God dacht aan jou!

Johannes 1Vroegâh, heul lang gelée, in mijn jonge(re) jaren snapte ik er geen hout van.

In het begin was het woord, en het woord was bij God en het woord was God. (NBV) 

Juist ja. Was ik de enige die hier geen touw aan kon vastknopen?

In aanloop naar Pasen probeer ik mezelf weer een keer door dit evangelie te worstelen. Wie me kent of mijn eerdere blogs las weet dat ‘ouderwets’ bijbellezen mijn ding niet meer zo is en dat het bible journaling ervoor in de plaats is gekomen. De afgelopen dagen was ik tussen de bedrijven door dus bezig met dit hoofdstuk; verschillende vertalingen en concordanties passeren dan de revue en mijn artistieke brein graaft naar mogelijke verbeeldingen bij de inhoud van dit bijbelgedeelte.

 

Iedereen die deze tekst leest snapt wel dat het belangrijkste woord in deze zin ‘Woord’ is. Maar wat bedoelt Johannes er in hemelsnaam mee? Nou, Johannes schreef in het Grieks en het Griekse woord voor woord is Logos. Maar zoals wel vaker het geval is, is de reikwijdte van dit woord veel breder dan dat de vertaling doet vermoeden.

Logos zou je ook kunnen vertalen met een gedachte, een idee of zelfs het gesprokene

In de griekse filosofie kwam logos veel voor omdat men ervan overtuigd was dat alles – voor het daadwerkelijk bestond, al bestond in de gedachte. Vergelijk het met het willen bouwen van een huis: nog voor het gebouw er staat, bestaat het huis al in de gedachte van de maker ervan; die weet hoe het eruit moet komen te zien.  De gedachte, het verstand, werd als zeer belangrijk beschouwd het was de bron van alle wijsheid… En dus werd redeneren (van gedachten wisselen door middel van woorden) een belangrijke bezigheid. Niet voor niets gebruikt Johannes dit ene woordje als ingang om het evangelie bij deze mensen te brengen.Want woorden, gedachten komen ergens vandaan…

In het begin was er de gedachte, en waar een gedachte is, is er een denker; God. En de gedachte was God zelf.

Ok, het eerste deel klinkt al logisch maar en de gedachte was God zelf ?? Voor dit gedeelte moet je de rest van de tekst lezen want daarin staat beschreven wat dat idee van God was.

In het begin was Gods zoon er al (Bijbel in gewone taal) 

Met deze ene zin begint Johannes aan de intense boodschap van Jezus’ komst. Hij laat zijn lezers weten dat Hij de zoon is van de grote Wijze. Jezus is de vleesgeworden versie van de Denker door wie alles, ja de hele wereld, ontstaan is.  Alles wat je om je heen ziet, de hele aarde, is niet zomaar ontstaan, nee het is heel lang geleden een keer bedacht. Die bedenker noemen we God. En God werd mens onder de mensen om een relatie met ze aan te gaan.

En het mooist van al is dat Johannes in deze ene zin de hele boodschap van zijn evangelie gevangen heeft, nl.: toen God de wereld bedacht, dacht Hij aan jou.

Bible journaling: Op de foto kan je het niet heel goed zien maar de tekst is leesbaar gebleven (op sommige plekjes iets moeilijker maar wel alsnog leesbaar). Ik gebruikte een micronpen 005 en 01 en pastelpotloden van Bruynzeel Design. De L rand is washitape en aan de boven- en onderzijde heb ik minimaal gebruik gemaakt van inkt (Dew drops chalk ink)

Extra Noot: De bijbel in gewone taal is ‘slechts’ een interpretatie van de originele tekst, geen heel correcte woord voor woord vertaling. Maar then again: elke vertaling heeft met interpretatie te maken en maakt aan de hand daarvan eigen afwegingen.

 

Hoogbejaarde wellust in de bijbel

saraGeloven is niet easy. Sommige verhalen in de bijbel zijn namelijk zo ‘ongelooflijk’ – ik bedoel dit dan niet in de zin van geweldig maar eerder in de zin van ongeloofwaardig. (Oeps, dit is haast vloeken in de kerk, als je er niet tegen kan: klik nu weg!) 

Neem het verhaal van Abraham en Sarah: God had ze een groot nageslacht beloofd maar een kind kregen ze maar niet, laat staan een heel nageslacht. Pas toen Sarah heel oud was en ze al zoiets hadden van ‘we moeten de belofte misschien  maar figuurlijk opvatten’  kwamen er een stel vreemdelingen voorbij die vertelden dat ze alsnog zwanger zou worden.

