Geloven in dankbaarheid 

 

 Het is zo easy om dankbaar te zijn wanneer je ontvangt wat je hebben wilt. Maar kan je God ook vertrouwen én danken wanneer de boel in het honderd loopt? Of wanneer je gebeden niet verhoord worden?  

Sinds december is zoon 1 bezig geweest met zijn toelating voor de opleiding mechatronica bij de marine. Informatiedagen, sporttesten, gesprekken … Overal rolde hij doorheen en zijn enthousiasme voor wat de toekomst bood groeide. 

Wat een teleurstelling was het dan ook toen middenin examentijd bleek dat er een foutje was gemaakt en de weinige plekken reeds vergeven waren. Zoonlief moest een andere opleiding kiezen maar mocht eventueel wel op de wachtlijst. 

 En wat doe je dan? De keuze viel zwaar maar we ‘gokten’ op een afvaller – hoopten en verwachtten dat God wel in een uitkomst zou voorzien. 

Niet zo netjes maar stiekem hoopten we dat iemand niet zou slagen of eea niet zou aankunnen zodat onze kleine grote man toch de opleiding van zijn voorkeur kon doen. En al benoemde ik dit wel -met enig schuldgevoel- naar God, ik kon er niet om bidden, immers dat zou een teleurstelling voor de ander zijn.  Dus maar loslaten en het van Hem verwachten, intussen het beste makend van de situatie. 

Het was mijn moeder die me afgelopen weer erop attendeerde dat ik ook anders kon bidden. Zij bad dat iemand heel bewust zou kiezen voor een andere opleiding of dat God in ieder geval iemand op een andere weg zou leiden. … Mooi hè (ik weet het, mijn moeder is een geweldig mens maar meer dan dat een fantastische bidder in geloof!)  

Door op deze wijze te bidden kreeg ik zelf meer rust in wat zou komen, en al zou er nooite een plekje vrijkomen, God zou zoonlief wel op de juiste plek zetten. 

En dan komt vandaag het bericht dat er een plekje is vrijgekomen en hij gewoon de opleiding van zijn keuze kan doen. … Hoe mooi is dat?  

Zien op Jezus

bijbeljournaal numeriVolgens mij heeft elk gezin wel een rommellade. En herken je dit: je moet wat hebben, kijkt in de la maar ziet het niet liggen. Of sterker nog, je weet ineens niet meer wat je hebben moest.  Tussen kijken en zien ligt een hele wereld.

Wanneer Gods volk door de woestijn trekt vergeten ze al snel hoe wonderlijk hun God is en hoe spectaculair hij hen redde uit Egypte. Ze gaan allemaal hun eigen gang en misdragen zich stuk voor stuk. Lijkt mij stug dat ze dit gedrag van zichzelf niet door hebben gehad…  Maar hoe vaak ‘weet’ je wel dat je iets anders zou moeten doen maar doe je het niet? (Hoeveel snoepjes eet ik wél terwijl mijn lijn het eigenlijk niet kan hebben? En natuurlijk liggen de kilo’s niet aan mij maar aan de medicatie en kan ik niet bewegen door m’n rug …)

In ieder geval loopt het de spuigaten uit en God straft ze met een slangenplaag. Bij bosjes vallen ze om. Maar God geeft ze ook een uitweg. Mozes moet een koperen slang op een stok bevestigen en wanneer ze hun blik daarop richten zullen ze niet sterven van de giftige beten. Het was meer dan een oppervlakkig kijken. Want met het oprichten van hun hoofd en het focussen van hun ogen moesten ze wel erkennen dat ze fout waren geweest, gestraft werden maar hun heil bij God konden halen. Ze moesten het verschil zien tussen hun levenshouding zonder God en wat het is om te leven mét Hem.

Zo gaf de slang des doods bij erkenning hun het echte leven.

Wanneer Johannes spreekt over het verhogen van de mensenzoon speelt dit verhaal in zijn achterhoofd. Iedereen maakt fouten, allen hebben gezondigd, maar om ons leven te kunnen behouden moeten we opzien naar Jezus. We kunnen wel kijken naar Hem en weten dat het anders moet of kan, maar opzien … ? Durven we al onze fouten, zonder slappe excuses,  te erkennen en voor Zijn troon te leggen? Durven we onze zondige levensstijl achter ons te laten en te kiezen voor een écht leven met Hem?

Kiezen voor het eeuwige leven is dagelijks opzien naar Hem.

 

 

(Biblejournaling: pennetjes van de Action op doorzichtig tekenpapier en ingekleurd met Bruynzeel Design potloden met doezelaar.)

(On)mogelijk bij God

 

 Wanneer ik ergens stevig van baal moet je niet bij me aankomen met een dooddoener als ‘God heeft vast wat anders op het oog voor je.’ Helemaal kriegel word ik daarvan. Waarom? Omdat daarmee mijn moeite of teleurstelling als een bagatel wordt afgeserveerd en er eigenlijk gezegd wordt ‘Stel je niet aan.’, ‘Ik heb geen zin in sip gedoe dus gedraag je aub weer vrolijk.’ of iets dergelijks. 


