Is ‘in de kont boren’ nou normaal?

Mijn vorige blog doet het misschien vermoeden… dat onderwijs alleen maar geweldig mooi is. Dat je als docent onwijs veel kan bijdragen en dat er zoveel mooie krenten in de pap zitten.

Maar het is tijd voor de andere kant van het verhaal. Het is soms ook afzien. Al zitten er vaak heerlijke krenten in de pap, soms is de pap vreselijk zuur en smerig.

Deze week spendeerde ik op mijn vrije dag maar liefst 4 uur om een nieuw lesprogramma in elkaar te draaien. Iets vernieuwend, iets activerend, iets leuk en tegelijk ook leerzaam. Iets anno 2022.

Het werd een Kahoot-achtige LessonUp-les met heel veel actieve vraag-elementen waarbij leerlingen via hun mobieltje mee konden doen. Er waren sleepvragen; dan moeten ze vakjes naar het juiste kernwoord slepen. Er waren invulvragen, vragen waarbij ze konden gokken, ik had er zelfs mogelijke toetsvragen in verwerkt. En dat laatste wisten ze – ze mochten zelfs screenshots nemen als extra hulp voor bij het leren.

Je zou denken dat ze het leuk vinden. En dat ze dan meedoen… er de aandacht bij hebben. Tenminste, dat had ik wel verwacht. De afgelopen 5 jaar kreeg ik met dit soort lessen alleen maar heel positieve feedback van ‘mijn pubers’ . Maar deze keer liep dat anders. Ik worstelde me door de lessen heen. Ik bleef waarschuwingen uitdelen en ik werd steeds meer een politie-agent in plaats van een docent. Mijn humeur daalde tot een dieptepunt.

Gelukkig konden de laatste twee klassen van de dag de werkvorm wel waarderen en deden zij actief, enthousiast en gezellig mee. Dat maakte in ieder geval dat ik de dag niet negatief eindigde. Dacht ik. Maar ik had te vroeg gejuicht.

Uitgeteld na zo een lange lesdag gevolgd door 1,5 uur file plofte ik thuis op de bank… ik dacht even lui te scrollen door mijn socials. Fout.

‘U bent mijn docent – zal ik u in de kont boren?’

Deze reactie op 1 van mijn domme TikTok-filmpjes had ik niet verwacht. In een reflex verwijderde ik hem. Had iemand dit gezien? Wat moeten mensen wel niet van me denken? Hoe lang stond dit er al op? Geef ik zo slecht les? Heb ik zo weinig feeling met mijn leerlingen dat ze dit als reactie posten?

Wat bezielt een puber om dit naar zijn lerares te schrijven? Hoe fout loopt de opvoeding dan? Of hoe fout heeft de maatschappij dit kind behandeld dat hij denkt dit openbaar te kunnen schrijven? Of hoe ziek is dit kind zelf? Of … hoe fout doe ik het voor de klas?

Uiteraard was het een anoniem account. Uiteraard heb ik dat account gerapporteerd. En uiteraard doet TikTok daar niets mee.

Ik heb direct ook mijn TikTok naar privé omgezet. Ik verwijderde ook gelijk de laatste tich posts. En ik twijfel nog steeds om mijn TikTok account helemaal te sluiten. Ondank de lol die ik eraan beleef. Ondanks de leuke contacten die je op dit platform hebt.

En ik ben met heel bewust dat dit precies dezelfde reactie is als iemand die fysiek wordt aangerand; je zoekt de schuld in eerste instantie bij jezelf. Je gaat zoeken naar waar jijzelf steken hebt laten vallen. Terwijl niets of niemand een dergelijke (verbale) aanranding kan vergoelijken.

Het is zelfs strafbaar. En wat doe ik? Ik zoek de schuld bij mezelf. Waanzin.

En in mijn achterhoofd vraagt een gemeen stemmetje zich af ‘Als dit onderwijs is, kan ik dan niet beter stoppen?’

Als je ‘maar’ vmbo doet…

Omdat ik maar vmbo doe wil dat niet zeggen dat ik minder mijn best doe!”

Zo, dat kwam er even fel uit. De frustratie druipt ervan af. Uitdagend gaat haar kin omhoog, schouders gaan naar achter en de armen over elkaar.

Voor ik verder ga; je weet bij dit soort blogs van mij nooit of het daadwerkelijk over een jongen of meisje gaat. Of over een persoon die zich anders identificeert. Want ik verdraai de feiten zo zodat de boodschap van het verhaal wel duidelijk wordt, maar dat het onmogelijk is te achterhalen over wie het feitelijk gaat. Privacy noemen ze dat.