We lezen er veel te vaak overheen, en vinden Sarah gelijk ongelovig of zelfs ondankbaar omdat ze lacht om deze boodschap. Maar weet je wel hoe oud Sarah was? NEGENTIG! Maak hier eens een plaatje van in je hoofd. Hoe zie je haar voor je? Sara was niet zomaar al enigszins op leeftijd, nee, ze was ronduit hoogbejaard. Wanneer je er verschillende vertalingen op naslaat lees je dat ze zichzelf als verwelkt of zelfs als versleten beschouwt. Geen wonder dat ze moet lachen wanneer ze dit hoort!

Ik, ik ben al lang en breed versleten! Denken ze nu werkelijk dat ik op mijn leeftijd nog zin in een nummertje heb? Waar moet ik de energie vandaan halen? Zo een oud mens als ik? En Abraham, wat dacht je zelf? Die is nog 10 jaar ouder, hij is al bijna 100 jaar, moet hij ‘m nog omhoog kunnen krijgen? Werkelijk? 

Maar ze wordt echt zwanger en krijgt een zoon. Hoe onmogelijk en ongeloofwaardig het allemaal ook leek, God kwam zijn belofte na. Niet via omstandigheden die meerdere mogelijke interpretaties hadden kunnen hebben maar via een tastbare, levensechte, letterlijk huilende en schijtende baby.   En wederom lachte Sarah. Maar deze keer niet uit ongeloof.

 

Hoe ongeloofwaardig sommige dingen ook lijken, ik hou me maar vast aan de gedachte dat bij God niets onmogelijk is.

 

 

(Bijschrijfbijbel: gebruik gemaakt van Micronpen 01 en pastelpotloden van Bruynzeel Design, afgewerkt met Spray Fixatief voor pastel.)

geloven in onschuld

evaMet een ongekende heftigheid bonst m’n hart in mijn keel. Een diep verstikkend bonzen. M’n ogen tranen, mijn hele lijf lijkt in brand te staan. Zweetdruppels rollen langs m’n slapen, over mijn rug en maken mijn handen plakkerig.  Heftig bevend probeer ik steun te zoeken bij Adam maar zijn lijf voelt zo klam en koud dat ik er nog banger van word. In schaamte valt hij neer en grijpt paniekerig naar zijn hoofd, m’n knieën knikken, ik wil me het liefst afwenden maar durf niet. 

God is echt boos. Een verdrietige teleurgestelde boosheid. Zonder schreeuwen, zonder vuisten die dreigend door de lucht zwaaien. Hij is gepijnigd en vastberaden tegelijk.  Erger dan dit kan volgens mij niet. Maar kan ie zijn preek niet even in de wacht zetten? Ik heb amper tijd gehad om me te bedekken. Zo meteen valt het nog op dat dat ene druppeltje precies tussen m’n borsten door naar beneden glijdt. Hij had me gelijk kleding moeten geven. Hoe komt het dat ik niet eerder doorhad dat ik er zo naakt bijliep? Ik wil niet dat Hij me zo ziet. Hij heeft me weliswaar bedacht en gevormd maar wat heb ik mezelf toegestaan, wat heb ik ervan gemaakt? Hoe loop ik er nu bij? 

We leven al dagen in deze tuin, alle dieren hebben we leren kennen. God had ze met opzet geen naam gegeven, dat moest Adam doen zodat we een band kregen met elk levend wezen. De zachte pluimstaart van de eekhoorns kriebelden m’n neus toen ik ze knuffelde,  de mussen gingen op Adams schouder zitten en tjilpten in zijn oor tot hij zijn lach niet meer kon inhouden en toen het ’s avonds wat frisser werd kropen we dicht tegen de leeuwen aan en warmden we ons aan hun ronkende lijven. En vandaag was daar de slang. Sissend en glibberend hees hij zich in die ene boom waarvan God gezegd had dat we de vrucht ervan niet mochten eten. Tot vanmiddag hadden we er niet bij stilgestaan waarom dat niet mocht. Het maakte ook niet uit want er was zoveel lekkers. Ik heb nog niet eens van alle bomen en struiken gegeten dus waarom …

Ik kijk weer naar Hem. Zijn ogen spreken van een intens verdriet. Hete druppels biggelen over zijn wangen. Zijn schouders hangen teleurgesteld naar beneden. En zijn stem heeft een strengheid die ik niet herken. Maar het ergst is nog wel die afstand, een kloof die de eerdere verbondenheid lijkt te hebben opgegeten. Het is alsof er iets onzichtbaar groots tussen ons in staat.