Wanneer je iemand wil bemoedigen kan je dat niet even snel snel doen. Bemoedigen en opbeuren doe je door eerst en vooral naast die persoon te gaan staan en hem of haar te laten weten dat je betrokken bent. Wanneer je veel dagdagelijks contact hebt is die betrokkenheid er vaak al sowieso maar wanneer je elkaar alleen maar af en toe op fakebook spreekt kan dat behoorlijk anders liggen. 


Het erkennen van andermans moeite of verdriet is een stap die je, wat mij betreft, nooit mag overslaan. Het toont gevoeligheid en medeleven. Pas wanneer je op dit niveau kan praten met elkaar kan je de ander wijzen op dat wat mooi, waardevol en bemoedigend is. Pas dan heeft het ook echt effect. 


Wanneer God Maria uitkiest om Zijn zoon negen maanden lang bij zich te dragen, te baren en op te voeden, stuurt hij een engel om dat schokkende nieuws op een persoonlijke wijze over te brengen. Ongetrouwd zwanger wezen kon je dood betekenen en anders in ieder geval een leven lang met de nek aangekeken, dus zoiets zet je niet even in een whappje of mail.  Hoe ze dat moet bolwerken in haar eentje?

“Bij God is niets onmogelijk.” Antwoordt de engel haar. 


Maar ze staat er niet alleen voor. Elisabeth ontvangt ook een wonder en daar kan ze voorlopig mee optrekken. God geeft haar iemand die haar begrijpt, iemand die naast haar staat en haar kan bemoedigen met dezelfde woorden als van de Engel. Niet als dooddoener maar als een belofte waar ze op mag vertrouwen.  


Dat vertrouwen wil trouwens niet zeggen dat God altijd in een leuke uitkomst voorziet. Maria moest tussen de beesten bevallen, heeft jarenlang als vluchteling geleefd, werd bij thuiskomst als overspelige aangekeken en ze kon uiteindelijk haar zoon, na een intense lijdensweg, begraven. Vertrouwen betekent dat je je eigen idee van wat goed is leert loslaten en welke uitkomst dan ook accepteert omdat je weet dat Gods wegen ondoorgrondelijk zijn… 




Wanneer jij ergens mee worstelt hoef je dat niet weg te stoppen. Je hoeft het niet te (laten) bagatelliseren. Je mag je twijfel of verdriet hardop erkennen, net als Maria. En daarnaast mag je weten dat bij God niets onmogelijk is en je Hem mag vertrouwen, wat de uitkomst ook zal zijn.  

Waarom Pasen wel om eitjes draait …

eggcellent“Hoe diep kan je zinken?” Vandaag hadden een stel leerlingen het over de Roelvinkjes. Het kijken naar dat programma alleen al is onder een aantal van mijn pubers not done. Begrijpelijk. Héél begrijpelijk. No offense voor de knul hoor. Ik begrijp heel goed dat real life tv verre van real life is en dat het hele georkestreerde drama hem totaal geen recht hoeft te doen … Maar dan zap ik vanaaf richting The Passion en zie ik minister Roelvink als Barrabas. Of ik het uiterst toepasselijk of eerder misselijkmakend moet vinden weet ik niet.  Iig zap ik nog geen paar minuten later verder.

Social media explodeert van de  ‘Passion’berichtjes. Voornamelijk, herstel , alleen van christenen??  Eigenlijk vind ik dat er al genoeg gezeik is over wat allemaal niet christelijk genoeg is en vind ik het initiatief om dit te organiseren uiterst lovenswaardig. Wie zijn kop boven het maaiveld durft uit te steken kan ‘wat’ commentaar verwachten. (En wat dat betreft hebben nogal wat christenen de gave van kritiek.) Dus van mij hoor je niets negatief over The Passion.  Wat niet wil zeggen dat het me aanspreekt overigens. Hoeft ook niet. Ik behoor niet tot de doelgroep … hoop ik … denk ik.

“Gelooft u in God” “Ja” “En in geesten” “Ja” “Oh, ok…” Na het Roelvinkgesprek schakelen m’n stuudjes ineens over op een ander gespreksonderwerp. Ze snappen dat ik in geesten geloof, want het bestaan daarvan vinden ze aangetoond. Het bestaan in God echter niet. “Heeft u het idee dat uw gebeden ook echt verhoord worden?” Instant denk ik aan onze laatste vakantie en de laatste 4 plaatsen in het vliegtuig die we wonder boven wonder wisten te bemachtigen maar voor ik kan antwoorden schakelt mijn brein door naar andere gebeden waarbij ik het idee had in het luchtledige te brabbelen.  “Bidden doe je niet alleen om iets te krijgen – soms kan je met God ook gewoon e.e.a. op een rijtje zetten.” “Oh,ja.” Aan de reactie te zien was het een logisch antwoord.