Maar ze (of hij) zat daar dus in mijn klas even heel defensief te wezen. Het is mijn tweede lesdag op deze school maar de eerste keer dat ik voor deze dames en heren sta. Onmiddellijk krijgt ze bijval; “Vmbo is misschien een lager niveau maar we doen ook maar gewoon ons best.”

Ik weet al niet meer wat de aanleiding was tot deze uitval. Maar ik heb overduidelijk een snaar geraakt. “Wie denkt dat je minder je best doet omdat je maar vmbo doet?”

“Mijn vader! Want mijn broer doet havo en als hij een 6 haalt is dat zo erg niet, maar wanneer ik een 6 haal is dat omdat ik altijd op mijn telefoon zit.” Terwijl ze dit met rollende ogen zegt maken haar vingers de beweging voor haakjes – om extra duidelijk te maken dat ze zich niet serieus genomen voelt en dat ze helemaal niet altijd op haar telefoon zit.

Ik haal even adem. “Tjonge.” Zeg ik. En ik laat een stilte vallen. “Willen jullie weten wat ik denk over vmbo?” Er wordt voorzichtig doch onhoorbaar geknikt. En ik zie dat een aantal wat rechter gaat zitten, alsof ze zich klaarmaken voor een vernietigende klap.

“Vmbo is niet lager geschoold. Het is praktisch geschoold. Vmbo betekent niet dat je dom bent. Helemaal niet. Ik denk dat een heleboel ‘hoog’ geschoolden – nu maak ik die haakjes beweging met mijn vingers- geen idee hebben hoe je een cv reinigt en controleert, of wat er aan mijn auto mankeert wanneer er lampjes gaan branden. ‘Hoog’ geschoold is vooral met je neus in de boeken. In theorie weet je het dan wel allemaal, maar dat hoeft niets te zeggen over de praktijk.

En to be honest; dat hele idee dat hoger opgeleid (weer maak ik die haakjes) beter zou zijn en betere banen levert is dikke flauwe kul. Want deze samenleving heeft een groot tekort aan mensen die praktisch opgeleid zijn en weten wat ze moeten doen. We hebben mensen tekort aan de bedden in de ouderenzorg, we hebben op alle fronten mensen tekort in de bouw en als mijn vaatwasser stuk is moet ik drie maanden wachten voor er een monteur is die tijd heeft om dat ding te repareren.

Vmbo is praktisch geschoold en onze maatschappij heeft het inderdaad nodig dat jullie je best doen. Simpelweg omdat we jullie nodig hebben. Heel hard nodig.”

Even is het stil. De eerste scheuren in de muren van hun verdediging worden zichtbaar. Tenminste dat hoop ik. En dan piept er een stemmetje…

“Wilt u dit ook een keer tegen mijn vader zeggen?”

Een nieuwe baan – met volle angst vooruit!

Solliciteren … ik had de keuze … ik moest niet weg waar ik zat. Ik zat er al 15 jaar… Maar heel erg naar mijn zin had ik het er al even niet meer. Begrijp me niet verkeerd, ik heb erg leuke collega’s en de leerlingen zijn oprecht lieve schatjes. Maar 15 jaar op dezelfde plek heeft wel het risico dat je vastroest. Roest in je eigen manier vandoen, maar ook roest in het maar accepteren dat alles loopt zoals het loopt. En vooral dat laatste werd een dingetje. Ik merkte dat ik steeds vaker met tegenzin opstond. Het oneens was met bepaalde beslissingen. Al moe werd bij de gedachte aan bepaalde vergaderingen … en dat er een soort onvrede in me borrelde. En dat terwijl ik lesgeven oprecht 1 van de leukste dingen vind!

En ergens viel er op een bepaald moment een druppel. Of een muntje … tis maar hoe je het bekijkt. Ineens was ik er klaar mee om altijd maar voor de veilige en gemakkelijke weg te kiezen. Ineens besloot ik dat ik niet wilde hangen in iets wat me aanzette tot chagrijnen. Ik was ook klaar met mezelf. Een proces van wikken en wegen begon; vaste baan opzeggen of niet?  Helemaal stoppen in het onderwijs en ga ik vol voor mijn bedrijf, of doe ik iets minder zus en meer zo …? En ik hakte de knoop door…

Impulsief als ik ben gooide ik er gelijk een heel stel sollicitatiebrieven uit. Boy wat heb ik onderschat hoeveel energie dat solliciteren kost! Vooraf dacht ik ‘Er zal vast niets leuk te vinden zijn’ en ‘Wie wil mij nou?’ … Vlak voor en in de meivakantie werd het even heel benauwend. Ik werd op meerdere plekken uitgenodigd voor een gesprek. En op meerdere plekken ervaarde ik een klik en bleek dat wederzijds … Op 1 van de scholen liep ik ook twee lessen mee, en uiteraard maakte ik op ‘Sara’s wijze’ aantekeningen (zie foto).