adamWaar ging het fout? Wat maakte dat ik God ongehoorzaam was? De slang. De slang had het over God. Over alles weten. Adam en ik ‘wisten’ zoveel niet volgens hem, God hield zogenaamd dingen voor ons achter. Ik had er niet eerder bij stilgestaan, we hadden het immers zo goed. De zon scheen, we reden op de rug van de olifant mee naar de andere kant van de tuin, wanneer de wind bij de waterval het deed regenen op de oever dansten en lachten we om de druppels die op onze lijven spatten. We renden met de wolven mee en genoten van de kippen die scharrelden. Er was altijd iets leuks te doen. Maar de slang zei dat het nog beter kon, dat we als God konden zijn, dat God dat niet wilde en ons afleidde met al dat moois. Hij liet me die mooie volle vrucht zien, een beetje gelig met een rode blos en hij zag er zo zoet en sappig uit. “Waarom mag je zoiets moois en lekkers niet van God hebben?” vroeg het serpent. Volgens hem was dit stuk fruit de lekkerste van allemaal. Onze ogen zouden open gaan, we zouden inzicht krijgen, we zouden slim als God zelf zijn … Hij vroeg waarom we moesten gehoorzamen, of we zelf geen beslissingen konden nemen, of we dom wilden blijven, of ik niet als God wilde zijn …  en toen ging ik twijfelen. Oh nee, hoe kon ik? Na alles wat Hij voor mij deed, ik twijfelde aan Hem!

Adam en Eva hadden alle ingrediënten voor een prachtig en gelukkig leven van God ontvangen. Alles was perfect. Het was niet nodig dat ze inzicht hadden in goed en kwaad. God wilde ze die pijn bewaren. Hij had hun gezegend met onschuld.

Wanneer onze kinderen zich afvragen waarom bepaalde dingen gebeuren proberen we ze ook vaak af te leiden met iets anders, iets mooiers. We willen niet dat onze kinderen zich zorgen maken over onze financiën, over werkgelegenheid, voedseltekort, lijden en dood … daarom onthouden we ze van bepaalde informatie.  Wanneer een kind moet piekeren over hoe er eten op tafel komt, hoe papa aan een nieuwe baan moet komen of waarom de wereld zo vijandig is, verliest het haar naïeve onschuld. En net als een goede vader gunde God Adam en Eva een rijke dosis onschuld. Hij wilde niet dat ze bepaalde kennis bezaten zodat ze zich er ook geen zorgen om konden maken.

Niet het eten van de vrucht was hun eerste fout, het twijfelen aan Hem maakte hen schuldig. Het naïeve geluk wat ze kenden verdween als sneeuw voor de zon en met de ontvangen kennis kwam ook de verantwoordelijkheid. Ze moesten verantwoording dragen voor wat ze hadden gedaan. Het perfecte geluk in de tuin zou nooit meer de hunne zijn.

adamenevaWe maken ons allemaal schuldig aan het twijfelen aan God. Die twijfel doet de kloof alleen maar groeien. Die twijfel maakt dat we steeds verder van Hem verwijderd raken. Van alle zonden die we begaan, is de twijfel misschien wel het ergst. Daarom dat de bijbel spreekt over dat je het geloof van een kind moet hebben om de hemel te kunnen beërven ….

Veilig  als een leeuw in Sousse…  

 

 Kunnen we ons nog ooit ergens veilig wanen? Wanneer je je leven niet zeker bent in een museum, op het strand of zelfs niet in een winkelcentrum?   

Mijn bible art journaling challenge van Rebekah Jones bracht me vanmiddag bij spreuken 28:1 

Een rechtvaardige voelt zich zo veilig als een leeuw.  

Nu weet ik ook wel dat niemand compleet rechtvaardig is van zichzelf, maar dat is nou het mooie aan Jezus’ offer: door ons geloof in Hem zijn we dat wel!  

Hoe rijmt dit dan met Spreuken 28:1 en de vreselijke toestanden in deze wereld? 

Veilig zijn betekent hier niet dat je nooit verdriet zult hebben, nooit het slachtoffer zult zijn van een aanslag of dat lijden en sterven aan je deur voorbij zullen gaan.  