The Passion heeft mij niet als doelgroep. Ik geloof al. Ik hoef niet ‘geraakt ‘ te worden om een ‘paasgevoel’ te doen ontwaken. Ik hoef het ook niet massaal op social media te delen met een juffenvingertje in de lucht wat duidelijk maakt dat Pasen om Jezus en de opstanding draait en niet om eitjes en de paashaas. Wie dat niet weet heeft geen boodschap aan die boodschap. En wie dat wel weet ook niet. Of The Passion compleet ‘ongelovigen’ als doelgroep heeft weet ik echter niet zo zeker. Ik vraag me af of ze die er echt mee ‘bereiken’. Dan bedoel ik verder dan een spiritueel getinte mooie voorstelling.  Tja … wie willen ze het liefst bereiken met dit programma? En gaat het wel om bereiken of eerder om bereikbaar zijn?

Vandaag deelde ik eitjes uit aan mijn mentorleerlingen. Voor elke dame en heer had ik een satijnen zakje met iets van 5 chocolade eitjes. Ik had voor ieder een kleine persoonlijke bemoediging op de zelfgemaakte labeltjes gezet. Op de voorkant van het labeltje stond: “You are EGGcellent”. Eén van de knullen keek verbaasd op van het presentje in zijn handen en zei met een zucht “U bent echt lief!” “Dat is 1 van mijn talenten.” knipoogde ik in antwoord.

Kritiek op The Passion komt van alle kanten. Maar in ieder geval lukt het de EO wel om heel wat mensen stil te doen staan bij de boodschap waarvoor Jezus op aarde kwam. Wat mij gebruiken ze dus de complete Roelvinkclan als dat mensen aanspreekt. Wanneer de gezongen nummers en de gekozen acteurs de aankomende weken op tv, radio of in het café de revue passeren zal menig kijker en luisteraar terugdenken aan dit spektakel.  Het gaat dus niet om 1 theaterstuk, 1 avond of 1 bijzonder weekend. Het gaat om dé boodschap die dag in dag uit doorleefd én uitgedragen wordt.  Thuis, op school, op het werk, onder vrienden, collega’s, familie …

 

 Liefde moet het nr. 1 talent zijn van ieder christen! Niet alleen met Pasen. Maar elke dag weer. En als eitjes daarbij helpen … 

Werkloosheid in de bijbel

loesje werkloosIn de klas hebben we het nu over de parabel van de werkers in de wijngaard. Voor verstokte christenen een overbekend verhaal.

Jezus vertelt dit verhaal naar aanleiding van de vraag hoe je in de hemel komt. Hij begint met het standaard Joodse riedeltje dat je God moet liefhebben enz enz. Maar wanneer de rijke jongeman aangeeft dat hij al die Joodse regeltjes al zowat zijn hele leven volgt geeft Jezus hem het advies om al zijn bezittingen te verkopen en hem te volgen.

Al je bezittingen … zou jij je huis, je auto, je tv, je bed, je voorraadkast, ALLES verkopen om Hem te volgen? De jongeman kan het in ieder geval niet. Beteuterd druipt hij af. De discipelen zijn hevig ontsteld en vragen zich hardop af of er nog wel iemand is die dan wel gered kan worden…  Maar Jezus maakt het ze glashelder: bij God is alles mogelijk, mits je Hem maar volgt.

 

Zou jij in staat zijn, nu, vandaag, om heel je hebben en houden te verpatsen? Hoe vast zit je aan je spullen? Eigenlijk is het geen eerlijke vraag. Tussen de cultuur van toen en nu heerst een mega-grote kloof. Destijds was het vrij ‘normaal’ om – wanneer een rabbi je ‘wilde’- alles achter te laten om bij hem in de leer te gaan. Het was bijzonder, iets wat maar weinig mensen was weggelegd omdat je bij de slimste slimmeriken moest horen die de heilige boeken door en door moest kennen … pas dan had je ooit, misschien een kans dat een rabbi je goed genoeg vond dat je hem mocht volgen. Wanneer je een rabbi volgde, deed je dat soms jarenlang en gedroeg je je zoals hem, je deed wat hij deed, negeerde wat hij negeerde, leerde wat hij leerde. Copy cat. Leren en groeien door te volgen. Anyway, als je die kans kreeg, deed je dat. Dat deze jongen dit bewust niet wil zegt dus iets over zijn leerbaarheid, over de waarde die hij hecht aan het ‘gemakkelijke’ leventje. De ‘eer’ was ondergeschikt aan zijn rijkdom. Hij was niet bereid om alles los te laten en te leren leven als Jezus.

 

Het volgen van een rabbi was dus sowieso voor bar weinig mensen weggelegd. Hoe kan Jezus dan stellen dat dit een voorwaarde is om in het koninkrijk te komen? Logisch dat de discipelen zowat half in paniek raken… Bij God is alles mogelijk, mits je Hem maar volgt. Hoe dat dan precies werkt legt Jezus uit aan de hand van het verhaal van de werkers in de wijngaard.