De allereerste school waar ik op gesprek ging, was tegelijkertijd ook de school die het verste weg was. Maar liefst 45 minuten rijden – als het verkeer enorm meezit. Na het tweede gesprek heb ik er op de terugweg zelfs 1,5 uur over gedaan. En intussen had ik ook al een aanbod van een andere school dichterbij. Maar toch is het die school verderop geworden.

Aan het einde van dit schooljaar zeg ik het ISW in ’s Gravenzande vaarwel en start ik in augustus op het Teylingen college in Oegstgeest. Heb er zoveel zin in!  Ja dat rijden zal een dingetje worden, qua tijd, energie en qua brandstof … Maar dat obstakel zie ik dan wel weer… En als iemand nog een potje heeft voor een elektrische auto; ik hou me aanbevolen, haha.

Dit betekent overigens NIET dat ik stop met tekenen en workshops geven. Sterker nog, ik hoop dat deze switch, na een gedegen opstart- en wenfase, me juist meer tijd en energie op zal leveren om jou nog meer te voorzien in leuke ideetjes, workshops en inspiratie. 

Ja, het is een risico – ik ruil een vaste baan in voor iets tijdelijk … en wat als ik het niet leuk vind? Of ik beval hen niet? Of wat als het rijden me danig gaat tegenzitten? Of wat als …

Tja, no guts no glory.  Ik ben er klaar mee om te leven in de ‘wat als’-sfeer.  Ik heb er zin in en ik ga ervoor.

Met volle angst vooruit!

tot de dood is passée

clipphanger

Het huwelijk is passée. Als je al trouwt kan je beter de belofte ’tot de dood ons scheidt’ schrappen. Levenslange monogamie gaat tegen onze natuur in.  … Een greep uit de stellingen die ik mijn havo 4 klassen een paar weken geleden voorschotelde.

De lessen gingen over allerlei soortige relaties. Het huwelijk was er één van.  Ik leer ze over de fysieke zowel als de sociaal-emotionele als de godsdienstige kanten van dit instituut.

Maar ik kan ze nog zo vanalles leren; van hoe je je lusthormonen in bedwang leert houden tot hoe je je beter kan hechten aan je partner, van het belang van monogamie tot … you name it. Feit blijft dat in Nederland tegenwoordig 50% van de huwelijken strandt. Geen van mijn 143 havo-leerlingen had ook maar enig idee hoe hun ouders ‘werkten’ aan hun huwelijk, dat wil zeggen; het steeds kleiner wordende gedeelte waarvan de ouders nog gelukkig bij elkaar zijn. Ze willen haast allemaal wel trouwen maar geen van hen heeft er een probleem mee dat er zoveel gescheiden wordt. Kiezen voor jezelf wordt belangrijker dan kiezen voor ‘ons’en zelfs vreemdgaan is haast iets vanzelfsprekend.

 

Wanneer ik ze vertel hoe verknocht ik me met manlief voel – zelfs na bijna 20 jaar  en inclusief alle ups en downs- moet ik ze eerst vertellen wat dat woord betekent. Maar allemaal willen ze ‘ooit’ wel iemand waar ze zich zo verbonden mee weten. Op mijn vraag of ze voorbeelden kennen van mensen die zo innig aan elkaar gehecht zijn blijft het echter ijzig stil. …

 

Ik vermoed dat het niet alleen mijn leerlingen zijn die wel wat lesjes huwelijksgeluk kunnen gebruiken. Wanneer ik om me heen kijk en zie hoeveel relaties er op scherp staan of waarbij de eerste ontploffingen al voor de nodige schade hebben gezorgd verbaast het me niet eens meer wanneer ik hoor over geflikflooi hier en overspel daar.  Zelfs de meest lieve luitjes waar je het niet van verwacht ontkomen er niet aan. En bij gebrek aan goede voorbeelden zit ik met klassen vol leerlingen die geen idee hebben hoe je aan een relatie moet werken. Dat belooft wat voor hun toekomst …

 

Mijn oproep betreft dus alle volwassenen: neem de tijd om te leren hoe je aan je huwelijk werkt, heb je geen idee hoe: vraag advies, laat je helpen, doe een cursus of … whatever. Maar doe iets! En wacht daarmee niet tot je in een moeilijke periode zit. Vecht voor je relatie! Niet alleen jijzelf maar ook je (toekomstige) nageslacht heeft het nodig.