Een leeuw is de koning van de savanne. Hij staat aan de top van de voedselketen, heeft geen werkelijke vijanden, is de koning te rijk. Waar een hinde continue allert moet zijn voor roofdieren, sluimert en doezelt de leeuw uren achter elkaar zonder angst of onrust. Hij voelt zich compleet veilig. Toch kan ook hij aangevallen worden en ontkomt hij niet aan een gewisse dood.  

Veilig als een leeuw zijn betekent dat we deel uitmaken van Zijn plan en daarmee aan de top van de ‘geestelijke’ voedselketen staan. Zelfs al zou er ons fysiek het vreselijkste overkomen; onze ziel is veilig en geborgen in Hem. Niets kan ons scheiden van de Liefde van de Heer, geen kogelregen, geen bomaanslag; NIETS.  

Waar we dit jaar ook op vakantie gaan, op welk strand we ook liggen, we zijn veilig als een leeuw. 

(Stiekem toch blij dat wij in het noorden vakantie vieren 😅) 

Zien op Jezus

bijbeljournaal numeriVolgens mij heeft elk gezin wel een rommellade. En herken je dit: je moet wat hebben, kijkt in de la maar ziet het niet liggen. Of sterker nog, je weet ineens niet meer wat je hebben moest.  Tussen kijken en zien ligt een hele wereld.

Wanneer Gods volk door de woestijn trekt vergeten ze al snel hoe wonderlijk hun God is en hoe spectaculair hij hen redde uit Egypte. Ze gaan allemaal hun eigen gang en misdragen zich stuk voor stuk. Lijkt mij stug dat ze dit gedrag van zichzelf niet door hebben gehad…  Maar hoe vaak ‘weet’ je wel dat je iets anders zou moeten doen maar doe je het niet? (Hoeveel snoepjes eet ik wél terwijl mijn lijn het eigenlijk niet kan hebben? En natuurlijk liggen de kilo’s niet aan mij maar aan de medicatie en kan ik niet bewegen door m’n rug …)

In ieder geval loopt het de spuigaten uit en God straft ze met een slangenplaag. Bij bosjes vallen ze om. Maar God geeft ze ook een uitweg. Mozes moet een koperen slang op een stok bevestigen en wanneer ze hun blik daarop richten zullen ze niet sterven van de giftige beten. Het was meer dan een oppervlakkig kijken. Want met het oprichten van hun hoofd en het focussen van hun ogen moesten ze wel erkennen dat ze fout waren geweest, gestraft werden maar hun heil bij God konden halen. Ze moesten het verschil zien tussen hun levenshouding zonder God en wat het is om te leven mét Hem.

Zo gaf de slang des doods bij erkenning hun het echte leven.

Wanneer Johannes spreekt over het verhogen van de mensenzoon speelt dit verhaal in zijn achterhoofd. Iedereen maakt fouten, allen hebben gezondigd, maar om ons leven te kunnen behouden moeten we opzien naar Jezus. We kunnen wel kijken naar Hem en weten dat het anders moet of kan, maar opzien … ? Durven we al onze fouten, zonder slappe excuses,  te erkennen en voor Zijn troon te leggen? Durven we onze zondige levensstijl achter ons te laten en te kiezen voor een écht leven met Hem?

Kiezen voor het eeuwige leven is dagelijks opzien naar Hem.

 

 

(Biblejournaling: pennetjes van de Action op doorzichtig tekenpapier en ingekleurd met Bruynzeel Design potloden met doezelaar.)

(On)mogelijk bij God

 

 Wanneer ik ergens stevig van baal moet je niet bij me aankomen met een dooddoener als ‘God heeft vast wat anders op het oog voor je.’ Helemaal kriegel word ik daarvan. Waarom? Omdat daarmee mijn moeite of teleurstelling als een bagatel wordt afgeserveerd en er eigenlijk gezegd wordt ‘Stel je niet aan.’, ‘Ik heb geen zin in sip gedoe dus gedraag je aub weer vrolijk.’ of iets dergelijks. 


Wanneer je iemand wil bemoedigen kan je dat niet even snel snel doen. Bemoedigen en opbeuren doe je door eerst en vooral naast die persoon te gaan staan en hem of haar te laten weten dat je betrokken bent. Wanneer je veel dagdagelijks contact hebt is die betrokkenheid er vaak al sowieso maar wanneer je elkaar alleen maar af en toe op fakebook spreekt kan dat behoorlijk anders liggen. 