Samengevat: er is een wijnboer wiens druiven dringend geoogst moeten worden. Zoals gebruikelijk gaat hij naar het arbeidsbureau van die tijd – de markt- om net als andere werkgevers arbeiders in te huren. In die tijd had je vooral dagloners. Mensen die brood op de plank wilden gingen ’s ochtends vroeg naar de markt en hoopten erop dat iemand een baantje voor ze had. Aan het eind van de dag ontvingen ze dan het afgesproken loon om de volgende ochtend hetzelfde ritueel weer te ondergaan. Er was geen sociale zekerheid, geen financieel vangnet, het was een gure en onzekere tijd voor veel werkzoekenden. Enfin, de wijnboer huurt die ochtend een stel kerels in, het aantal wat hij denkt nodig te hebben en spreek een behoorlijk loon met ze af. Echter, na een paar uur ziet hij dat hij toch werknemers tekort heeft en hij haast zich weer naar de markt in de hoop dat er nog mensen zijn… En ja er staan er nog genoeg. Allemaal lui die niet zijn uitgekozen door andere werkgevers en al bijna de hoop op een avondmaaltijd hadden opgegeven.  Weer een paar uur later heeft de wijnboer door dat hij er nog steeds te weinig heeft… en weer gaat hij naar de markt. Het is echt het ‘afval’ wat achterblijft natuurlijk, want de sterke, bekwame arbeiders zijn er door anderen al uitgeplukt. Zo gaat dit een aantal keer. Iedere keer weer kiest de wijnboer weer nieuwe mensen… En met allemaal spreekt hij telkens hetzelfde dagloon af.

Aan het eind van de dag, wanneer hij iedereen uitbetaalt zijn de eerste arbeiders pissed. Ze krijgen ‘maar’ evenveel als die zwakke, zieke en misselijke ouwelui die halverwege of zelfs aan het eind van de dag pas werden ingezet. EVENVEEL! Belachelijk vinden ze het. Maar de wijnboer houdt voet bij stuk: “Ik had dit bedrag met je afgesproken – dit is wat je krijgt – ik doe met MIJN geld wat IK wil.”

 

De meeste leerlingen zijn het met de eerste arbeiders eens. Wie meer werkt moet ook meer krijgen. Maar wanneer ik ze wijs op hun oude opa’s en oma’s, de zieken of gehandicapten, op langdurig werklozen … niemand wil dat wie dan ook sterft van de honger. Voor sommige mensen is een uitkering noodzakelijk om te kunnen leven. .. Natuurlijk kan er stevig misbruik van gemaakt worden, maar in het verhaal las je alleen maar over mensen die wel wilden werken maar de kans niet kregen. Voor hen leek het – naarmate de dag vorderde- steeds onmogelijker om geld in het laatje te krijgen. Misschien konden ze fysiek niet eens de hele dag werken en heeft de wijnboer dat gezien en ze daarom pas later aangenomen… Dan is hij eigenlijk wel heel vrijgevig … Als alle werkgevers zich als deze wijnboer zouden gedragen, dan zouden er in ieder geval veel minder werklozen zijn.

 

Wat Jezus met dit verhaal wil zeggen: bij God is alles mogelijk. Daar waar mensen niet meer kunnen, begint God. Wanneer je hem wel wil volgen, dan tilt God je over je kunnen, over je mogelijkheden, heen. Waar jij onbekwaam bent, geeft God je alsnog kansen. Hij laat je uitblinken op je eigen unieke wijze.  Wanneer jij iets slechts deels kan, vraag God je niet om het geheel. … Als je maar wil volgen.

 

De vraag is dus … wil je wel?

 

 

WWJD: Je kind leren schelden

scheldenHaast iedereen vindt dat het niet mag maar iedereen doet het, de één wat meer of wat grover dan de ander.  Op facebook werd laatst een foto gepost tegen schelden met ‘kanker’. En ik snap het: dit als scheldwoord is kwetsend omdat velen (in)direct geraakt worden door deze rotziekte.

Mijn primaire reactie op de foto was ‘Schelden moet sowieso niet.’ Maar stiekem (vergeef me, ik weet ook niet waarom) stoorde ik me aan het feit dat kanker er als scheldwoord tussenuit gehaald werd. Komen er ook foto’s op facebook tegen schelden met kut, lul, bitch, homo of tyfus? Er zijn op deze wereldbol meer mensen met een lul dan met kanker en ook kut vind ik hoogst ongepast. Dus waarom focussen op ‘kanker’ als we het over schelden hebben? …

Moeten we wel tégen schelden zijn? Schelden is een manier om je eigen boosheid en frustratie te uiten wanneer dat met gewoon overleggen niet meer kan. Door te schelden met iets ‘erg’ laat je de ander (hopelijk) schrikken over hoe intens zijn gedrag je raakt. Schelden is een manier van communiceren wanneer woorden niet afdoende zijn. Vooral voor pubers want juist zij zitten in een fase dat ze moeten leren zichzelf te onderscheiden en daar hoort bij dat ze uitdrukken hoe erg iets ze raakt. Lastig genoeg zijn ze nog niet bij machte om daarbij niet in extremen te vervallen. Dit heeft met hersenontwikkeling zowel als met woordkennis en opvoeding te maken, maar absoluut niet met opvoeding alleen!

