Change of face, place or pace

sara mobiel maart 2010 163Wanneer je bij jezelf ontdekt dat het vuur qua geloof  wat minder wordt heb je mogelijk nood aan “A change of face, place or pace”.

Een verandering van gezicht, plaats of pas. Soms heb je iets of iemand  nodig om je de juiste spiegel voor te houden, maar door iedere keer op dezelfde mensen te rekenen kan er gewenning optreden. Of soms (in mijn geval) kunnen (sommige) mensen -christenen zowel als ongelovigen – je juist afleiden van waar het in het geloof om draait. Af en toe daar verandering in aanbrengen is dus wijs.

Zo kan een verandering in plaats net zo een aanwakkerend effect hebben. Doe je stille tijd eens een keer geheel ergens anders. Bij wijze van zit je een keer aan de keukentafel ipv op de bank. Maar een keer in het bos of op het strand kan ook ontvlammend werken.

Wat voor mezelf het beste werkt is een verandering in pas. Even een ander ritme. Te vaak val ik in de kuil van haast-je-rep-je. Ben ik druk met werk, kinderen, huishouden of …. Een verandering in ritme, het inhouden van de tred waarmee ik aan alles voorbij loop is dan noodzakelijk om mijn vuur weer op te doen laaien. Dan is het tijd om te stoppen met lopen. Op mijn Heer te wachten, Hem weer voor te laten gaan en weer achter Hem gaan ipv voorop te rennen. Mij helpt het om te journalen in mijn bijbel. Gewoon al lezend tekenen. Het ontspant en motiveert me tegelijk.

Ik heb een aantal jaren qua geloof in de koelkast gezeten (op zich niet verkeerd hoor), het face-gedeelte hoeft voor mij niet zo (vooral niet in de kerk – sorry luitjes), qua plek zit ik het liefst op vakantie wat niet altijd kan en dus is mijn ritme heel belangrijk. Dus met regelmaat zit ik aan de keukentafel (toch weer die ‘place’) te tekenen.

Dit schilderij maakte ik jaren geleden (2008 als ik me niet vergis) maar is voor mij nog steeds actueel.

Hoe zit het met jouw liefde voor God? Heb jij nood aan “a change of face, place and pace?”

marcus 1015jeremia 4psalm 83

Een gezegend liefdeloos huwelijk

12032846_10206318898945718_9003962628064943760_oHet zal je maar overkomen; je zusje was helemaal hoteldebotel van die super aantrekkelijke hunk die met zijn plotselinge aanwezigheid het hele dorp op z’n kop zette. Aan de manier waarop hij soms opschrikt of achterom kijkt merk je dat hij wat op zijn kerfstok heeft en je vader weet er duidelijk meer van. Behalve z’n goede looks en de bereidheid te werken bezit hij niets, maar wanneer de maanden verstrijken blijkt hij handig, slim en inventief en weet hij iedereen voor zich te winnen. Vooral je zusje. Een steek gaat door je hart. Het is altijd je zusje die bij de kerels in de smaak valt. Je beseft dat je niet moeders mooiste bent maar toch doet het je verdriet.

En dan, na zeven jaar van knoeterhard werken komt de dag dat de held eindelijk met je zusje mag trouwen. De voorbereidingen zijn al wekenlang aan de gang; de uitnodigingen gingen de deur uit, de nodige dieren werden geslacht, zoete lekkernijen in honing geweekt, heel wat kruiken wijn werden aangevoerd en de kleurrijke bruidsjurk met gouden tierelantijnen is al veel te lang de eyecatcher in het vrouwenverblijf. Je hebt nog nooit zoveel kleuren gezien in 1 kledingstuk. Het gewaad is een koningin waardig. Je vindt het gaaf voor je zusje dat ze eindelijk mag trouwen met de man die maar liefst zeven jaar op haar wilde wachten, maar stiekem had je zelf …

Maar je vader heeft andere plannen. Je zusje wordt met een smoes weggelokt en jij moet in haar plaats met de oudere dames mee. Je wordt gewassen, je lijf ingesmeerd met de geurende oliën die eigenlijk voor je zusje waren besteld en voor je het weet ben je gehuld in al de lagen delicate stof van die mooie jurk en valt de sluier voor je ogen. Met een laatste zet sta je ineens voor de man van je zus haar dromen en wordt de huwelijksceremonie voltrokken. Hoe kan je vader je zus dit aandoen? Hoe kan hij dit jou aandoen? Waar is Elohim? Waarom staat God dit toe? Wat zal er gebeuren wanneer de waarheid boven tafel komt? Wat als hij het ontdekt voor …  je weet zeker dat dit je leven lang als een schandvlek zal zijn.