Het erkennen van andermans moeite of verdriet is een stap die je, wat mij betreft, nooit mag overslaan. Het toont gevoeligheid en medeleven. Pas wanneer je op dit niveau kan praten met elkaar kan je de ander wijzen op dat wat mooi, waardevol en bemoedigend is. Pas dan heeft het ook echt effect. 


Wanneer God Maria uitkiest om Zijn zoon negen maanden lang bij zich te dragen, te baren en op te voeden, stuurt hij een engel om dat schokkende nieuws op een persoonlijke wijze over te brengen. Ongetrouwd zwanger wezen kon je dood betekenen en anders in ieder geval een leven lang met de nek aangekeken, dus zoiets zet je niet even in een whappje of mail.  Hoe ze dat moet bolwerken in haar eentje?

“Bij God is niets onmogelijk.” Antwoordt de engel haar. 


Maar ze staat er niet alleen voor. Elisabeth ontvangt ook een wonder en daar kan ze voorlopig mee optrekken. God geeft haar iemand die haar begrijpt, iemand die naast haar staat en haar kan bemoedigen met dezelfde woorden als van de Engel. Niet als dooddoener maar als een belofte waar ze op mag vertrouwen.  


Dat vertrouwen wil trouwens niet zeggen dat God altijd in een leuke uitkomst voorziet. Maria moest tussen de beesten bevallen, heeft jarenlang als vluchteling geleefd, werd bij thuiskomst als overspelige aangekeken en ze kon uiteindelijk haar zoon, na een intense lijdensweg, begraven. Vertrouwen betekent dat je je eigen idee van wat goed is leert loslaten en welke uitkomst dan ook accepteert omdat je weet dat Gods wegen ondoorgrondelijk zijn… 




Wanneer jij ergens mee worstelt hoef je dat niet weg te stoppen. Je hoeft het niet te (laten) bagatelliseren. Je mag je twijfel of verdriet hardop erkennen, net als Maria. En daarnaast mag je weten dat bij God niets onmogelijk is en je Hem mag vertrouwen, wat de uitkomst ook zal zijn.  

Hersteld tot gebroken reflectie

joshua_2002_posterZe was behalve toegewijd ook bijzonder waardevol geweest. Maar gebukt onder de last van wat haar was overkomen kon ze niet anders dan naar zichzelf kijken door een waas van verdriet en pijn. De schoonheid die Hij in haar zag miste ze volkomen ondanks Woord op Woord.  Ze hoorde wel maar besefte niet.  Ze had Hem leren kennen en waarderen, stap voor stap haar vertrouwen gegeven en uiteindelijk dacht ze zelfs van Hem te houden en wilde ze meer. Steeds meer. Meer mét Hem, meer voor Hem.  Ze had zulke mooie plannen voor ‘hun’  toekomst gehad en cijferde zichzelf veel te veel weg.

Maar voor ze zichzelf helemaal kwijt was geweest had Hij geweigerd; alles vernietigend geweigerd. En ze had het niet zien aankomen. Afwijzing, voor de zoveelste keer. Afgedankt, afgekeurd en afgepoeierd.

 

“Ik was die vaas. Die prachtige mooie kristallen vaas.” Duizend scherven hadden stuivend de hoeken van de kamer opgezocht. Bloemstelen waren geknakt en water alle kanten opgespat.  “En dit is wat van mij overbleef.”  Ze was gebroken. “Ik word nooit meer wie ik was.”

Alle hoop op herstel verloren. Nooit meer gevuld met water. Nooit meer drager van iets geurig en mooi. Verwachtingloos. Hopeloos.

 

Nu keek ze naar het onverwachte geschenk in haar handen. Zag in verbeelding Hem ermee aan het werk: hoe hij op  handen en knieën door de kamer had gekropen, hoe de scherven in Zijn kleding haakten en de splinters zijn vingers hadden verwond. Had het Hem pijn gedaan? Was er bloed uit de wonden opgeweld?  Was Hij verdrietig geweest? Had Hij gehuild?  Ze zag Hem aan zijn werktafel zitten met voor zich het hoopje versplintert glas. Hoe lang had Hij zitten puzzelen? Wat had Hij haar aangedaan?  Wat had Hij voor haar gedaan?

 

Voorzichtig gleden haar vingers over de kunstige creatie. Het postpakket had geen afzender vermeld maar het kon niet anders dan dat dit Zijn werk was: speelse doch doelgerichte lijnen, scherpe kantjes deels weg gevijld, deels functioneel behouden.  Er lag een pittige en misschien zelfs uitdagende flonkering in de vele hoekjes waarin het zonlicht vernuftig werd gevangen.  Datzelfde licht brak in de kern van elke scherf in een waaier van kleuren uiteen. Elke bolling werkte als een lens en terwijl de weerkaatste kleuren om haar heen schitterden als een hoopvolle regenboog keek ze naar het dansende figuurtje in haar handen.