Helaas is onze samenleving steeds softer aan het worden. Kunnen we steeds minder hebben. Wanneer iemands gedrag een langdurige, slopende en zeer verdrietige uitwerking op je heeft mag je vooral niet de vergelijking met kanker maken (wat dan  juist het goede woord is.). We leren onszelf en onze kinderen vooral om boosheid in te houden, niet te laten zien hoe gefrustreerd je bent en vooral niet uiten, want dat hoort niet. Met als gevolg dat verontwaardiging en onvrede aan het sudderen gaan en uiteindelijk uitmonden in een uitbarsting van jewelste, een burn out, extreem gedrag, verwijdering of … .

 

Het is misschien een niet zo populaire mening maar ik denk dat schelden per definitie wel ok is. Je moet alleen weten hoe, waarom en wanneer.  De manier waarop je scheldt kan goed of (meestal) fout zijn… niet alles maakt dat schelden geoorloofd is… lang niet elke situatie is geschikt om te schelden.

Jezus schold. Schelden is dus ‘bijbels’. Schelden is christelijk. Nouja, laten we het genuanceerder zeggen: schelden hoeft niet zondig te zijn.  Addergebroed (ouderwetse versie van naaier wat mij betreft) en wit gekalkte graven waren Jezus’ favorieten. In die tijd en die omgeving was het niet ondenkbaar dat je gebeten werd door een giftige slang. Na een beet waren je overlevingskansen erg klein. Adders waren er genoeg en het kon iedereen overkomen… De gemiddelde leeftijd lag ook niet (meer) zo hoog als nu, oorlog en politieke onvrede was orde van de dag en graven werden met enige regelmaat hergebruikt, mede daarom werden ze ook ‘opgelapt’ en witgekalkt: om het mooier te doen lijken dan dat het was, maar aan de binnenkant zat rottigheid (letterlijk). Iedereen had dus (net als met kanker) (in)direct te maken met deze omstandigheden. Toch gebruikt Jezus deze termen om uit te drukken hoe gefrustreerd, verontwaardigd en boos hij is. Van minstens 1 geval is bekend dat hij er ook agressief bij werd en stoelen, tafels ea. tegen de grond aan smeet.  Maar hij koos wel uit wanneer het ‘ok’ was om te schelden. Het hoe, waarom en wanneer zijn cruciaal.

 

Laatst had zoon 2 een soort van verhitte discussie met zoon 1. Hij had geleerd dat iets niet mocht wat zoon 1 wel wou doen. Een derde persoon mengde zich stiekem in de discussie door achter de rug van zoon 2 om, zoon 1 op te stoken zijn zin door te drijven. Zodra ik dit door kreeg maakte ik het ‘openbaar’ en vermaande deze volwassene om vooral niet stiekem deze onenigheid aan te wakkeren. Zoon 2 was diep verontwaardigd, keek de persoon in de ogen en zei ‘Naaier!’. Ik kon er niet boos om worden. Heb hem ook niet terecht gewezen. Hij had gelijk en ondanks zijn niet zo fraaie woordkeuze maakte hij de ander wél gelijk duidelijk dat deze onfair en partijtrekkend bezig was en dat hij zich verongelijkt voelde. Ik was zelfs een beetje trots op hem (vooral omdat hij het bij dat ene woord hield en de situatie daarna liet voor wat het was.) hij had het hoe, waarom en wanneer goed uitgekozen.

Schelden moet kunnen. Net als snoepen. Net als seks. Alleen kan het niet zomaar, altijd of overal en is t lang niet altijd gepast. Maar ‘verbieden’ is net zoiets als je puber ‘verbieden’ junkfood te eten… We kunnen beter onze kinderen leren hoe, wanneer en waarom schelden wel kan. Anders doen ze t stiekem, liegen erover of dragen ze de gevolgen van opgekropte frustratie…
 

Ik ben trouwens wel benieuwd … hoe leer jij je kind zijn boosheid en frustratie (ten opzichte van de ander) uiten?

 

 

Noot:

Voor iedereen die (in)direct met kanker te maken heeft, ik wil met bovenstaande in geen enkel opzicht afbreuk doen aan het lijden en verdriet wat dit met zich meebrengt. Ook ik vind dat de naam van deze ziekte veel te vaak, ongepast, toegepast wordt.