De wijn vloeit rijkelijk, de nacht valt, hij lacht en liefkoost en de olieën op je huid vermengen zich met zijn zweet. Misschien komt het toch nog goed.

Echter, wanneer de verneveling zich samen met de nacht terugtrekt openen zijn ogen. Zichtbaar ontdaan duwt hij je ruw van zich af en stormt de kamer uit. Woest wanhopig probeert hij verhaal te halen bij je vader, je zus huilt tranen met tuiten en terwijl de nieuwe onderhandelingen beginnen moet jij over tot de orde van de dag. Je huishoudelijke taken roepen. Je hebt je erbij neer te leggen. Je man wil je niet maar het huwelijk is geconsumeerd, je zult het ermee moeten doen. Nog een keer zeven jaar werkt je echtgenoot voor je vader. Hij moest en zou je zus als vrouw hebben. Wanneer hij ’s nachts bij je komt weet je dat zij het is naar wie hij werkelijk verlangt.

12046787_10206318897505682_6667307864322009137_nHet verhaal van Leah en Rachel (Genesis 29) heb ik altijd een vreselijk en dramatisch verhaal gevonden. Blind voor wat God voor hem op het oog had werkte Jakob  14 jaar lang om de mooie Rachel zijn vrouw te kunnen noemen. Wat een drama voor Leah. Je zal maar in een liefdeloos huwelijk zitten. Je zal je man maar moeten delen met je bloedmooie zusje.  …  Maar in een tijd waarin kinderen je status en toekomst vormden bleef Rachel onvruchtbaar en werd Leah gezegend met een heel stel zonen. Rachel mag dan de beauty zijn, maar wat mooi is aan de buitenkant hoeft niet vruchtdragend te zijn aan de binnenkant. Leah mag dan niet de voorkeur van haar man dragen, om haar heen krioelen de handjes en voetjes en kirren de stemmen van haar nageslacht en daarin blijkt de voorkeur van God. Dwars door alle afwijzing heen leert ze dat wat de mens negeert vaak door God wordt geselecteerd. Hij kiest de ongekozene. Hij is het die toekomst en status uitdeelt.

De jaren verstrijken en hoewel Rachel duidelijk zijn favoriet blijft, groeit Jakobs liefde voor Leah. Na jaren, wanneer de jonge schoonheid begint de verbleken opent God alsnog Rachel haar schoot en schenkt haar kinderen. Het is Rachels zoon die jaren later het gezin van de hongerdood redt. Het is de bloedlijn via Leah waaruit Jezus wordt geboren.

Wat in de ogen van mensen tot mislukken gedoemd lijkt, wordt bij God tot zegen geleidt, maar je moet wel de bereidheid hebben jaren van ogenschijnlijk onrecht te slikken.

(meer bible journaling: volg me op Instagram of Pinterest)

Bemoedigend bible journalen 

    De afgelopen weken heb ik mezelf flink bezig gehouden. De angst voor de operatie van morgen zit er behoorlijk in en ik heb geen zin om mijn tijd te verspillen aan gepieker en bangmakerij. Gelukkig zijn de eerste paar schoolweken altijd lekker druk en mag ik mentor zijn van een brugklas. Overdag was ik dus lekker bezig. ‘S avonds, wanneer manlief de deur uitging en de kids hun ‘ding’ deden nam ik alle tijd om heerlijk te bible journalen.   
 

 Foto’s van maaksels post ik op de facebook pagina waar de journalingcommunity zich ophoudt. Dagelijks vult mijn newsfeed zich allerlei creatieve uitlatingen van iedereen uit die groep. Het is heerlijk om je gedachten zo te laten vullen met beelden en woorden uit de Bijbel. Het maakt dat ik iedere dag weer zin heb om in mn bijschrijbijbels (ik heb er inmiddels 2) te kruipen en creatief aan de slag te gaan.  Ontspanning. 