Ze zag zichzelf.

 

De vaas zou nooit meer water dragen maar het glas zou altijd het Licht weerkaatsen.

 


(Geïnspireerd door twee fragmenten uit de film Joshua - fragment 1 ongeveer vanaf 1:09:00 - 2 vanaf 1:14:00)
joshua figuurtje

Van kijken naar een ander groei je zelf geen centimeter.

every time

Je eet geen chocoladecake om daarna de calorieën te berispen… 

Je weet pas hoe de vrucht van de Geest proeft als hij door de fruitpers  gaat…

Je wacht niet met bidden tot de verleiding aan de deur staat, je bidt vooraf dat je haar kan weerstaan…

Het maakt niet uit waarom ellende je overkomt; of het een test van God is, of je zelf de oorzaak bent, of dat iemand jou … het gaat er niet om waar de storm vandaan komt, het gaat erom dat je je erin staande houdt. 

  

Joyce Meyer had vanmorgen weer een paar sterke oneliners. En ja, ik weet dat er behoorlijk wat kritiek rust op haar persoonlijkheid en leer. Ik weet dat de roddels ook de deuren van vele christenen niet voorbij gaan. Ze zou niet theologisch genoeg geschoold zijn … zwemmen in het geld en zelfs een eigen privéjet hebben … ze zou teveel van leer zus en zo zijn …  

Hoewel ik haar theologisch zwak vind en haar preken soms teveel naar welvaartsleer vind neigen:  wees eens eerlijk, wat weten jij en ik werkelijk van haar dat we haar karakter of levensstijl kunnen veroordelen omdat haar leer niet in ons straatje past?  

En voor je haar ‘pakt’ op domme of zelfs ketterse oneliners: elke predikant heeft wel eens (of vaak) een vreselijke preek, zegt wel eens iets waarmee hij of zij de plank volledig misslaat. (Luther wordt ook niet compleet afgeserveerd omdat hij ooit beweerde dat je aan de brede heupen van de vrouw kon zien dat ze gemaakt was om thuis te blijven en kinderen te baren.)  Geen enkele spreker is bij iedereen geliefd en als het om gelduitgaven gaat: manlief hier dacht er ooit een keer over om een hele oude sloopversie van een Porsche te kopen om hem op te knappen, dit wilde ik niet vanwege ‘wat er gedacht zou worden’ als dat ding eindelijk – ooit – een keer glimmend op de oprit zou staan… “We weten in ieder geval waar de collecte naartoe gaat.” Ondertussen heb ik geleerd dat wat je ook doet mensen (ook christenen) altijd wel iets vinden om over te roddelen … nu wordt er hoogstwaarschijnlijk geklept over het feit dat we ‘zo luxe’ op vakantie gaan. Laatst zei iemand me:  “Goh, ik had ook dominee moeten worden.”  mijn repliek:  “Of docent, want ik verdien meer.”  (En ik krijg ook nog meer vakantie, een dertiende maand én een kerstpakket, maar dat terzijde.) Je kan niet in andermans portemonnee kijken, hoe graag je dat ook wil. Als je kritiek zoekt, zal je die altijd vinden…     

Wanneer Paulus in zijn brief aan de Korinthiërs (1:10-12) zegt dat we geen aparte groepen moeten vormen, niet allemaal iets anders over het geloof moeten zeggen en vooral niet moeten zeggen dat we helemaal van die of van die zijn, zegt hij dat niet voor niks. In het geloof moeten we geen goeroes najagen. Natuurlijk kan je een lichte voorkeur (noem het ‘klik’) hebben voor wat betreft spreekstijl of persoonlijkheid. Maar laat het daarbij. Elke bijbelleraar heeft zo zijn stokpaardjes en zijn manier van doen, maar wees je bewust dat het ‘feel good’-aspect bij een preek meer iets zegt over jezelf dan over de spreker. Moet je je iedere keer wel  zogenaamd gezegend voelen na een preek? Laat een écht goede preek je soms niet vreselijk miserabel voelen? Is welvaart en voorspoed altijd een zegen?   

