel pubers die volwassen geacht aan hun lot worden overgelaten. En dan vinden ouders het raar dat ze geen motivatie hebben om te leren of dat ze zich afreageren in drankmisbruik en/ of wangedrag.

De uitzonderingen daar gelaten: wanneer leerlingen probleemgedrag vertonen, zich brutaal en ongepast gedragen, het ene na het andere onnodig lage cijfer halen,  … ,  dan klinkt ‘gevalletje gescheiden ouders’ vaak eerder realistisch dan ongepast.

Van kijken naar een ander groei je zelf geen centimeter.

every time

Je eet geen chocoladecake om daarna de calorieën te berispen… 

Je weet pas hoe de vrucht van de Geest proeft als hij door de fruitpers  gaat…

Je wacht niet met bidden tot de verleiding aan de deur staat, je bidt vooraf dat je haar kan weerstaan…

Het maakt niet uit waarom ellende je overkomt; of het een test van God is, of je zelf de oorzaak bent, of dat iemand jou … het gaat er niet om waar de storm vandaan komt, het gaat erom dat je je erin staande houdt. 

  

Joyce Meyer had vanmorgen weer een paar sterke oneliners. En ja, ik weet dat er behoorlijk wat kritiek rust op haar persoonlijkheid en leer. Ik weet dat de roddels ook de deuren van vele christenen niet voorbij gaan. Ze zou niet theologisch genoeg geschoold zijn … zwemmen in het geld en zelfs een eigen privéjet hebben … ze zou teveel van leer zus en zo zijn …  

Hoewel ik haar theologisch zwak vind en haar preken soms teveel naar welvaartsleer vind neigen:  wees eens eerlijk, wat weten jij en ik werkelijk van haar dat we haar karakter of levensstijl kunnen veroordelen omdat haar leer niet in ons straatje past?  

En voor je haar ‘pakt’ op domme of zelfs ketterse oneliners: elke predikant heeft wel eens (of vaak) een vreselijke preek, zegt wel eens iets waarmee hij of zij de plank volledig misslaat. (Luther wordt ook niet compleet afgeserveerd omdat hij ooit beweerde dat je aan de brede heupen van de vrouw kon zien dat ze gemaakt was om thuis te blijven en kinderen te baren.)  Geen enkele spreker is bij iedereen geliefd en als het om gelduitgaven gaat: manlief hier dacht er ooit een keer over om een hele oude sloopversie van een Porsche te kopen om hem op te knappen, dit wilde ik niet vanwege ‘wat er gedacht zou worden’ als dat ding eindelijk – ooit – een keer glimmend op de oprit zou staan… “We weten in ieder geval waar de collecte naartoe gaat.” Ondertussen heb ik geleerd dat wat je ook doet mensen (ook christenen) altijd wel iets vinden om over te roddelen … nu wordt er hoogstwaarschijnlijk geklept over het feit dat we ‘zo luxe’ op vakantie gaan. Laatst zei iemand me:  “Goh, ik had ook dominee moeten worden.”  mijn repliek:  “Of docent, want ik verdien meer.”  (En ik krijg ook nog meer vakantie, een dertiende maand én een kerstpakket, maar dat terzijde.) Je kan niet in andermans portemonnee kijken, hoe graag je dat ook wil. Als je kritiek zoekt, zal je die altijd vinden…     

Wanneer Paulus in zijn brief aan de Korinthiërs (1:10-12) zegt dat we geen aparte groepen moeten vormen, niet allemaal iets anders over het geloof moeten zeggen en vooral niet moeten zeggen dat we helemaal van die of van die zijn, zegt hij dat niet voor niks. In het geloof moeten we geen goeroes najagen. Natuurlijk kan je een lichte voorkeur (noem het ‘klik’) hebben voor wat betreft spreekstijl of persoonlijkheid. Maar laat het daarbij. Elke bijbelleraar heeft zo zijn stokpaardjes en zijn manier van doen, maar wees je bewust dat het ‘feel good’-aspect bij een preek meer iets zegt over jezelf dan over de spreker. Moet je je iedere keer wel  zogenaamd gezegend voelen na een preek? Laat een écht goede preek je soms niet vreselijk miserabel voelen? Is welvaart en voorspoed altijd een zegen?   

Wat wij mensen als zegen ervaren kan soms juist een vloek zijn, de storm die wij als vloek ervaren is heel misschien wel een zegen … 

Gelukkig maakt het niet uit of het zegen of vloek is: als we ons maar staande houden, als we zelfs onder druk de smaak van de vrucht maar tot uiting kunnen laten komen, als we onszelf maar meer onder de loep durven te nemen dan anderen.