De afgelopen dagen koos ik met name teksten die mezelf bemoedigden. En wat een reacties kreeg ik erop! Af en voelde ik me een beetje overdonderd door de vele lovende complimenten en lieve bemoedigingen.  

 

 Omdat velen me vroegen naar hoe ik die intense kleuren voor elkaar krijg (zonder dat ze doordrukken op het dunne bijbelpapier) hier een korte uitleg. 

Nodig:  (Micron)pennen, potlood, pastelpotloden, fixative, distress inkt, make-up-sponsjes, eventueel gelmedium. 

Voorbereiding: om te voorkomen dat eea doorbloedt moet je je pagina’s voorbereiden. Dit kan je een ‘beetje’ doen door er gewoon met fixative over te sprayen, maar dan laat eea soms nog een beetje door. Ik zit daar niet mee maar als je de andere kant echt ‘schoon’ wil houden gebruik je clear gesso of (zoals ik) gel medium (bij V&D gekocht). Het handigste is om een ‘worm’ op een oud bankpasje oid te spuiten en dan met een platte haal over je blad uit te strijken. Zo dun mogelijk met zo min mogelijk gewrijf.  Met een haardroger de blz droog blazen (door de hitte gaan de meeste kreukels eruit).  

Achtergrond: ik breng de inkt van het midden naar de randen toe aan. Met een make-up-sponsje van de action wrijf ik de inkt in cirkels uit. Wanneer ik wissel van kleur, breng ik de nieuwe kleur altijd deels over de vorige aan voor een mooie overgang. Op sommige foto’s zie je dat ik gebruik maak van een stencil om vormen aan te brengen, dit doe ik als laatst.   Wanneer ik her en der wat lichtere kleuren wil of ik wil wat kleuraccenten, gebruik ik pastelpotloden en wrijf ik deze goed uit met mijn vingers. Wanneer het uitwrijven preciezer moet gebruik ik een doezelaar. 

Tekening / tekst: afhankelijk van het soort medijm wat ik gebruik om de blz voor te bereiden maak ik de tekening als eerste of laatste. Met gelmedium als ondergrond ruïneer je je micronpennen en dus moet je dan of voor een ander soort fineliner kiezen of eerst de tekening zetten en daarna pas je blz. preppen.  (Micron drukt niet door dus kan veilig zonder medium gebruikt)  (Hoe je een tekening van een blaadje af kan overnemen lees je in de vorige blog) 

 

 Afwerking: witte vlekjes of witte letters kan je aanbrengen met witte inkt of witte gelpennen. Maar omdat ik deze niet heb gebruik ik een correctiepen (type-ex). De vlekjes maak ik 1 voor 1 maar je kan ook distress-ink-spray gebruiken. Voor deze laatste moet je blad wel met medium voorbereid zijn.  Wanneer ik helemaal klaar ben fixeer ik de boel met ‘fixative’. 

Het klinkt veel ingewikkelder dan het is maar gewoon ‘proberen’ en onthouden dat journaling a matter of heart is, not art 😇  

(Zit je niet op (mijn😅) Facebook – mn maaksels zet ik meestal ook op Instagram, gebruikersnaam: saralindenhols)  

   

   

Biblejournaling waarop letten?

Zoals beloofd een blog met hoe je het biblejournalen kan aanpakken. Er zijn haast oneindig veel mogelijkheden maar in deze blog belicht ik vooral de basis.

IMG_7342Wat je nodig hebt? Je kan beginnen met alleen maar een bijbel (of notitieboekje) en een pen of potlood!  Wanneer je een pen kiest let er dan vooral op dat deze niet doordrukt! Bij de Hema heb je al een soort van gelpennetjes van maar 1 Euro maar ik werk het liefst met pennen van Micron die vaak in Zentanglesetjes worden verkocht. Micron drukt niet door al zal het wel doorschijnen, maar dat laatste voorkom je haast niet. Naast de pennetjes kleur ik het liefst met pastelpotloden van Bruynzeel Design. Het nadeel van ‘goedkope’ potloden is dat ze weinig kleurstof in zich hebben en dat je nogal hard moet drukken voor voldoende kleurafgifte. Met de dunne blaadjes van de bijschrijfbijbel is dat niet prettig werken: de blaadjes kreuken of scheuren zelfs makkelijker. Bruynzeel pastels zijn erg zacht, geven een mooie intense kleur en je kan de kleuren mooi in elkaar over laten doezelen of – voor een ander effect- bewerken met penseel en water of met een soort terpentine. Je moet je tekening na afloop wel fixeren anders gaan de kleuren smoezelen (door elkaar lopen) of afgeven op de tegenover liggende bladzijde.  Wanneer je alleen werkt met pennetjes en potloden (met fixative) voorkom je dat je blz. gaan kreukelen. Zodra je werkt met inkt, water of iets wat vochtig is ontkom je niet aan dit kreuken al kan je dat wel beperken door een blad te ‘preppen’ oftewel voor te bereiden. Maar daarover in een andere post meer. Een ideale tip die ik via één van de facebookpagina’s opdeed was het maken van een testblad. Achterin je bijbel heb je altijd wel een paar lege (notitie)blaadjes. In ieder geval in de bijschrijfbijbel wel. Ik heb een paar van deze blaadjes in gebruik om materiaal op uit te testen. Zo kan ik zien wanneer iets wel of niet doordrukt of hoe materialen op elkaar reageren.