Wat wij mensen als zegen ervaren kan soms juist een vloek zijn, de storm die wij als vloek ervaren is heel misschien wel een zegen … 

Gelukkig maakt het niet uit of het zegen of vloek is: als we ons maar staande houden, als we zelfs onder druk de smaak van de vrucht maar tot uiting kunnen laten komen, als we onszelf maar meer onder de loep durven te nemen dan anderen.

 

Het kind moet niet met het badwater weggegooid worden, al is het badwater nog zo smerig. Dus wat je vanmorgen ook voor preek hoorde, hoe goed of hoe slecht je de spreker vond, wat vond je van de inhoud? Wat doe je met de preek van vandaag om te groeien in discipelschap? Of zelfs al ben je nergens geweest: hoe kan Gods Woord jou geestelijk helpen groeien? 

Nog zo een quote van Meyer:  Het is niet erg om nog niet volgroeid te zijn … als je maar blijft groeien.   En met het kijken naar een ander groei je zelf geen centimeter… (mijn quote)   

Science of happiness

Over een paar weken mag ik mijn 4 havo leerlingen lesgeven over ‘geluk’.

Notabene ik… Ik die overgevoelig ben geweest voor somberheid en depressie. Ik met de burn out van nog maar een paar jaar geleden wat het zwaarste dieptepunt ooit was. Ik die er 35 jaar over heeft gedaan om eindelijk een soort van gelukkig te kunnen zijn met mezelf.

Gelukkig met mezelf – dat maakte echt ’n verschil! Tussen haakjes, ik heb het nu even over hoe ik ben, inclusief kwaliteiten zowel als valkuilen. Qua uiterlijk ben ik ‘iets’ minder gelukkig 😅. Dus wie mij wil sponsoren voor wat cosmetische ingrepen kan zich direct melden: ik ontvang u hartelijk. Nee, grapje (niet echt maar toch 😅).

Anyway… Ik mag lesgeven over geluk en over dat wat je gelukkig maakt. Een gedegen voorbereiding was en is dus op z’n plaats. Zo kwam ik tijdens wat onderzoek terecht bij een prachtige reeks filmpjes van Science of happiness waarbij op semi-wetenschappelijke wijze uitgezocht en getest wordt wát een mens nou gelukkiger kan maken. En rara 1 van die filmpjes benadrukt het belang van ‘dankbaar zijn’ als geluksverhogend aspect.

Dus wat ga ik mijn stuudjes leren? Het belang van ‘Je zegeningen tellen’! Nou zo zou het in tale Kanaäns weerklinken… Ik verpak het uiteraard iets anders.

Maar denk nou eens zelf: hoe kan je dankbaarheid aanleren? Hoe train je jezelf om je dankbaarder te voelen? Hoe moet dat, je zegeningen tellen? Het klinkt veel simpeler dan dat het in werkelijkheid is…

Wanneer je geluksgevoel je in de steek laat is het helemaal niet zo vanzelfsprekend om een lijstje te maken van alles waar je wél dankbaar voor kan zijn. En zelfs als het je lukt om zo een waslijst aan kleine dingen op te schrijven… Wat dan nog?

Afgelopen weken heb ik menigmaal liggen janken, gillen, kronkelen en kermen van de pijn. Wanneer de pijn daalde tot een min of meer ‘verdraagbaar’ niveau kon ik vaak niets meer dan alleen maar liggen. Soms kon ik niet eens uit bed om naar wc te gaan. De pijn vermorzelde haast elk grammetje geluksgevoel. En toch was daar mijn echtgenoot die me troostte, waste, mij m’n medicatie toediende, het huishouden overnam… Zoon 1 ondersteunde hem en mij waar hij kon. Wanneer manlief weg moest voor z’n werk was het mijn zoon die me uit bed tilde en me naar de badkamer hielp… Zoon 2 kwam regelmatig even bij me op bed zitten, leidde me wat af, maakte me lekkere broodjes, thee of wat anders. Tijdens de pijnaanvallen was het onmogelijk om ‘dankbaar’ te zijn… Ik moest de pijn zien te overleven… Maar wanneer het ook maar kon bleef ik mezelf en hen benadrukken hoeveel mazzel ik met ze had. Ik appte erover, blogde erover, vertelde het aan iedereen die me vroeg hoe het ging. En belangrijk: ik bleef het tot in detail aan mijn 3 heren benoemen. “Dank je dat je me (weer) tilt.” “Dank je dat je de moeite neemt me te wassen.” “Dank je dat je naast al je werk ook zoveel voor mij doet.” Dank je voor …

Dankbaarheid zit hem niet in het maken van een zegeningenlijstje. Dankbaarheid zit hem in het elkaar benoemen wat je waardeerde en waarom, in het vertellen wat het met je doet en deed, in het openlijk erkennen en accepteren dat de ander je aanvult waar jij niet meer kan…

“Tel je zegeningen 1 voor 1.” Klinkt zo wel heel anders hè?