Bron foto: Ad.nl

Ere zij God en Vré-é-de op aarde

wereldvredeElke zondag krijg ik een ‘binnenkamer’ van Sestra in mijn inbox; een korte overdenking – een bijbeltekst, thema of gedachte om als christen even bij stil te staan. De ene keer spreekt het me meer aan dan de andere keer maar ik weet dat het soms een bevalling kan zijn om wéér een stukje te ‘moeten’ schrijven dus waardeer ik de schrijfsters zeer.

Vandaag was het thema ‘Vrede’. De meeste kerstdiensten eindigen steevast met het Ere zij God en haar vree-é-de op aarde. Maar wat is vrede eigenlijk? In het woordenboek lees je dat vrede een toestand van rust is of een toestand zonder oorlog of onenigheid. Ik denk echter dat het woord ten diepste herstel met God betekent.

Wanneer God ziet dat de mens nooit of te nimmer bij machte zal zijn om de relatie met Hem te herstellen stuurt Hij zijn bloedeigen Zoon. De hele reden dat we met Kerst de geboorte van Jezus vieren is omdat God daarmee onze verlossing op het oog had. Hij wilde dat onze relatie met Hem weer werd hersteld.  Dat is de gedachte achter kerst. Dat is waarom we vréde op aarde zingen.

Wanneer Jezus zijn wonden aan de discipelen laat zien terwijl Hij hen vrede belooft wordt een schril contrast zichtbaar. Enerzijds had je de Romeinse wereld vol intriges, oorlog en onzekerheid; een wereld waarin Gods zoon gemarteld en gekruisigd werd en herstel verder weg dan ooit leek. Anderzijds stond Hij daar: de Strijder voor gerechtigheid, de Brenger van heil, de Vredevorst die kwam in de gedaante van een kwetsbaar kind zodat de mensen weer vrij en zonder schroom tot Hem konden naderen. …

 

Vandaag de dag lijkt er niet veel veranderd. We leven nog steeds in dezelfde gebroken wereld met oorlog, haat en nijd. Een wereld zoals God hem voor ogen heeft lijkt nog even ver weg. Het contrast met de boodschap van Kerst lijkt haast groter dan ooit. Misschien dat daarom zoveel mensen de feestdagen liever overslaan; omdat dit contrast juist benadrukt wat ze verloren hebben, wat hun verdriet doet, welke onrust er in hun harten leeft …

Maar Jezus heeft met zijn komst, met zijn lijden en sterven, ons Zijn vrede gegeven. (Joh 14:27) Hij heeft onze relatie met God hersteld. De werkelijke vrede is nu in ons bezit, vrede is ons eigendom. Vrede is een onderdeel van de vrucht van de Geest; een eigenschap waarmee we kunnen werken aan onderlinge eenheid en verbondenheid; een werktuig die strijd tégen oorlog en onenigheid. Vrede is een verantwoordelijkheid; het is aan ons om het uit te delen. Het is aan ons, om de vrede die in ons leeft, te verspreiden zodat het Ere zij God en het vrede op aard ultieme werkelijkheid wordt.

 

Wanneer je aankomende week dit lied zingt, zing het dan niet alleen uit dankbaarheid voor wat je zelf mocht ontvangen, zing het ook – en misschien vooral-  als een belofte; dat je de verantwoordelijkheid tot uitdelen zult dragen.

Heilige verontwaardiging?

Geestelijk leiderschap – er is al zoveel over geschreven. Een geestelijk leider moet kunnen luisteren, geduld tonen, inspireren, onderwijzen … ik heb er nooit zo over nagedacht, maar een geestelijk leider moet ook boos kunnen zijn.

Jezus werd ook boos. Hij gebruikte taal die anderen vér over de rand vonden… Hij schold met ‘addergebroed’ (een beest wat mensen met gif ziek maakt en zelfs dodelijk kan verwonden) ’huichelaars’ en met ‘wit gekalkte graven’ (aan de buitenkant mooi netjes maar binnenin stinkend naar rottigheid). Wanneer mensen de tempeldienst onteren twijfelt hij niet – is hij niet bekommerd om hoe mensen over hém denken, er ontbrandt een toorn in hem en hij neemt de zweep, slaat ermee in de rondte, gooit tafels en stoelen omver en schreeuwt dat Gods huis geen plek is voor jezelf; om er zelf beter van te worden, maar als huis voor de volken… Hij zegt het gelovige addergebroed eens flink de waarheid. Boosheid ten top.

Heilige verontwaardiging wordt het in christelijke kringen nog wel eens genoemd. Verontwaardiging om hoe christenen zich (in de kerk) misdragen en zo God en Zijn dienst onteren; het is een toegestane, gerechtvaardigde boosheid.