 

 

Ouders van tegenwoordig

 Zucht. Soms vraag ik me af waarom ik nog in het onderwijs sta. Niet omdat ik het lesgeven zat ben hoor. En nee de pubers van tegenwoordig kan ik nog prima handelen. Het zijn de ouders waar ik geregeld hoorndol van word. Wat een zeikerds en betweters is dat ras soms. 

Natuurlijk kennen (de meeste) ouders hun kinderen erg goed. Maar elke ouder heeft 1 of meerdere blinde vlekken als het om zijn of haar kind betreft. Zeker pubers zijn zo aan lichamelijke zowel als sociaal-emotionele veranderingen onderhevig dat je het als pa en moe alleen maar bijhoudt als je er overdreven beschermend bovenop zit en zelfs dan is het plaatje nooit compleet.

*newsflash* ELK kind heeft zo zijn tekortkomingen en ELKE puber zal daar toch echt zelf de veranwoording voor moeten leren dragen.  
Bijna iedereen weet dat er een best grote groep ouwelui bestaat die hun nageslacht qua intellect veel te hoog inschatten. Maar wist je dat de categorie ‘doe mijn kind maar een niveautje lager’ ook ruim is vertegenwoordigd?  

Wij onderwijskrachten worden steeds minder serieus genomen. Maar als een kind op school – door wat voor omstandigheden dan ook- het niveau niet laat zien… Dan is de kans heel groot dat het dat niveau niet heeft! 

(Ik heb het hier even niet over de pubers met een stoornis oid – dat is iets andere koek.)  

Ouders denken zich steeds meer te kunnen bemoeien over wat we onderwijzen en hoe zij vinden dat wij professionelen dat zouden moeten doen. Maar sorry hoor, ik zeg de huisarts toch ook niet hoe hij me moet onderzoeken en wat hij moet denken dat er aan mij mankeert? Wanneer ik mijn auto naar de garage breng ga ik de monteurs toch niet vertellen hoe ze de olie moeten verversen laat staan hoe ze bepaalde onderdelen moeten vervangen!?  
Afgelopen week was het weer raak. Een aantal leerlingen hielden een zwaar belabberde presentatie. Om een lang verhaal kort te maken: het was na een uitgebreid gesprek overduidelijk dat ieder lid flink in gebreke was gebleven en ze kregen een 4,4. Behoorlijk prut dus. Voor de goede orde: ik werk met een uitgebreide lijst van punten waarop gescoord kan worden en de meeste leerlingen scoren in totaal al snel een 7 of hoger en ook een 10 is niet onmogelijk.   Enfin, krijg ik ‘smiddags een mail van moeder X… Toon duidelijk op standje verwijtend. Alles lag aan de andere pubers en niet aan die van haar. 

Uiteraard antwoordde ik keurig en beleefd en geef ik mijn beeld op het geheel.  Nog geen paar uur later vind ik een envelop in mijn postvak. Erin een krantenartikel (foto) met wat zinnetjes onderlijnd waaruit moest blijken dat ik mijn werk niet goed deed. Hoezo passief-agressief.  Werkelijk, van zoiets kan ik witheet worden.  

Bijna had ik de neiging om wat andere zinnetjes in rood te onderstrepen en het bericht mee terug te geven. Daarmee aantonend dat moeders zwaar selectief leest en uiterst subjectief is en mij als pro mijn werk moet laten doen. Maar nee, ik hou me in. (Ik schrijf wel een blog 😜)  


De dag erna heb ik weer een presentatie. Enthousiast als ze zijn maken deze leerlingen al tijdens de pauze het lokaal in orde. Wanneer de bel gaat en ik binnenwandel zit de hele klas al klaar en openen ze hun presi uiterst origineel en weten ze bijna 30 minuten lang de hele klas te boeien. Halverwege moet ik van ze meedoen met een groepsopdracht. En wanneer zij als ware juffen en meesters langslopen steekt 1 van hen zijn duim omhoog en zegt met brede grijns ‘Goed zo Sara’. 
 

Mijn dag kan niet meer stuk. 


(En ja dat laatste groepje kreeg een 10, nee niet omdat ze mij een pluim gaven maar gewoon omdat ze het geweldig hadden voorbereid en uitgevoerd!) 


Ps: lees mijn disclaimer! Eea aan info kan verdraaid zijn om de privacy van ouders zowel als leerlingen te beschermen – hoe irri ze soms ook zijn 😅

Omhoog ↑