maskers af

maskersafWat zijn je eigen-aardigheden? Wat vind je aardig, leuk of plezierig aan jezelf?  (Hartschrift blz 23)

Zucht. Het is zóveel makkelijker om te bedenken wat ik niet goed vind aan mezelf – en ik moet 10! Positieve eigenschappen bedenken :S … In gedachten dwaal ik terug naar een momentje eerder deze week:

Het is lunchpauze en ik ben bezig m’n spulletjes op te ruimen. Mijn werkdag zit er al op. Een voorzichtig klopje op de deur en 1 van m’n leerlingen komt naar binnen geglipt. Glimlach van oor tot oor en met een opgewekte stem hoor ik “Hey, hoe gaat ie met u?”. Uiterlijk lijkt er niets aan de hand maar een zevende zintuig schiet in werking alsof er allerlei toeters en bellen rinkelen. Onmiddellijk stop ik met opruimen, zet m’n tas op de grond en gelijktijdig gaan we zitten. “Met mij gaat het prima, met jou?”. Een beetje stuntelig neemt hij z’n maaltje uit z’n tas en begint te praten, ondertussen pulkend aan z’n brood.  …   Het leven van een puber gaat niet over rozen en voor me zit er eentje die zich aan het specialiseren is in het ophouden van een masker… en hij weet dat ik het weet, dat ik hem doorheb. Maar hij beseft ook dat zolang hij ervoor kiest dat masker te dragen, ik dat respecteer. Het begin van het gesprek lijkt wel op een dans met ingewikkelde stappen. En dan gaat even, voor de duur van een pauze, dat masker voorzichtig af. We praten wat heen en weer, ik luister, denk met hem mee.  Hij heeft het over zijn ergernissen en moeiten, ik luister weer en vertel over de 4 kwadranten en hoe die ergernissen verband houden met dat waar hij juist goed in is … Wanneer de bel gaat en hij weer richting de deur loopt bedankt hij me “U bent echt goed” zegt hij. En al glijdt het masker weer voorzichtig terug op z’n plek: klaar om de meute weer aan te kunnen, z’n ogen staan anders en ik, ik pak m’n tas, wrijf de kruimels van tafel en loop naar huis.

In ieder geval 1 ding waar ik goed in ben. … Pubers hebben m’n hart. Ik vind het een heerlijke leeftijd om mee om te gaan. Nou, de kop is eraf. Ik heb 1 ding waar ik goed in denk te zijn. Nu nog 9…  pff – het hartschrift zei dat ik ook aan anderen mocht vragen om te zeggen waar ik goed in ben of wat ze leuk aan me vinden, dus bij deze :B Wie helpt me bij deze opdracht XD

zo moeder zo zoons – zo grootouders??

camera 2012 271Als ik ergens allergisch voor ben dan is het mezelf moeten vergelijken met een ander. Met wie ik mezelf ook vergelijk, ik heb altijd het gevoel er bekaaid vanaf te komen. Met teleurstelling en ontmoediging tot gevolg.  Nu vraagt m’n hartschrift me mezelf te vergelijken met mijn vader en moeder en te zoeken naar een eigenschap die ons verbindt.  Pff – moeilijk zeg. Ik denk dat we geen van allen goed met afwijzing om kunnen gaan. Maar hé,  wie wel?

Ik heb de neiging om negatieve dingen in mezelf te zoeken – en in dit geval geldt het spreekwoord wie zoekt die vindt voor 100%… Maar dat vind ik niet eerlijk tegenover mijn ouders.  Ik wil iets positief zoeken:  creatief. Mijn ouders zijn beide – op geheel eigen wijze – creatief. En dat ben ik zelf ook wel. Tenminste, wanneer ik in de mood ben. Niet zozeer alleen in het maken van dingen, maar ook wel in het bedenken.

Net als m’n vader heb ik altijd de ambitie, hoop en dromen gehad om iets te ‘bereiken’.  Al is aan die gedrevenheid nu wel een einde gekomen. Net als mijn moeder geniet ik nu het meest van mijn kids. Ze zien groeien naar volwassenheid, met alle vallen, nog eens vallen en opstaan, vind ik prachtig. En hoewel ik van mezelf niks meer ‘moet’ (heb er zelfs een aversie tegen) blijf ik bezig op mijn manier. Soms weet ik niet wat ik allemaal gedaan heb maar is de dag weer voorbij zonder dat ik heb stilgezeten – maar veel nuttigs heb ik dan ws. ook niet uitgevoerd…

Lastig, mezelf vergelijken met mijn ouders;  ik vind mezelf gewoon heel anders. Als ik het omdraai, en m’n zoons met mij vergelijk herken ik veel meer. Het teruggetrokken gedrag van Zoon 1, het niet tegen (onduidelijke of onverwachte) veranderingen kunnen maar tegelijk een hekel hebben aan sleur, het hyperactieve (bij mij dan meer occasioneel manisch :B), het niet kunnen stoppen van gedachtestromen, het creatieve in dingen bedenken… Of het attente van Zoon 2, het altijd geaccepteerd willen zijn, niet tegen grenzen kunnen of laat staan tegen afwijzing, het rechtvaardigheidsgevoel, het (extreem) veel tijd nodig hebben om je ergens overheen te kunnen zetten. Maar ook hij is op zijn manier weer creatief en heel inzichtelijk (ik vraag juist hem altijd advies mbt kleding of inrichting) …  Ik kan alleen maar hopen dat ze meer positieve eigenschappen erven dan negatieve…

Grappig, nu ik zo eigenschappen van mijn kids opsom die ik ook in mezelf herken, kan ik deze ook zo toewijzen aan 1 van de vier grootouders … Mezelf zie ik niet als ‘eigendom’ van mijn ouders – maar als losstaand individu (gelukkig maar – anders zou ongezond zijn) terwijl ik mijn kids nog echt als ‘deel / eigendom van mij’ beschouw en dus de vergelijkingen beter zie. Ik moet eens vragen aan mijn moeders of dat gevoel ooit overgaat.  Ik kan het me nl. niet voorstellen. Mijn jongens zijn van mij!

.

 

(nav hartschrift blz 20)

Omhoog ↑