  • Kies materiaal wat niet doordrukt!
  • Gebruik de laatste paar bladzijden in je bijbel als testblaadjes!
  • Fixeer je bladzijde wanneer je zachte materialen als pastels of potloden hebt gebruikt.

IMG_7037Hoe begin je? Uiteraard lees en overdenk je eerst het uitgekozen tekstgedeelte. Hoe je dat doet is aan jezelf. Sommige mensen vinden het waardevol om de verzen uitgebreid te bestuderen, anderen vinden het ‘simpel’ lezen al voldoende. Doe vooral waar je je prettig bij voelt en wat past bij hoe je in het geloof staat.

Soms lees ik een gedeelte wel 3 of 4 keer over meerdere dagen verspreid voor ik een ‘beeld’ of idee krijg wat ik erbij wil doen. De ene keer is het een heel duidelijk beeld, van bijvoorbeeld een kind, een boom of bloem, de andere keer blijven alleen dezelfde woorden of een bijpassende spreuk hangen. Soms een combi. Soms blader ik door Pinterest of google images op zoek naar ideeën. Het gebeurt ook met regelmaat dat ik het idee van een ander gewoon jat omdat ik het zo mooi vind. Voordeel; binnen de ‘journalingwereld’ word dit jatten vooral als een compliment opgevat.

  • Voor ideeën: zoek naar voorbeelden op Pinterest of Google Images of meld je aan bij de facebookpagina ‘Bijbel journaling groep’. Je mag me ook volgen op instagram.
  • Zoek op termen als drawingcloser, biblejournaling, craftbijbel, bijschrijfbijbel, art journaling.
  • Leuke sites voor zowel tips als ideetjes al aanschaf materialen: Bible art Challenge (Amerikaans), Lucilight (Nederlands)

IMG_7344Wanneer je geen held bent met tekenen is het het gemakkelijkste om met de tekst zelf te werken. Op Pinterest heb ik gezocht naar mooie lettertypes en deze voor mezelf uitgeprint. Op deze manier leerde ik mezelf wat sierletters, want geloof me, mijn handschrift is niet het allermooiste. Je hebt op youtube ook allerlei tutorials hoe je eea mooi kan schrijven. Je hebt er ook heel wat filmpjes over hoe je allerlei creatieve technieken in je bijbel kan toepassen.

Ben je niet zeker van jezelf en wil je absoluut voorkomen dat je iets in je bijbel ‘verknalt’? Bedenk dan eerst dat het God niet gaat om de uiteindelijke uitwerking van je maaksel maar om het proces en het feit dat je de moeite deed met Zijn Woord aan de gang te gaan. Doe je dan alsnog liever stapje voor stapje 😉 maak dan gebruik van mooi papier. Op de foto rechts zie je dat ik een soort van dun scrappapier heb gebruikt (deze kocht ik bij Walmart maar bij de meeste hobbywinkels hebben ze keuze genoeg!) Ik hou van dun papier, dan ‘bladert’ je bijbel nog makkelijk. De vlinder in de foto en de glitter was allemaal al voorgedrukt. Ik heb er gewoon een randje omheen gedoodled en tekst aan toegevoegd. Ben je handig op de pc kan je ook iets digitaal uitwerken, printen, knippen en plakken.  Ik heb nog steeds het idee om iets met een leuke gezinsfoto te maken en dat dan als een losse tip-in in te voegen. Want je kan iets ‘plakken’ maar je kan ook iets ‘los’ invoegen. Ik maak ook wel eens gebruik van doorzichtig papier en maak dat dan alleen bij de rand vast als een soort extra blaadje (voorbeeld). Voordeel van tip-ins: je hoeft niet te letten op al dan niet doordrukkende materialen.