 

Het kind moet niet met het badwater weggegooid worden, al is het badwater nog zo smerig. Dus wat je vanmorgen ook voor preek hoorde, hoe goed of hoe slecht je de spreker vond, wat vond je van de inhoud? Wat doe je met de preek van vandaag om te groeien in discipelschap? Of zelfs al ben je nergens geweest: hoe kan Gods Woord jou geestelijk helpen groeien? 

Nog zo een quote van Meyer:  Het is niet erg om nog niet volgroeid te zijn … als je maar blijft groeien.   En met het kijken naar een ander groei je zelf geen centimeter… (mijn quote)   

Het leed wat ‘seksueel actieve puber’ heet

redenenvoorseksVrolijk om elkaar heen dansend stonden ze daar. Enthousiast alsof ze net een trofee hadden behaald. “Zullen we het haar vertellen” “Nee, joh, nee!” “Waarom niet, kom op?!” Met een smile van oor tot oor laten ze me duidelijk merken een geheim te hebben. Natuurlijk hap ik. “Nou, vertel, wat is er aan de hand?” “Nee, het gaat over X, het is veel te erg om te vertellen!” Het wordt gezegd met een overdreven stuiterende glimlach. Nietsvermoedend zeg  ik ze nogmaals  “Kom op nou, wat mag ik niet weten?” “Nou, als we allemaal 1 zin vertellen, ik ga het niet alleen zeggen…” De 15jarige 3de klasser wipt van het ene been op het andere terwijl hij zijn klasgenoten opjut om samen hun geheim te verklappen.

En dan komt er een verhaal wat me met m’n oren doet klapperen. Slechts  één keer eerder in 12 jaar onderwijs was ik zo van m’n stuk… Destijds was het omdat een 16 jarige dame huppelend m’n lokaal betrad met de enthousiaste mededeling: “Juf, Juf, ik ben dit weekend ontmaagd op de toiletten van Sixflax.” Slik. Daar sta je dan als docent. Al je goed fatsoen, al je normen en waarden, je complete voorbeeldfunctie wordt á la minuut zwaar op de proef gesteld.  “Oh … zo … Euh, tja, wat vond je ervan?” “Helemaal geweldig juf! Ben zo happy!” “Euh, tja, nou, fijn voor je.”

Nee, ik geef dan geen moralistische preek. Nee, ik wijs dan niet op voorbehoedsmiddelen op eigenwaarde of het belang van liefde. Dat zou geen enkel nut hebben.  Liever hou ik de deur van vertrouwen open voor als er iets ergs is …

 

Wat de heertjes me deze week te vertellen hadden was een ware test voor wat betreft mijn psychologisch inzicht,  mijn  reactievermogen en mijn vermogen om zowel empathisch als tactvol als onderwijzend en terechtwijzend te reageren in één. Zucht. A la minute was ik zomaar middenin een mijnenveld beland.

Waar het over ging? Ik zal u de details besparen maar de één had met een grietje gezoend, haar laten vallen, leerling X had haar opgeraapt en ze hadden ergens op een bed van alles uitgevreten…Weer een andere dame had ‘geslikt’ – dat wilden alle meiden toch? En ow ja, leerling X had in de whappgroep van de heren ondoordacht de details van zijn en haar uitvreterij gedeeld. De knullen waren veranderd in hormonaal gefrustreerde haantjes, pikkend op die ene kip…

Even een waas voor m’n ogen. In mijn achterhoofd alarmbellen voor wat betreft de kwetsbaarheid van de dames in kwestie. Voor mij de schaamteloos klikkende pubers. “Waarom vertel je mij dit? Sowieso, dit vertel je toch niet aan een leraar?” “Ja, maar u bent anders. “ “Hoe gaat het nu met meisje Y? Hebben jullie wel door hoe kwetsbaar meiden zijn?” “Ja maar meiden willen dat! Ze willen gewoon slikken” *handgebaar*   … “Sorry hoor, maar weet je hoe dit voor meiden is? Heb je enig idee?” Geen antwoord. “Nou, wanneer je ’s avonds weer bezig bent, hé, vang je kwakje dan eens in een kopje op en slik het zelf door!” –Verbijstering daalt neer – “En dan moet je weten dat je nog niet de smaak van een ongewassen piemel proeft die overdag diverse keren naar wc is geweest  en waarvan de druppels nog tussen het vel plakken.”  – Blikken van afgrijzen –   …

 

Ze zijn 14 en 15 maar seksueel meer dan actief. Ik voel me oud. Toen ik in 6 VWO zat, in een klas met ruim 20 dames en 2 heren, waren er maar 2 dames met ‘het’ bezig … de rest vond dat een schande.  Wat is de tijd veranderd. Ze proberen alles uit, ouders hebben geen idee waar hun kinderen mee bezig zijn. En dat zijn het: kinderen. Kinderen met onvolwassen gedachten, hun sociaal-emotionele ontwikkeling nog verre van voltooid, hun vermogen tot doordacht handelen stuiterend als een ongeleid projectiel tussen de gierende hormonen.

