To teach is to see

(For English translation: scroll down)

Het begon ooit met een leerling die zijn huiswerk op een wit shirt maakte… het verhaal hoe dat zo kwam bespaar ik je even. Maar geheel ondoordacht en impulsief bombardeerde ik de knul tot ‘levensbeschouwelijke’ leerling van de maand.

Zijn huiswerkshirt hing ik op in mijn lokaal en een foto van hem plakte ik er op dat de kastdeur.  Glunderen dat hij deed.

Bij het verstrijken van die bewuste maand werd ik er door menig leerling op geattendeerd dat ik wéér iemand moest kiezen. Sommige leerlingen droegen namen aan, anderen vooral zichzelf.  Een traditie werd geboren.

Soms koos ik er 2 tegelijk, een enkele keer een groepje vrienden… mijn keuze was altijd compleet willekeurig, natte-vinger-werk en totaal niet gebaseerd op cijfers of bepaalde prestaties. (Behalve dan die ene keer dat ik me liet omkopen met zelfgebakken kniepertjes, maar dat gaf ik gelijk open en eerlijk toe en ik beloofde met hand op het hart dat het nooit meer zou gebeuren.)

Dat deze titel zo felbegeerd zou worden had ik nooit verwacht. En ook de gedachte dat alleen brugklassers het tof vonden bleek verwerpelijk. Enkele leerlingen uit VWO 5 voerden zelfs heftig campagne, wilden dat ik ook een leerling van het jaar zou uitkiezen.

Ze krijgen er niets voor. Behalve een eervolle vermelding op social media (wat zegt dat nu) en hun foto op de kastdeur.  Maar ze vinden het prachtig.

Los van hun cijfers, los van school, gewoon om wie ze zijn: leerlingen verlangen ernaar echt gezien te worden. De één misschien meer dan de ander maar allemaal hebben ze het nodig.

Alleen al de opmerking ‘Ik zet je alvast op mijn lijstje voor kanshebbers’ doet ze groeien.  En het mooie: mijn ‘zien’ doet hen elkaar ‘zien’.

Levensbeschouwelijke Vorming; ik ‘zie’ ze één keer in de week. 

Volg me voor meer onderwijs anekdotes op LinkedIn, of op Instagram. Let’s get connected!

It once started with a student who made his homework on a white shirt … I’ll spare you the details of but completely recklessly and impulsively, I made the kid ‘student of the month’. I hung his homework shirt in my classroom – for everyone to see-  and stuck a picture of him on the closet door. Beam that he did!

At the end of that month many students reminded me that I had to choose someone again. Some students suggested names, others mainly themselves. A tradition was born.

Sometimes I chose 2 at the same time, sometimes a little group of friends … my choice always was completely random and -not at all- based on numbers or certain achievements. (Except the one time when I got bribed with home-baked cookies, but I immediately admitted that openly and honestly and promised with all my heart that it would never happen again.)

I never expected this title to be so coveted. And the thought that only seventh graders liked it turned out to be reprehensible. Some senior high schoolers even campaigned fiercely, wanted me to choose a student of the year too.

They get nothing when they ‘win’. Except an honorable mention on social media and their photo on the cupboard door. But they love it.

Regardless of their grades, regardless of school, just because of who they are: students really long to be seen. Some may be more than others, but they all need it. The mere comment “I’ll put you on my contenders list” makes them grow. And the great thing: my “seeing” makes them “see” each other. They applaud when someone gets the title …

Some call it ethical education, others call my course life philosophy or religion… but I’ve been teaching it for 18 years now. Teaching = I ‘see’ my students once a week.

(Follow me on LinkedIn – let’s get connected- and on Instagram. I’ld love a comment, share or follow)

Academisch verantwoord wachten …

Soms word je gewoon moe van over hoeveel schijven alles moet gaan. … via de huisarts naar neuroloog 1, naar MRI, naar neuroloog 2, naar pijnpolie die op zich laat wachten, dus dan maar van huisarts naar anesthesist, nog een keer anesthesist en nog een keer en dan toch maar door naar de orthopeed om van daaruit, via het wervelkolomcentrum naar de neurochirurg te gaan om toch nóg een laatste ‘onderzoekje’ te moeten doen voor ik, uiteraard pas na weer een vervolgafspraak, weet of en wat ze aan mijn versleten ruggenwervels kunnen doen. …  7 maanden van wachtlijsten en doorverwijzen en weer wachtlijsten. Het lijkt wel of je niet serieus genomen wordt …