  • IMG_7106Wanneer je ‘plakt’ gebruik dan ‘collall’. Deze lijm sijpelt niet door je blad heen.
  • Werk je graag groot, donker en/of met doordrukkende materialen: gebruik ’tip-ins’.
  • Met washitape, rub-ons en stickers kan je ook eea versieren of benadrukken.
  • Gebruik carbon- of grafietpapier.

11372258_875133582533892_787154077_nHeb je een bepaald beeld in je hoofd maar kan je niet tekenen? Zoek dan op internet naar een passende tekening of foto en zet deze met carbon-of grafietpapier over in je bijbel. Je kan ook eerst zelf op een los blad wat tekenen en als je er tevreden over bent het dan op deze manier overzetten. Het is heel simpel! Je leg het carbonpapier met de carbonlaag naar beneden op je bijbelblad, je zorgt dat je je eigen afbeelding op de juiste plek potitioneert en dan trek je de afbeelding met een pen of potlood over. Nadeel van carbon: je kan het niet uitgummen. Grafietpapier is wel uitgumbaar.

De laatste tip die ik in deze blog wil meegeven: bescherm tijdens het schrijven en tekenen je onderliggende bladzijden. Leg er een groot vel papier onder – eventueel ook op het naastliggende blad. Dan voorkom je ‘ongelukjes’.

Zo – dit was zo ongeveer de basis wel. Wanneer er animo is voor wat tekst en uitleg over andere materialen of technieken zoals Inkt of werken met terpentine enzo, dan volgt daar nog wel een andere blog over.

Hoop dat er nog meer mensen mee durven te beginnen. Ook al vind je jezelf niet zo creatief: its a matter of HEart, not art! 

Noot achteraf: bij bol.com kan je zowel de zentanglesetjes met micronpennen als goede pastelkleurpotloden als de afwerkende spray (merk Talens) krijgen. 

Vakantiewerk en zalm 

Mn rug is ondanks de pijnstilling niet al te best, veel kunnen we dus niet ondernemen. Het half uurtje bessen plukken een paar dagen geleden deed me niet goed al verlekkeren we ons nu wel om de likeur die in de maak is.  

  

  

  

  

  

We vermaken ons dus vooral op en rond de camping. Patrick organiseerde eerder al een spelmiddag met darts, tafeltennis en hotdogs boven kampvuur grillen. Gister sloot hij met de pubers de deal dat ze, in ruil voor een paar uur werk een rondje op de quad mochten en hij ze ’s avonds op zijn Pontonboot zou meenemen om te vissen. Met een boekje in de zon genoot ik dus van de rust. Kids met elkaar aan de klus: een complete weg aanharken en een berg hout kloven, zagen en van het strandje naar het houthok slepen. 

Van de camping naar t strand is best een klim maar gelukkig mocht ik mee op de quad en zo had ik ondanks mn rug ook mijn uitje van de dag. 

Tussendoor had ik er een weespuber bij. Z’n ouders waren op pad en dus was ik ‘backup-mama’. Dikke lol. 

‘S avonds op tijd de bbq aan want onze heren gingen hun loon innen. Visgerei mee, dikke trui aan en mama met de afwas laten zitten. 😁 

Bij de buren heerlijk koffie gedronken tot de mannen met grote verhalen over zalm en snoek weer terug waren. Daarna vloeide de ‘casis’ rijkelijk en tot laat bij het kampvuur.   

Heerlijk, vakantie. En echt niet dat ik mn rug de pret laat bederven. 

Oslo in beweging

“Zoon, kijk uit dat je niet valt!” Glimlachend kijkt hij even om terwijl hij en zijn schoenen knerpend en schuivend drie meter doorglijden.