 

Het is een misvatting dat je als christen altijd maar je mond moet houden. Dat je niets mag zeggen en netjes binnen de lijntjes moet lopen. Het is niet zo dat je kwaad niet aan het licht mag stellen met woorden die je frustratie en verbolgenheid uiten. . Het punt is natuurlijk dat je boosheid uit wrok of persoonlijke wrevel niet mag vergoelijken met deze term. Het is niet zo dat ‘heilige verontwaardiging’ misbruikt mag worden om continue tactloos, schaamteloos of zonder al te veel liefde de ander met de waarheid om de oren te slaan… Aan de andere kant: hoe tactvol sloeg Jezus met de zweep? Hoe schaamteloos was zijn ‘schelden’? Waar was de liefde voor de ander in het omvergooien van diens koopwaar?

 

Afgelopen zondag werd er bij ons in de kerk een lied gezongen wat bij mij een gevoelige snaar raakte; Iets in het Engels over dat je naar het kamp van de vijand kan gaan om terug te halen wat je ontstolen is … en ik dacht verdrietig : ‘mijn (gesproken) stem’ … ‘als ik al iets wil ophalen, dan is het mijn stem’. Maar mijn hart dacht te vermoeid te zijn om daadwerkelijk dat vijandige kamp te betreden en ik bleef stil zitten…

… Vervolgens gebeurde er iets in de zaal, voor mijn gevoel kwam de eenheid in het geding, werd er (mogelijk onbedoeld) onrust gezaaid, het feit dat ‘het voorval’ niet op zichzelf stond maakte het voor mij erger. Ik heb al zoveel moeite met het ‘gezang’… het kost me soms al zoveel energie om de kerk als ‘Gods huis’ te ervaren – Voor mijn gevoel lachte de duivel me even recht in het gezicht uit en zei ‘Je komt die eenheid, die rust, jouw stem, toch niet ophalen in mijn kamp’… Er knapte iets… Hevige toorn ontbrandde in mijn ziel – ik werd witheet en ik kon niet anders dan die stem ophalen en gebruiken…

Verontwaardiging ten top – maar of het nou heilige verontwaardiging was … ?

De doodzonde van cupjes

Cupjes zijn een doodzonde. Echt waar. Het zijn de wolven in schapenvacht, de varkens in de tempel. Cupjes zijn een doodzonde.

Bedenk dat oma vroeger een gewone simpele cake bakte en die in overheerlijke dampend verse plakken onder de diverse gezinsleden verdeelde. Iedereen deelde van dezelfde cake. Zat er een rot ei in, had iedereen die geproeft! Welke máter familias bedacht ooit het verderfelijke plan om dit goddelijke cakebeslag te verdelen over kleine bekertjes die men in het Engels zo liefkozend ‘cup’ noemt? Het oer-degelijke traditionele familierecept wat sinds jaar en dag met de nodige zorg werd overgedragen van moeder op dochter dementeerde zo tot een hoogst individualtistisch laag aan de grond soort deeg. Geen traditionele ruzie’s meer over wiens plak nu dikker was dan de ander; geen onenigheid over wie het kapje moest eten of wat dacht je van het verlies van de gezamenlijke momenten van het samen eten van dézelfde cake. Erger nog, deze moeder, duivel in hoogst eigen persoon, zadelde dochterlief op met een grotere afwas. Cupjes veroorzaakten noeste kinderarbeid! Cupjes wonnen het hart van menig moeder…

Of herinner uzelf een ander heilloos cup-idee: In 1887 verscheen Satan in de gedaante van Herminie Cadolle. Waar mannen tijdenlang beschermd werden van de ergerlijke verleidingen van vrouwe boezem bedacht deze liederlijke dame dat het stevig insnoerende korset vervangen moest worden door een corselet: een combinatie van korset mét cup! De borsten herwonnen terrein en sindsdien is menig man gezwicht voor deze zondige verzoeking van een cup. Cups stonden aan de voet van de seksuele revulotie…

En dan hebben we het over cups tijdens de maaltijd des Heren… waar is de grote beker gebleven? Menig zondaar heeft enorme baat bij de wijn die tot verlossing leid! En wat voor verlossing! Sommige zonden zijn zo groot, daar kan een complete schaal met cups niet tegenop! Hoe bereiken we die schuldenaren, nu we per maaltijd maar liefst 2 flessen bezuinigen! Mijn hemel, de crisis heeft de kerk bereikt?!

Helaas: het kan nog erger! Met de cup sloop niet alleen het vervaarlijke Engels in ons doorwrochte taaltje, maar ook de zonde in de kerk! Nimmer hadden we de huidige schade kunnen overzien. De cup moest verbannen worden! Engelse Bijbels: verbrand! En als  de zondige gedachte aan de Engelse versie van Psalm 23:5 (mijn beker vloeit over /  My cup runs over) ons nog steeds verleidt moeten we die bladzijde misschien ook uit onze Bijbel scheuren… En als we dan toch bezig zijn: alle zondaars eruit! Weg ermee! De kerk is alleen een plek voor ware heiligen!