 

En we moeten het allemaal maar normaal vinden … ??

 

 

 

 

Noot: Er volgden uiteraard meer (individuele) gesprekken, er is meer gezegd en gehoord dan hierboven geschreven en ook de meiden ontvingen de nodige zorg.  Vanwege privacy is eea inhoudelijk aangepast.

Bron Foto

Science of happiness

Over een paar weken mag ik mijn 4 havo leerlingen lesgeven over ‘geluk’.

Notabene ik… Ik die overgevoelig ben geweest voor somberheid en depressie. Ik met de burn out van nog maar een paar jaar geleden wat het zwaarste dieptepunt ooit was. Ik die er 35 jaar over heeft gedaan om eindelijk een soort van gelukkig te kunnen zijn met mezelf.

Gelukkig met mezelf – dat maakte echt ’n verschil! Tussen haakjes, ik heb het nu even over hoe ik ben, inclusief kwaliteiten zowel als valkuilen. Qua uiterlijk ben ik ‘iets’ minder gelukkig 😅. Dus wie mij wil sponsoren voor wat cosmetische ingrepen kan zich direct melden: ik ontvang u hartelijk. Nee, grapje (niet echt maar toch 😅).

Anyway… Ik mag lesgeven over geluk en over dat wat je gelukkig maakt. Een gedegen voorbereiding was en is dus op z’n plaats. Zo kwam ik tijdens wat onderzoek terecht bij een prachtige reeks filmpjes van Science of happiness waarbij op semi-wetenschappelijke wijze uitgezocht en getest wordt wát een mens nou gelukkiger kan maken. En rara 1 van die filmpjes benadrukt het belang van ‘dankbaar zijn’ als geluksverhogend aspect.

Dus wat ga ik mijn stuudjes leren? Het belang van ‘Je zegeningen tellen’! Nou zo zou het in tale Kanaäns weerklinken… Ik verpak het uiteraard iets anders.

Maar denk nou eens zelf: hoe kan je dankbaarheid aanleren? Hoe train je jezelf om je dankbaarder te voelen? Hoe moet dat, je zegeningen tellen? Het klinkt veel simpeler dan dat het in werkelijkheid is…

Wanneer je geluksgevoel je in de steek laat is het helemaal niet zo vanzelfsprekend om een lijstje te maken van alles waar je wél dankbaar voor kan zijn. En zelfs als het je lukt om zo een waslijst aan kleine dingen op te schrijven… Wat dan nog?

Afgelopen weken heb ik menigmaal liggen janken, gillen, kronkelen en kermen van de pijn. Wanneer de pijn daalde tot een min of meer ‘verdraagbaar’ niveau kon ik vaak niets meer dan alleen maar liggen. Soms kon ik niet eens uit bed om naar wc te gaan. De pijn vermorzelde haast elk grammetje geluksgevoel. En toch was daar mijn echtgenoot die me troostte, waste, mij m’n medicatie toediende, het huishouden overnam… Zoon 1 ondersteunde hem en mij waar hij kon. Wanneer manlief weg moest voor z’n werk was het mijn zoon die me uit bed tilde en me naar de badkamer hielp… Zoon 2 kwam regelmatig even bij me op bed zitten, leidde me wat af, maakte me lekkere broodjes, thee of wat anders. Tijdens de pijnaanvallen was het onmogelijk om ‘dankbaar’ te zijn… Ik moest de pijn zien te overleven… Maar wanneer het ook maar kon bleef ik mezelf en hen benadrukken hoeveel mazzel ik met ze had. Ik appte erover, blogde erover, vertelde het aan iedereen die me vroeg hoe het ging. En belangrijk: ik bleef het tot in detail aan mijn 3 heren benoemen. “Dank je dat je me (weer) tilt.” “Dank je dat je de moeite neemt me te wassen.” “Dank je dat je naast al je werk ook zoveel voor mij doet.” Dank je voor …

Dankbaarheid zit hem niet in het maken van een zegeningenlijstje. Dankbaarheid zit hem in het elkaar benoemen wat je waardeerde en waarom, in het vertellen wat het met je doet en deed, in het openlijk erkennen en accepteren dat de ander je aanvult waar jij niet meer kan…

“Tel je zegeningen 1 voor 1.” Klinkt zo wel heel anders hè?