We zijn in Oslo. Gister, na een fantastisch heerlijke bootreis, reden we uitgerust, ontspannen en flink verkleurd de wal weer op. De stad is op dit moment een puinbak van wegwerkzaamheden maar na wat zoekend heen en weer gerij kwamen we aan op de stadscamping.
Bovenaan staan alle camperaars en caravanhouders hutje mutje op elkaar. Wij kozen een plekje achteraan op het achterste tentenveld. Met een zonnepaneel op je dak heb je geen stroom nodig en op dit moment levert ons dat behalve groene energie ook een prachtig groen uitzicht.

De kids hadden gister in een mum van tijd hun tentjes geïnstalleerd en terwijl ik me waagde aan de bereiding van een frisse salade met aardappelpuree en ’n biefstukje snuffelde manlief in allerlei folders en boekjes naar leuke activiteiten hier in de buurt.

De zon brandt aan een strakblauwe lucht. De thermometer belooft ons dat het een tropische dag wordt, een rugzak is gevuld met het nodige aan vocht en bungelt aan zoon 1 zijn schouders.

Een paar meter naast onze caravan begint een slingerend bospad wat via een wirwar aan andere paadjes ergens beneden aan de berg zou moeten uitkomen in een straatje wat je zo naar hartje centrum leidt.

Op sommige stukken loopt het flink stijl af. Uiteraard loop ik op slippers (daar loop ik echt – eerlijk waar – het beste op!) dus doe ik sommige stukjes voetje voor voetje, me dankbaar vasthoudend aan het hekje wat ons van een afgrond scheidt.
Intussen loopt zoon 1 ruimschoots de dubbele afstand; heen en weer, op en neer, springend, huppelend, glijdend en alles nog een keer. Wat een energie… De eerste straaltjes glijden al langs m’n ruggegraat. Warm!

Na de zoveelste, meters afdalende glijpartij over het met grint bestrooide pad, herhaal ik zuchtend mijn waarschuwing “Lieve schat, als ik iets heel erg vind dan is het wel dat jij pijn hebt… Als jij hier valt kan je je flink bezeren, dat wil ik liever niet. Elke keer dat jij zo springt en doorglijdt staat mn hart ff stil.”

Manlief bekrachtigd mijn argumentatie op iets minder genuanceerde wijze : “Nou, niet om 1 of ander, maar als jij valt dan hang je de hele klim terug de stervende zwaan uit, daar heb ik niet zo een zin in.”

Zoon draait zich ondeugend glimlachend naar me om met een blik in zijn pretogen… zo een blik waarvan je weet dat hij iets gaat zeggen waar je niks tegenin kan brengen. Zo een blik waar de wijsheid en humor tegelijk van afspatten. En op een fluisterende, haast belerende toon antwoord hij: “Tja, maar als ik val, kan ik er wel gelijk iets van leren.”

(Noot: vakantieblogs zijn altijd -veel- later gepost dan dat ze geschreven worden. Ondanks oplettende buren, een zorgzame huis-oppas en een logeergrage broer met wolfshond, waak ik ervoor dat ik potentiële dieven een gemakkelijke buit toespeel 😇)

Gezapige opwekking eenheidsworst

Er moet me iets van het hart. Ik heb stevig geaarzeld om mijn kritiek te vangen in een blog maar ik doe het toch. Fred de Vries durft het ook (voorzichtig) in zijn column op CIP.nl Het is dus zijn schuld dat ik de moed vat.

Die opwekkingsliedjes … hoe zeg ik het voorzichtig. Kan ik het voorzichtig zeggen? Tijdens de conferentie in Orlando kregen we échte muziek voorgeschoteld, en toen schreef ik het al in mijn notebook: “Opwekkingmuziek: afgelebberde, verbruikte ijsjes” – nee, ik ga niet helemaal eerlijk zijn, want wat ik echt schreef was nog tactlozer… (bijna *schaam* maar nét niet :P)

Sinds mijn Burn Out zing ik niet meer. Ik kan het niet. Echt niet. Ik kan het gewoon niet opbrengen. Ik heb er de adem niet meer voor. En terwijl ik dit schrijf ben ik me ineens zeer bewust van de dubbele betekenis die ‘adem’ in de Bijbel heeft. Ik ben al blij dat de fase van ‘muziek verafschuwen’ een gepasseerd station is en dat ik voorzichtig, soms een enkel nummer kan waarderen en in mijn hoofd mee neurie. Ook sommige christelijke nummers kan ik (weer) waarderen. Maar van genieten van de nieuwe opwekkingsnummers is geen sprake. Een enkele, zeldzame, keer raakt een heel oud nummer me nog maar die nieuwe … Op bruiloften gruwelijk ik al van abc-tjes – brr