Nee, Ik kan me terdege voorstellen dat er ‘heiligen’ zijn die ons tegen deze verderfelijkheid willen beschermen. De volgende keer dat we in de kerk het avondmaal vieren met ‘cupjes’ in plaats van één enkele beker stel ik voor dat alle vrouwen zich ontdoen van bh en het koffieteam dikke plakken cake mét kapjes serveert… we verbranden alle Engelse bijbels en nimmer zingen we nog een Engels lied!

Cupjes tijdens het avondmaal. Doodzonde is het.

… Maar goed dat Christus voor die zonden is gestorven. En ons, compleet met verderfelijke aard, omhult in Zijn liefde. Nee, dames, hou bij de volgende maaltijd des Heren je bh maar aan, en breng cupcakejes mee, want het gaat om vergeving. Om de overwinning over de Boze; de victorie over alles wat ons ooit in verzoeking leidde. Met het brood en de cúpjes wijn gedenken wij het offer wat ons verlost van de macht van Satan. Het enige wat de Boze dan nog rest is een jammerlijke kreet die hopelijk tot verdeeldheid en vertwijfeling leidt…

Jezus was een AMA – over reizen gesproken-

Vannacht (Nederlandse tijd – hier was het 5 uur ’s ochtends) zat ik te denken … Hoe zit het met reizen in de bijbel? Ik bedoel – voor zover ik me even kan indenken gebeurde reizen meestal in een sfeer van verdriet of rottigheid. Wie waren de eerste reizigers en waarom?

Adam en Eva mochten als eerste hun spullen bijeenrapen om de hof van Eden te verlaten. We denken er misschien nooit over na, maar hoe lang zou die reis geduurd hebben? Met al die dieren in de tuin – die allemaal hun eigen space nodig hebben- met al die fruitbomen – hoe lang zouden ze erover gedaan hebben om weg te gaan? Dieren waarmee ze zij aan zij hadden geleefd. Dieren die Adam heel persoonlijk had gekend; een naam had gegeven… zouden ze afscheid genomen hebben? Of al die fruitbomen die ze hadden geproefd, zouden ze gedacht hebben dat ze die heerlijke smaak, het sap over hun lippen, nooit meer zouden proeven? Hoe was het om voor het eerst in je leven bang te zijn? Waren ze wel bang? Of kon dat niet omdat ze nog nooit iets ergs hadden meegemaakt?

Diepe gedachten op de vroege ochtend. Waren er in de bijbel ook mensen die voor de lol gingen reizen? Ik pijnig mijn hersenpan… Abraham trok weg van huis en haard om nomade te worden… Jozef word verkocht en maakt een slavenreis … Mozes dan, de vluchtende moordenaar die later voor straf 40 jaar door de woestenij moet zwerven… Jeremia, Jesaja, Noomi en Ruth,…

Elia is de eerste waarvan ik weet dat hij een ‘reis’ maakt die langer duurt dan nodig, gewoon omdat hij tijd voor zichzelf neemt. Helaas waren de omstandigheden niet zo best. Na mevrouw Zeepbel (Izebel) haar PMS-toestanden is hij helemaal uitgeput. Geestelijk compleet leeg gegeven. En in plaats van een paar reisdagen doet hij er maar liefst 40 dagen over om naar de volgende plek te reizen …’ff luisteren naar de wind’… oftewel ‘ff niksen’ ‘de boel de boel laten’… Maarja, een plezierreisje kan je dat niet noemen.

Jezus eerste reis is zijn vlucht naar Egypte. Thuis werden alle kleine babies uitgemoord en dus waren zowel zijn papa als Vader zo slim om hem het land uit te smokkelen. Zijn eerste paar levensjaren sleet hij dus als minderjarige asielzoeker… Als AMA in Egypte, zonder de nabijheid van zijn hemelse Vader… Een andere reis die hij maakt is de ‘pelgrimsreis’ naar Jeruzalem, met Jozef en Maria. Die letten daar zo goed op hun zoon dat ze hem nog kwijtraken ook. Later reist Hij stad en land af om van God te vertellen…

… en wij, wij reizen stad en land af waarvoor? Ik weet het, de laatste paar weken tweette en facebookte ik vooral over de zon, de zee, het strand en de alligators… Maar in de eerste plaats maken we de reis natuurlijk vanwege de conferentie; een aantal dagen helemaal ondergedompeld worden over hoe Gods Woord in deze wereld het beste (of beter) verkondigd kan worden… Onze kinderen daarin meenemend. En ja, net als Elia doen we er daarna even over voor we weer naar huis gaan.

Zijn we als Christen niet allemaal AMA’s? Alleen – zonder onze hemels Vader- Minderjarig als we denken aan Zijn eeuwigheid aan kennis en ervaring – Asielzoeker; of zoals de Schrift het zegt: Vreemdelingen en Bijwonders… niet ván deze wereld maar ín deze wereld, gemaakt om  Zijn grote daden te verkondigen?

Daar gaat ons plezierreisje  😉

Omhoog ↑