In het onderwijs is het niet beter. Al maanden geef ik aan dat leerling x niet in zijn vel zit, geen aansluiting toont, emotioneel toch echt wel achter loopt op de rest … via de mentor, via de zorgcoördinator naar een extern begeleider die op zijn beurt nooit contact zoekt met de docenten op de werkvloer … Ik heb de puber al een keer bijna zien ontploffen, diverse malen schaamteloos huilend in mijn les gehad. Ik heb al gemeld dat ik, de leek, hem echt het type vind wat een keer doordraait en grensoverschrijdende agressie zou kunnen vertonen. De leerling zelf is daar ook wel bang voor…  Vandaag het nog een keer hardop gemeld “Wanneer de media hier aan de deur staan omdat er een steekpartij is geweest, sta ik niet verbaasd te kijken.” Had ik duidelijker moeten zijn? Maanden van wachtlijsten en doorverwijzen en weer wachtlijsten.  Het lijkt wel of je niet serieus genomen wordt als docent  …

Is het een trend? In dat geval: beste familie, voor uw volgende verjaardag graag maanden vooraf in drievoud melden wanneer je je verjaardag hoopt te vieren, na maanden van academisch verantwoord wachten zal ik dan laten weten hoelang de wachtlijst betreft en wanneer het me wel past. Het lijkt misschien of ik je niet serieus neem… maar dat is maar schijn hoor.

Godsdienst (on)belangrijk voor het onderwijs?!

Pff, als ik iets niet leuk vind in het onderwijs, dan is dat het geven van een 1. Maar helaas, soms kan je niet anders. Het ergst is het geven van een 1 wanneer het arme kind zich een eind in de rondte heeft geleerd maar alsnog alles fout heeft geantwoord. Gelukkig heb ik dat in bijna 12 jaar onderwijs maar 2 of 3 keer meegemaakt. Ook, erg, maar dan op een heel andere manier is wanneer je een leerling ziet spieken tijdens een overhoring. Vandaag was dat het geval, en met een stevige knoop in de maag verzocht ik de dame in kwestie kordaat of ze haar blaadje kwam inleveren. In een fractie zie je dan tegelijk verbazing, teleurstelling en onzekerheid. Ze is niet dom, die jonge meid, maar een slimme actie kan je dit ook niet noemen. Na afloop van de les probeerde ik haar te ‘vermanen’… en dan hoop ik vooral recht te doen aan de bijbelse zin van dit woord; dat het tegelijk als bemoedigend en opbouwend ervaren word.

Maar weinig leerlingen spieken gewoon ‘omdat het kan’ of omdat het een stuk ‘makkelijker’ is. Meestal gaat er een heel verhaal aan onzekerheid of gevoel van onvermogen aan vooraf. En het is precies dat wat ik zo jammer vind. Helemaal voor ‘mijn’ vak vind ik het zo onnodig. Wie bij mij duidelijk zijn best doet: die eindigt nooit met een onvoldoende! Wees gerust, ik doe niet af aan het belang of de inhoud van het vak Godsdienst! Wanneer ruim 80% van de wereldbevolking ‘gelovig’ is (in wat voor zin dan ook) dan is het maar wat nodig om de leerlingen hierin te onderwijzen (ook al zit het gros van de 20% hier in het Westen). Zo had ik vandaag een eerste klas die bomvol vragen bleek over het ‘mogelijk bestaan’ van een enge geestenwereld en waar er tal van verhalen bekend waren van schimmige ervaringen die ooit door deze of gene was doorverteld. Dan kom je op een moeilijke scheidslijn… je kan niet alles afdoen als onzin of toeval (al zou je dat graag willen: dan doe je ze tekort in hun geloof en vertrouwen in bepaalde personen) – maar je kan onmogelijk alles erkennen als ‘waarheid’. Boeiende gesprekken komen dan op gang, en menig antwoord leidde vandaag tot meer vragen. Het is belangrijk die vragen toe te staan, openlijk te bespreken, ze kennis te laten maken met mogelijke antwoorden en ze vooral te leren hoe je (enigszins) zin van onzin kan onderscheiden.

Soms is het best pittig – om dan temidden van al die ‘afleidende’ vragen en ervaringen – een duidelijke lijn uit te zetten hoe je ze gestructureerd leert nadenken. En vooral het mezelf houden aan die lijn lijkt dan de grootste uitdaging.  Nee, helaas blijft de grootste uitdaging heel wat anders: dat álle leerlingen leren geloven en vertrouwen in zichzelf, in hun eigen mogelijkheden, in hun eigen waarde – ongeacht hun levensbeschouwing of dat van anderen … En misschien vind ik daarom mijn vak wel het belangrijkst…

Omhoog ↑