Ik vind het allemaal meer van hetzelfde. Dezelfde ritmes, dezelfde intervallen, op dezelfde momenten toontje omhoog of toontje omlaag om van de teksten maar te zwijgen. Wanneer de inhoud niet happy clappy is (waar ik me VRESELIJK aan storen kan) en de bijbelse inhoud een keer wél eer aan doet (Ok – overdreven maar eerlijk is eerlijk: inhoudelijk klopt er soms geen jandoedel van. Of ook daarin is eea weer meer van hetzelfde: zie hiervoor ook de mening van Brian McLaren.) dan is de boel … tja … weer meer van hetzelfde.

Waar is de afwisseling in stijl? Waar is de Jazz, de Soul (letterlijk?), de Country, R&B, Hip hop, whatever?
En waar is de afwisseling tijdens de diensten? Hoe willen we op zondag AL die doelgroepen (mij) aanspreken als we het bij deze gezapige contemporary music houden?

Waar is het jong talent wat ALLE ruimte krijgt (en niet alleen dat wat ‘men’ binnen de dienst vindt passen) om op de drum te meppen, om te rappen, gek te doen, fouten te maken, indruk achter te laten? Waarom plakken we hen ook in dat keurslijf van eenheidsworst?

tJA – Misschien moet ik de vraag omdraaien of is het mogelijk geen vraag maar gewoon een intens opstandig gevoel diep in mij wat niet langer in dat keurslijf wil meelopen? Mmm, ik denk dat het antwoord vast ergens in het midden ligt (maar stiekem vind ik de nieuwe opwekkingsnummers flut.)

christelijke muziek

Jij lijkt op Mij

Laat t duidelijk zijn; wanneer ik schrijf over wat ik voel of wat me overkomt is dat niet vanuit verwijt naar anderen (ik heb n disclaimer – lees die vooral- maar tis maar dat je t weet) …
Lees in mijn blogs dus vooral geen wijzende vinger naar anderen maar lees iemand die nadenkt over zichzelf en de wereld…

Op Facebook circuleert op dit moment een soort van test waarmee je kan uitvogelen op welk bijbels persoon je t meest lijkt. Ik dacht ‘m ff snel in te vullen maar vond de vragen nogal een behoorlijke uitdaging. “Wat is het meest van toepassing voor jou?” En dan krijg je vier positieve karaktereigenschappen te lezen- “euh- geeneen?” – manlief kon zelfs moeilijk bedenken welke t beste ingevuld kon worden. “Waarover vallen de roddelaars bij je?” … En weer een onmogelijke keuze … Alles valt wel in te vullen en wederom, in discussie, met echtgenoot blijft de keuze lastig…

Elk antwoord is afhankelijk van de vraag met ‘wie’ of in ‘welke situatie’ je eea ziet. Alsof ik een kameleon ben die mn eigen kleur niet meer laat zien.
Eigenlijk ben ik heel outspoken, open, eerlijk, praat ik gemakkelijk… Maar de ‘gebrokenheid’ waar ik het in mn vorige blog over had maakt dat ik tegenwoordig mn mening voor me hou. Ik slik en stik nog liever dan dat ik een discussie ontketen, dan dat ik face to face laat zien wat ik denk of voel. Puur omdat ik geen vertrouwen meer heb. Niet in mezelf en (vooral) niet meer in de ander. Nee, dit is geen verwijt aan iemands adres, noch is het een jammerklacht. Ik benoem gewoon n feit.

1 van de vragen uit de test ging over mn principes. Die heb ik altijd vrij stellig gehad en ik hield me altijd aan de hoge normen die ik waardevol vond. Nu heb ik ze overboord gegooid en pas ik ze aan al naargelang de situatie… Lijkt makkelijk maar t voelt onrustig. Wederom geen jammerklacht maar een constatering.

