Een hartelijke zon en puberale wind

“Het begint bijna te vriezen!” Jurgen loopt koukleumend de voortent in. Het is warm zat, de hele dag al zend de zon ons haar hartelijke stralen. Helaas gaat de puberale wind er in hormonale golven met de warmte vandoor.

We staan op een nogal idyllische camping in Gerardmer – ergens in de Vogezen. Ooit besloot de Hertog van Lotharingen, Gerard van Elzas (11de E), hier in de buurt een vakantieoptrekje in te richten om in alle rust de vette zwijntjes en Überschattige hertjes aan gort te kunnen knallen. Het dorpje wat hij voor dit bloederige scenario uitkoos werd al snel ‘Giromeix’ (tuin van Gerard) genoemd, wat zich later verbasterde in ‘Gerardmeix’  (Boerderij van Gerard) en wat zich nu dus laat vertalen in Gerardmé(r).  Niet dat het ons hier iets uitmaakt wie of hoe dit nu vrij toeristische skigebied heeft veroverd: wij genieten vooral van de natuur. Prachtige bossen met de meest feeërieke wandelpaadjes die her en der vergezeld gaan van ruisende watervalletjes en bruisende stroompjes.

 

Het is zo een bruisend stroompje – pal naast onze caravan –  wat op dit moment harmonieus meezingt met de gitaarstreken van broerlief. De ruisende wind laat spontaan de boomtoppen met rust en zet haar gekietel voort in dit veel rustiger tafereel. Dwars door de voortent heen aait ze mijn wangen. Mijn oren tintelen.   Een perfecter geluid bestaat er niet.

 

Vakantie.

Omhoog ↑