Hersteld tot gebroken reflectie

joshua_2002_posterZe was behalve toegewijd ook bijzonder waardevol geweest. Maar gebukt onder de last van wat haar was overkomen kon ze niet anders dan naar zichzelf kijken door een waas van verdriet en pijn. De schoonheid die Hij in haar zag miste ze volkomen ondanks Woord op Woord.  Ze hoorde wel maar besefte niet.  Ze had Hem leren kennen en waarderen, stap voor stap haar vertrouwen gegeven en uiteindelijk dacht ze zelfs van Hem te houden en wilde ze meer. Steeds meer. Meer mét Hem, meer voor Hem.  Ze had zulke mooie plannen voor ‘hun’  toekomst gehad en cijferde zichzelf veel te veel weg.

Maar voor ze zichzelf helemaal kwijt was geweest had Hij geweigerd; alles vernietigend geweigerd. En ze had het niet zien aankomen. Afwijzing, voor de zoveelste keer. Afgedankt, afgekeurd en afgepoeierd.

 

“Ik was die vaas. Die prachtige mooie kristallen vaas.” Duizend scherven hadden stuivend de hoeken van de kamer opgezocht. Bloemstelen waren geknakt en water alle kanten opgespat.  “En dit is wat van mij overbleef.”  Ze was gebroken. “Ik word nooit meer wie ik was.”

Alle hoop op herstel verloren. Nooit meer gevuld met water. Nooit meer drager van iets geurig en mooi. Verwachtingloos. Hopeloos.

 

Nu keek ze naar het onverwachte geschenk in haar handen. Zag in verbeelding Hem ermee aan het werk: hoe hij op  handen en knieën door de kamer had gekropen, hoe de scherven in Zijn kleding haakten en de splinters zijn vingers hadden verwond. Had het Hem pijn gedaan? Was er bloed uit de wonden opgeweld?  Was Hij verdrietig geweest? Had Hij gehuild?  Ze zag Hem aan zijn werktafel zitten met voor zich het hoopje versplintert glas. Hoe lang had Hij zitten puzzelen? Wat had Hij haar aangedaan?  Wat had Hij voor haar gedaan?

 

Voorzichtig gleden haar vingers over de kunstige creatie. Het postpakket had geen afzender vermeld maar het kon niet anders dan dat dit Zijn werk was: speelse doch doelgerichte lijnen, scherpe kantjes deels weg gevijld, deels functioneel behouden.  Er lag een pittige en misschien zelfs uitdagende flonkering in de vele hoekjes waarin het zonlicht vernuftig werd gevangen.  Datzelfde licht brak in de kern van elke scherf in een waaier van kleuren uiteen. Elke bolling werkte als een lens en terwijl de weerkaatste kleuren om haar heen schitterden als een hoopvolle regenboog keek ze naar het dansende figuurtje in haar handen.

Ze zag zichzelf.

 

De vaas zou nooit meer water dragen maar het glas zou altijd het Licht weerkaatsen.

 


(Geïnspireerd door twee fragmenten uit de film Joshua - fragment 1 ongeveer vanaf 1:09:00 - 2 vanaf 1:14:00)
joshua figuurtje

Levende stenen reflecteren… dode stenen zijn steendood.

Christus is de hoeksteen – wij zijn de levende stenen – zegt Petrus in zijn eerste brief.  Als levende stenen horen we ons te gedragen en mogen we weten dat we bijzonder zijn. We zijn nl. een speciaal uitgekozen nageslacht, een koninklijk priesterschap, een heilige natie… Zondag as. mag ik erover preken in Almere. Nu alvast een klein tipje van de sluier:

Levende stenen zijn we … maar wat als je steendood bent? Waar komt dat woord trouwens vandaan? In de wereld der diamanten wordt soms gesproken over een ‘dode’ steen wanneer deze binnenin zo dof is dat hij totaal geen licht reflecteert.  Des te gaver, zonder gebreken, een steen inwendig is, des te meer vangt hij als het ware het licht van buitenaf op, weet het in allerlei facetten in zich te ‘breken’ om het vervolgens veelvuldig te reflecteren. Een levende steen is een reflecterende steen.

Mooi beeld hè? Christus is de hoeksteen, ons voorbeeld. De zoon van de almachtige God is het licht der wereld. En wij zijn de stenen die Zijn licht en waarheid in ons mogen opvangen, in meerdere facetten mogen breken en het veelvuldig mogen weerkaatsen…   De geestelijke tempel wordt gebouwd op onze wijze van reflecteren, onze wijze van Hem presenteren.

Niet jezelf presenteren, maar Christus reflecteren – Ben jij een levende steen?

Omhoog ↑