Uit de test bleek dat ik t meest op Paulus leek. En voor wie dat een compliment lijkt: ik weet niet eens of ik alle vragen wel goed genoeg heb ingevuld maar zelfs dan nog: Paulus was n opvliegend en wisselvallig type. Hij kon voor een Jood een Jood zijn en voor de Griek een Griek: omwille van t evangelie… Ik ben ook dan sus en dan zo maar ik denk eerder voor mn eigen veilige gevoel dan voor t evangelie.
Geruststellend is dat Paulus zijn bediening begon met behoorlijke inschattingsfouten, dat lang niet iedereen hem waardeerde voor zijn outspoken gedrag ondanks de waarheid in zijn boodschap, dat ook hij de stenen van veroordeling te vreten kreeg…
Maar zelfs als de test klopt en ik het als een compliment mag opvatten dat ik het meest op Paulus lijk… Dan nog had ik liever gehad dat de test schreeuwde “Jij mijn kind, lijkt op Mij” …

Pasen ‘overslaan’ …

Pasen is weer achter de rug. Ik heb het overleefd zonder enig ei van chocola in huis te halen. Op facebook zag ik dat er weer de nodige capriolen werden uitgehaald om de meest geweldige brunches en lunches op tafel te zetten. En anderen hadden daar weer commentaar op: “Pasen draait niet om lekker eten…”.  Hetzelfde ritueel als met Kerst herhaalde zich – foto’s van eten, eten en nog eens eten en dan weer veroordelende updates daarover. Ondertussen eet iedereen zijn buik vol, ongeacht de foto’s.

Voor wie denkt dat die eieren met Pasen een louter heidens ritueel zijn, die heeft het mis. Ons woord Pasen komt van het Joodse Pesach. Een wezenlijk onderdeel van dit gebeuren is de Seidermaaltijd. 1 van de belangrijke – niet te missen- onderdelen van deze maaltijd is het gekookte én gebakken ei. Dit ei staat symbool voor de kwetsbaarheid van het leven.  Is dat ook niet wat we ons in gedachten mogen nemen met deze feestdag? Dat ons leven een fragiele status heeft? Dat het zo voorbij kan zijn? En dat we juist daarom dankbaar mogen zijn met het offer van Jezus omdat Hij ons eeuwig leven geeft?

 

Niet dat ‘onze’ eieren van dit ritueel afkomstig zijn hoor – dat heeft te maken met de Germaanse godin Ostada die ooit een vogel (sommigen zeggen een kip) veranderde in een haas. Die haas mocht dan nog 1 keer per jaar de vogel uithangen om eieren te leggen. Die werden dan uiteraard verstopt omdat ze zo zeldzaam waren. Vandaar het verstoppen der eieren. Sommigen zeggen dat het een straf van Ostada was, anderen beweren dat de vogel juist van de vrieskou gered werd door deze transformatie. … En is dat ook niet iets wat voor de kruisiging telt? Sommigen die het als straf zien – anderen die zeggen dat het met redding te maken heeft?

 

Pasen, of welke feestdag dan ook heeft altijd 2 kanten. Ieder kiest ‘zijn’ zijde. Voor mij gelden beide kanten van de munt. Ik geloof in Jezus’ reddende offer en ben daar dankbaar voor en tegelijk ben ik dolblij dat deze dagen voorbij zijn. Wat een gedoe. Al dat eten is aan ons gezin voorbij gegaan. Niks geen eieren, noch dubbeldooiers, niks chocolade of matses met suiker … Voor ons gezin zijn de feestdagen altijd een drukke bedoening omdat manlief juist dan meer weg is, druk is en als gezin ga je automatisch in die drukte mee. Welke feestdag dan ook – hoe mooi de achterliggende gedachte ook mag zijn – geef mij maar het gewone huis, tuin en keuken leventje. Geen gedoe met opgedirkt naar de kerk moeten, met een fake-smile opzetten, vrolijk doen terwijl je dat eigenlijk helemaal niet bent. 

Pasen komt van het Joodse Pesach. Het betekent ‘overslaan’. Omdat het kwaad (dood) de Joden in Egypte oversloeg. Pasen heeft ook te maken met jezelf mogen zijn. Door Jezus offer en opstanding mogen we – zoals we zijn – zonder schroom de Almachtige naderen. Iets wat ik (juist) in de kerk niet (altijd) ervaar. Een dubbele boodschap dus.  Mijn hoop (als ik die al heb) is dat de kerk ooit écht een plek zal zijn waar het ‘Pasen’ is, waar je ongeacht je tekortkomingen welkom bent en waar het veroordelende je overslaat.  Tot die tijd sla ik Pasen stiekem liever over…

 

Omhoog ↑