Kijk vooral het filmpje van Science of Happiness wat me inspireerde. Voer eens dezelfde opdracht uit: neem een persoon in gedachte die belangrijk voor je is en schrijf een kantje vol met waarom precies. Benoem karaktereigenschappen waar je van houdt, acties die je waardeerde, wat je ziet aan inzet en moeite voor jou … Beschrijf niet 1 tekortkoming tenzij het er een is waarvan je geniet…Noem voorbeelden en hoe jij je daarbij voelde. Schrijf een heel kantje vol en eventueel meer als dat je lukt.
En dan… Bel die persoon op of meet hem of haar face to face om alles wat je schreef voor te lezen. Uit je dankbaarheid!

Pijn, verdriet en omstandigheden zullen er niet door verdwijnen, maar je geluksgevoel heeft behoorlijk meer kans van overwinnen. Dit was duidelijk te merken aan de proefpersonen in het filmpje.

Maar ik kan het je ook uit recente ervaring zeggen: het is best gek om te huilen van de pijn maar op een rare aparte manier toch gelukkig te kunnen zijn.

Try it!

IMG_5009.PNG

Als een dief in de nacht

Onze samenleving verarmt in hoog tempo. Ik schrik van de hoeveelheid discriminerende en rascistische opmerkingen die te pas en te onpas weerklinken uit zogenaamd zelfbehoud.
Je kan ook haast niks goed meer doen of er wordt gezocht naar het addertje onder het gras. De zoektocht naar persoonlijke vrijheid en eigen recht neemt dramatische proporties aan en verplettert het beetje participatiegedrag wat onze samenleving nog rest. … Het recht wordt steeds vaker in eigen handen genomen, emoties escaleren in dreigende taal en gebalde vuisten.
“Handen af van onze…” is de leuze die met priemende vingers en verwijtende blikken wordt gecommuniceerd.

Kleine zowel als grote momenten die de bedoeling hadden om plezier en samenhorigheid te brengen worden bedolven onder onbezonnen taal, achterdocht en zelfs haat of geweld.

Triest. Waar gaat het met onze maatschappij naar toe? “De maatschappij dat ben jij” was ooit een leuze. Er niets tegen doen, is wat mij betreft hetzelfde als meedoen. Maar hoe je je steentje bijdraagt ten goede of ten kwade kan niemand voor een ander bepalen.

Denk er eens over na… In wat voor maatschappij wil jij leven en hoe kan jij bijdragen aan de verwezelijking ervan?

Jaren geleden wist mijn broer het dramatisch heersende gedrag te vangen in een sinterklaasgedicht. Haat, homofobie, geweld… Alles wist hij erin te vangen.

Het gedicht op zich vond en vind ik behoorlijk grappig … Lees het op z’n Vlaams, lees de humor en tegelijk de tragiek:

Als een dief in de nacht.

’t is 5 december midden in de nacht,
ik lig in bed, de klok tikt zacht,
’t is 4 uur, ik maak me kwaad,
ik kan nie slapen, ‘k weet geen raad.

Plots, opeens en onverwacht,
gepiep, gekraak, geluid heel zacht.
Een voetstap, gebonk, een deur uit het slot,
Miljaar deju, iemand in mijn kot!

Een rover, bandiet, misschien de buren,
ik sluip, ik waak en zit te gluren.
Een donkere schim, een bruin gelaat,
Miljaar deju het is een Kroaat!

Ik vlieg erop en molesteer,
ik sla, ik schop en hij gaat neer.
Langs mij staat nog een illegaal,
‘k bewerk zijn smoel met nog meer kabaal.

Hij gaat neer en ik trap hem na,
hij brult en tiert en schreeuwt “Mamaaa”.

En dan staat daar een ouwe vent,
Bejaard, seniel en incontinent.
Hij zwaait en zwiert met ’n wandelstok,
’t is een janet: hij draagt een rok!

Ik denk, ik peins, wie is die vent?
Die baard, die jurk, ik heb hem gekend…
Miljaar de dieu, ik ken die dwaas,
’t is nondedoeme de Sinterklaas !

IMG_4972.JPG

Omhoog ↑