Kijk vooral het filmpje van Science of Happiness wat me inspireerde. Voer eens dezelfde opdracht uit: neem een persoon in gedachte die belangrijk voor je is en schrijf een kantje vol met waarom precies. Benoem karaktereigenschappen waar je van houdt, acties die je waardeerde, wat je ziet aan inzet en moeite voor jou … Beschrijf niet 1 tekortkoming tenzij het er een is waarvan je geniet…Noem voorbeelden en hoe jij je daarbij voelde. Schrijf een heel kantje vol en eventueel meer als dat je lukt.
En dan… Bel die persoon op of meet hem of haar face to face om alles wat je schreef voor te lezen. Uit je dankbaarheid!

Pijn, verdriet en omstandigheden zullen er niet door verdwijnen, maar je geluksgevoel heeft behoorlijk meer kans van overwinnen. Dit was duidelijk te merken aan de proefpersonen in het filmpje.

Maar ik kan het je ook uit recente ervaring zeggen: het is best gek om te huilen van de pijn maar op een rare aparte manier toch gelukkig te kunnen zijn.

Try it!

IMG_5009.PNG

Als een dief in de nacht

Onze samenleving verarmt in hoog tempo. Ik schrik van de hoeveelheid discriminerende en rascistische opmerkingen die te pas en te onpas weerklinken uit zogenaamd zelfbehoud.
Je kan ook haast niks goed meer doen of er wordt gezocht naar het addertje onder het gras. De zoektocht naar persoonlijke vrijheid en eigen recht neemt dramatische proporties aan en verplettert het beetje participatiegedrag wat onze samenleving nog rest. … Het recht wordt steeds vaker in eigen handen genomen, emoties escaleren in dreigende taal en gebalde vuisten.
“Handen af van onze…” is de leuze die met priemende vingers en verwijtende blikken wordt gecommuniceerd.

Kleine zowel als grote momenten die de bedoeling hadden om plezier en samenhorigheid te brengen worden bedolven onder onbezonnen taal, achterdocht en zelfs haat of geweld.

Triest. Waar gaat het met onze maatschappij naar toe? “De maatschappij dat ben jij” was ooit een leuze. Er niets tegen doen, is wat mij betreft hetzelfde als meedoen. Maar hoe je je steentje bijdraagt ten goede of ten kwade kan niemand voor een ander bepalen.

Denk er eens over na… In wat voor maatschappij wil jij leven en hoe kan jij bijdragen aan de verwezelijking ervan?

Jaren geleden wist mijn broer het dramatisch heersende gedrag te vangen in een sinterklaasgedicht. Haat, homofobie, geweld… Alles wist hij erin te vangen.

Het gedicht op zich vond en vind ik behoorlijk grappig … Lees het op z’n Vlaams, lees de humor en tegelijk de tragiek:

Als een dief in de nacht.

’t is 5 december midden in de nacht,
ik lig in bed, de klok tikt zacht,
’t is 4 uur, ik maak me kwaad,
ik kan nie slapen, ‘k weet geen raad.

Plots, opeens en onverwacht,
gepiep, gekraak, geluid heel zacht.
Een voetstap, gebonk, een deur uit het slot,
Miljaar deju, iemand in mijn kot!

Een rover, bandiet, misschien de buren,
ik sluip, ik waak en zit te gluren.
Een donkere schim, een bruin gelaat,
Miljaar deju het is een Kroaat!

Ik vlieg erop en molesteer,
ik sla, ik schop en hij gaat neer.
Langs mij staat nog een illegaal,
‘k bewerk zijn smoel met nog meer kabaal.

Hij gaat neer en ik trap hem na,
hij brult en tiert en schreeuwt “Mamaaa”.

En dan staat daar een ouwe vent,
Bejaard, seniel en incontinent.
Hij zwaait en zwiert met ’n wandelstok,
’t is een janet: hij draagt een rok!

Ik denk, ik peins, wie is die vent?
Die baard, die jurk, ik heb hem gekend…
Miljaar de dieu, ik ken die dwaas,
’t is nondedoeme de Sinterklaas !

IMG_4972.JPG

Omhoog ↑